donderdag 29 december 2016

Kennis: Leren van provincies - Friesland

Op 4 december schreef ik over 'Leren van het binnenland' en daar ben ik nu zelf maar eens mee begonnen door naar Friesland en Zuid-Holland te kijken. In Friesland heeft men gekozen voor een mooie eigen invulling van het werken met de Energieke Samenleving door de beleidscyclus aan te passen. In Zuid-Holland denkt men gelijk onze SKIA-thema's Big Data en Exponentiële innovatie na over de maatschappelijke impact van technologische ontwikkeling. Laten we eerst maar eens naar Friesland gaan. Daar hebben ze een prachtige website gebouwd www.beleidvandezetijd.frl die én boordevol staat met inspirerende handleidingen om beleid te maken, én voor iedereen toegangkelijk is, én die als het ware uitnodigt om zelf beleid te maken opdat de stap van publieksparticipatie naar overheidsparticipatie gemaakt kan worden. De auteurs zijn ook los gegaan bij het verzinnen van een aantal tips: (1) plan het onverwachte (...het duurt altijd langer); (2) vroege kritiek is beter dan late (... dus vroeg om input vragen); (3) als je het niet kunt uitleggen, mag je niet verkopen; (4) werk niet in fasen, maar in ronden; (5) houd je procesopzet flexibel; (6) zet belangen centraal, niet het algemeen belang; (7) zoom steeds in en uit; (8) spreek en denk niet voor anderen; (9) steel als de raven; (10) eensgezindheid is een rood lampje. Ik ga ze nog even spreken om eens te horen wie er al zoal gebruik maken van de site. 


Gelezen: Raam van Overton

In een verder ook heel goed geschreven boek 'Gratis geld voor iedereen' introduceert de De  Correspondent-schrijver Rutger Bregman het begrip 'Raam van Overton'. Nu ja introduceert, het was natuurlijk al eerder door Overton zelf bedacht, maar laat ik het zo zeggen, ik had er nog nooit van gehoord. Het zit zo: volgens Joseph Overton moet een politicus, als hij herkozen wil worden, binnen de grenzen van wat op dat moment redelijk en acceptabel is blijven. Daarbuiten wordt het onrealistisch of onredelijk gevonden. Zo'n raam kan overigens wel verschoven worden door radicaal ideeën te roepen om die daarna zelf of door anderen wat af te laten zwakken. Volgens Bregman zijn Trump en Wilders hier heel goed. Maar van uit een andere (politieke) hoek kan je bijvoorbeeld ook aan de zwartepiettendiscussie denken. De roetveegpiet past inmiddels zeker binnen het Raam van Overton. Best intrigerend om zo naar verschuivingen in de publieke opinie te kijken. In de rest van het boek schrijft Bregman overtuigend over het invoeren van het basisinkomen en over de verliezerssocialist die het Raam van zichaf ziet schuiven en alleen maar dingen bedenkt om het schuiven af te remmen en daarbij vergeet utopisch te denken en het verhaal van hoop en vooruitgang te vertellen. Intelligent boek, zeer de moeite waard.



vrijdag 23 december 2016

Gelezen: wetenschap als strijdtoneel

Mooi om juist in de week van het verschijnen van het RIVM rapport over rubbergranulaat op kunstgrasvelden, het Rathenau-rapport Wetenschap als strijdtoneel. Publieke controversen rond wetenschap en beleid te lezen. Ik kreeg dit rapport uit 2014 van één van de co-auteurs Geert Munnichs. Geert is één van de organisatoren van het wetenschapsbeleidcongres in Cork waar ik volgend jaar samen met Lilian ook een bijdrage aan lever. In dit zeer handzame rapport worden aan de hand van de analyse van zes casussen electromagnetische stralingen, HPV-vaccinatie, ondergrondse CO2-opslag , proefboringen schaliegas, klimaatrapporten IPCC en de EHEC bacterie en voedselveiligheid na een overzichtelijke 36 pagina's vijf conclusies getrokken en vier aanbevelingen gedaan. Laten we er even een paar langslopen: (1) een beroep op wetenschappelijke kennis volstaat niet als antwoord op publieke controversen. Dit komt omdat wetenschappelijke onzekerheden nooit helemaal weggenomen kunnen worden en omdat zorgen niet helemaal weg genomen kunnen worden door onderzoek; (2) wetenschap beschikt niet langer vanzelfsprekend over gezag. Dit komt wellicht ook omdat mensen steeds hoger opgeleid raken en omdat het op internet eenvoudig is voor iedere wetenschappelijke bewering een tegenbewering te vinden; (3) wetenschappelijke onzekerheden behoeven openheid. Onzekerheden ontkennen is dan ook een heel slecht idee. En beleidsmakers mogen experts niet vragen zekerheid te bieden die er niet is. Tijdens de IenM Kenniskamer van vorige maand bleek dat de ramingen van de Nationale Energieverkenning zeer breed geaccepteerd worden. Betrokken experts denken dat dit juist ook komt door de transparante wijze waarmee de betrokken kennisinstituten tot hun ramingen zijn gekomen. (4, 5) maatschappelijke partijen moeten vroeg betrokken worden bij de formulering van de Onderzoeksagenda en de maatschappelijke agenda. Bij maatschappelijke agenda moet je denken aan zorgen als waardedaling van huizen bij CO2 opslag.  Je kunt dan als overheid financiele compensatie toezeggen  als die daling zich daadwerkelijk voordoet. De vier aanbevelingen kunnen jullie foutloos bij deze conclusies bedenken. Maar dat is nog niet alles......er staat ook nog een interessante verhandeling in het rapport over het begrip 'good enough science'. Het idee is dat als er bij betrokken partijen voldoende vertrouwen bestaat in het besluitvormingsproces, ze sneller bereid zijn om een bepaalde mate van zekerheid als 'good enough' te aanvaarden. Nu zat er een RIVM'er in de begeleidingscommissie van dit Rathenau-rapport en dat draagt zeker bij aan mijn idee dat RIVM de conclusies en aanbevelingen goed tussen de oren had bij het rubbergranulaatonderzoek. Weerbarstig blijft natuurlijk dat het rubbergranulaatdossier in eens razend snel op de politieke agenda kwam na de Zembla-uitzending. Dan zou je gaan denken dat je in de praktijk sowieso te laat bent om conclusie (4,5) netjes eer aan te dien. De komende tijd zal moeten leren of het allemaal 'good enough' is geweest. 



zondag 11 december 2016

Kennis: Community of Practice -o-logie

Maandag een Community of Practice begeleid voor de collega's van DGB en RWS over vervanging en renovatie (....van bruggen en wegen).We mochten het niet over de Merwedebrug hebben, maar het was desalniettemin zeer nuttig. Mooie ruimte aan de Koninginnegracht en een open houding van RWS en DGB om wat van elkaar te leren in een omgeving waarin men elkaar normaal gesproken brieven stuurt. Voor mij een goede training voor de Community of Practice Kennis in het hart van beleid. Donderdag hebben we onder leiding van de CoP-begeleiders een mooie netwerkanalyse gedaan als startpunt voor de werving. Een mooie opbrengst al heb ik die van wege het privacy-gehalte wel wat gescrabbeld.

Innovatie:Mijn eigenste burgermeetnet luchtkwaliteit

Woensdag een symposium bij RIVM voorgezeten over een heel mooi onderwerp namelijk burgermeetnetten voor luchtkwaliteit. Hoewel milieuvervuiling na roken de één na grootste veroorzaker is van ziektelast in NL is er maar weinig sprake van bewustwording onder de Nederlandse bevolking. Goed beschouwd zou je heel wat meer boze burgers verwachten als je er bij stil staat dat luchtvervuiling al snel een jaar van je leven kost. Burgermeetnetten hebben dan ook niet alleen als doel extra meetdata generen, maar ook en misschien wel bovenal het creëren van bewustzijn. Aan het eind van de dag was ik de gelukkige eigenaar van een fijnstofmeetunit om bij mij thuis de te verwachte vuurwerkpiek te meten. Vuurwerk droeg twee weken geleden in New Delhi flink bij aan het ontstaan van een dikke smoglaag.Vuurwerk vormt dan ook  een niet onaanzienlijke bron van fijnstof (....en natuurlijk van rondvliegende vingers). Lees hier meer over op www.samenmetenaanluchtkwaliteit.nl. Op de foto's zie je de sensor met WIFI ontvanger en de provisorisch geknutselde yoghurtbeker-ant-regenunit.


zaterdag 3 december 2016

Strategie: Leren van het binnenland

​Terwijl geen enkele politieke partij in NL op het voor de hand liggende idee komt om fossiele scooters en brommers te verbieden (klopt toch Eke?)  pakken vier wereldsteden het wat ambitieuzer aan en gaan dieselauto's weren vanaf 2025.  De vier steden behoren tot een groep van 40 samenwerkende wereldsteden die van elkaar proberen te leren. Wat ze eigenlijk doen is leren van elkaar op een ​light​ manier institutionaliseren.​ Niet alleen omdat het vier buitenlandse steden zijn raakt het ook mooi aan het IenM programma 'leren van het buitenland'. De Aussies -op het gebied van klimaatbeleid zeker geen voorbeeld - doen dat leren ook en noemen hun eigen land met hyperzelfstandige deelstaten soms een 'policy lab'; de nationale overheid kijkt wat er wél werkt aan initiatieven uit de deelstaten en probeert dat nationaal beleid te maken. 'Leren van het binnenland' als het ware. 


Kennis: Over evidence-based policy, evidence-informed policy en policy-based evidence

Al weer best wel lang geleden ben ik geinterviewd voor een in opdracht van de Deense overheid uitgevoerd 'leren van het buitenland'-onderzoek naar evidence-based beleid. In het onderzoek worden telkens zes Ministeries uit UK, NL, Finland en de Europese Commissie met elkaar vergeleken. De (hernieuwde) aandacht voor evidence-based komt uit het linksboven NSOB-kwadrant new public management omdat hier de gedachte is dat wat werkt belangrijker is dan wat ideologisch gewenst is. Net als in eerdere NL-studies wordt onderscheid gemaakt in evidence-based en evidence-informed. Een beetje in lijn met Derksen's onderscheid in 'weten' en 'willen', wordt evidence-informed vaak als het hoogst haalbare geacht, omdat de politiek over het 'willen' gaat en vanzelfsprekend het laatste woord heeft? Deze studie breekt toch een lans voor evidence-based vanuit de gedachte dat hoe robuuster de kennisonderbouwing is, hoe onwaarschijnlijker het is dat de policy een andere richting op kan gaan. Nog even de vraag in hoeverre dit in het policy-based evidence Trump-era overeind gaat blijven, is de gedachte ansich bemoedigend.De studie gaat uitgebreid in op het dilemma van 'rijkskennisinstituten (RKI's)/TO2' versus 'de markt' als kennisleverancier voor departementen. Bij de eerste optie ligt het risico van lock in op de loer en in het tweede geval kan de kennisbasis snel te dun worden. Hier wordt een mooi argument bij genoemd; RKI's en TO2 gaan enorm aan de boom schudden als er teveel aan hun budgetten wordt geknibbeld, terwijl bij marktpartijen als kennisleverancier niemand de verantwoordelijkheid neemt voor de levensvatbaarheid van het kennisaanbod. Net als in een recent rapport van de AWTI is er bij de bestudeerde departementen veel aandacht voor het vergroten van de absorptive capacity - de competentie om externe kennis te identificeren, te verkrijgen en te benutten) van de departementen. Het rapport eindigt met 10 aanbevelingen die ik niet allemaal ga noemen, want dan wordt de blog te lang. Drie dan maar: (1) zorg binnen het departement voor voldoende mensen met absorptive capacity (vb kenniscoordinatoren, KIS-achtige units, Chief Scientific Advisors); (2) organiseer interdepartementale onderzoeksprogramma's om interdepartementale issues van een evidence-base te voorzien. Finland heeft sinds kort een kennis en innovatie-unit bij AZ met een eigen budget waar mee calls worden uitgezet voor door departementen ingebrachte en door het Finse AZ geprioriteerde topics. Past bij dat de TO2 instituten onlangs hebben opgeroepen om tot meer interdepartementale afstemming in kennisagenda's te komen; (3) Behoud langdurige relaties met je kennisproviders (vb IenM jaarlezing Kennis, Staman, 2015), maar benut ook andere partijen om lock in te voorkomen.  

    http://ufm.dk/en/publications/2015/the-place-of-research-based-evidence-in-policymaking



zondag 27 november 2016

Kennis: SKIA Defensie uit!

Toch zeker niet onze minste vakbroeders hebben weer een prachtige SKIA uitgebracht. Zij hebben er voor gekozen WAT en HOE eigenlijk in één SKIA te stoppen. Deze keer dan ook best veel aandacht voor innovatie en voor kennismanagement. Hoewel je het met toch iets geheims als defensie niet verwachten, kiezen ze vol overgave voor open innovatie. Natuurlijk blijft het echt staatsgeheime deel van de innovatie geheim, maar ook het bouwen van wapens is vandaag de dag vooral een ICT bezigheid waarbij het werken met open platforms vaak gewoon een goed idee. De taligheid van ICT wordt ook volop gebezigd. Zo wordt onderscheid gemaakt in hardware-centrische basisinfrastructuur (hoofdwapensystemen zoals fregatten en jachtvliegtuigen) en software-centrische applicaties (software applicaties). p het gebied van innovatie gaan ze onder de noemer Concept Development and Experimentation en snelle innovatiecycli voor een scrum-achtige aanpak waarbij nieuwe concepten gelijk bij de eindgebruiker getoetst worden. Dat is natuurlijk ook wel bijzonder aan defensie dat ze de eindgebruikers van innovatie allemaal in eigen loondienst hebben, terwijl we vanuit IenM -in ieder geval voor beleid - maar zelden zelf de eindgebruiker van innovaties zijn.  Op het gebied van kennismanagement is er het voornemen dat ieder organsiatieonderdeel een kennisplan maakt dat inzicht moet bieden in welke kennis in de eigen organisatie belegd is en hoe de toegang to kennis die niet in de eigen organisatie beschikbaar is gewaarborgd wordt. Het kennisplan brengt als het ware het ecosysteem in kaart en de daaraan verbonden mogelijkheden om extern kennis te ontwikkelen, deze te ontsluiten en binnen de organisatie toepasbaar te maken. Goed beschouwd lijkt dit sterk op het traject kennisbasis in beeld waar Karin bij  ons druk mee bezig is. Ik had het natuurlijk kunnen weten, maar er is behoorlijk wat overlap tussen hun externe kennisinfrastructuur en de onze (TNO, MARIN, NLR). Kennisopbouw lijkt daarbij een stuk meer gecentraliseerd dan bij ons. Waarbij ook geldt dat een flink deel van het totale centrale kennisgebruiksbudget gaat zitten in het instandhouden van grote faciliteiten. Bij defensie doen ze van zelfsprekend ook veel aan early warning signals al heet dat bij hun Technology watch & assessment functie. Al met al een feest van herkenning en zeer lezenswaardig. 





vrijdag 25 november 2016

Strategie: Portretten van reizigers van de toekomst - Toekomstbeeld OV

Vrijdag een hele leuke sessie gehad met Gerard, Jordi, Taede en de andere betrokken DGB en DCO collega's. Gerard is bijna klaar met zijn Toekomstbeeld OV en zo zijn er acht richtinggevende principes geformuleerd. Voor alle acht hebben we ter illustratie fictieve persona's en hun reisbewegingen van de toekomst bedacht. DCO gaat hier een prachtige eZine bijmaken. Ik kan nu natuurlijk nog niets verklappen, maar wel dat het door mij bedachte personage Henk heet en in 2040 58 is. Naast Henk is er ook een Aziz, Denise, Bradley, July, Pieter, Sofie en......even vergeten. Maar tot 2040 hoeven jullie niet te wachten, het eZine wordt nog dit jaar gepubliceerd. 


zondag 20 november 2016

Strategie: de genudgete fietshelm

In november, de maand met de langste files staat het fileleed natuurlijk weer bovenaan de agenda. De ergenis wordt begrijpelijkerwijs breed beleefd, al zijn er ook filebewoners die het dagelijkse refelectiemomentje wel kunnen waarderen. Daarnaast wordt de economische schade van de files natuurlijk uitgemeten. Gelukkig verschijnt in diezelfde novembermaand ook het jaarlijkse KiM-Mobiliteitsbeeld; een baken van feiten in een wereld van perceptie. Met die economische schade van files blijkt het namelijk nogal mee te vallen. Nu ja, 3 miljard per jaar is natuurlijk geen kattenpis, maar als je dit vergelijkt met de milieuschade van mobiliteit (7 miljard per jaar) en de schade van verkeersongelukken (14 miljard per jaar) dan denk je wel eens; waarom al die aandacht voor 1/8 van het probleem? De 80/20-regel lijkt hier even niet op te gaan. Het NRC schrijf dit weekend dan ook over de echte leed achter verkeersdoden met de goed getroffen titel de Vergeten Ramp. "Wegdoden zijn weinig mediageniek; ze vallen in kleine aantallen, verspreid over de tijd en over tal van wegen". Nu zijn er natuurlijk heel veel maatregelen te bedenken om de verkeersveiligheid te verbeteren,voor de verschillende vervoersmiddelen, sterker nog dat heeft het SWOV al gedaan. Hun site staat dan ook vol met puntige factsheets (kennismanagement, check!) waarvan lezing je al een snel een vrij compleet beeld geeft over wat wel en niet werkt. Ik beperk mij hier even tot de fietshelm. De fietshelm is én heel nuttig (o.a. Ruim twee keer minder kans op hersenschade) én weinig geaccepteerd. Kleine kinderen gaan h'm wel wat meer gebruiken, maar volwassen en ouderen dus bijna niet. Terwijl, over silver economy gesproken, ouderen een steeds groter deel van het aantal fietsdoden en fietsgewonden uit maakt en uit zal gaan maken. Geen enkele politieke partij lijkt zich aan een gebod te willen wagen. De vraag van de week is dan ook: "Hoe krijgen we heel NL aan de fietshelm en dan met name de ouderen?" 



vrijdag 18 november 2016

Kennis: Kennisagenda boze burger

Goed getimed is die zeker. Twee weken na de verkiezing van Trump ligt daar de BZK Strategische Kennisagenda Vitale en weerbare democratie. De kernvraag komt al deels terug in de titel en luidt: "Hoe werken we aan een vitale en weerbare democratie?".  Hoewel deze agenda moeilijk leesbaar is - zo moet je eerst door 22 pagina's inleidende beschietingen en moet je echt actief opzoek naar de kennisvragen (na goed zoeken kom ik op zo'n 25 stuks) - bevat die veel inspirerende woorden en noties ook voor IenM. Wat dachten jullie bijvoorbeeld van de woorden participatie-elite, diplomademocratie, en outputlegitimiteit? (Onder de goede inzendingen wordt een chocoladeletters verloot). Het is verfrissend om te lezen dat volgens de auteurs de boze burgers ook recht van klagen hebben; juist de boze burgers zijn ook vaak diegenen met minder opleiding, inkomsten en goede vooruitzichten. Ook is op de EU wat aan te merken zo vinden de auteurs "de afnemende politieke beleidsruimte van de lidstaten die niet is gecompenseerd door een volwaardige politieke arena op het Europese vlak". Een deel van de amnese raakt zelfs aan kennismanagement: "veelvuldiger wisselingen in de samenstelling van de zowel de gemeenteraad als de Tweede Kamer (met daardoor gebrekkig collectief geheugen". Sommige van de kennisthema's en vragen raken nauw aan onze SKIA IenM thema's Energieke Samenleving en Multi-level governance: 'Hoe verenigen zij (gemeentebestuurders, raadsleden en ambtenaren) flexibiliteit en responsiviteit met het borgen van democratische waarden als zorgvuldigheid en gelijke behandeling?', 'Welke kwaliteiten (bij politici en ambtsdragers) zijn nodig en hoe kunnen we die ontwikkelen en bevorderen?' Ook interessant....ook BZK doet aan kennisinfrabuilding en wel via een Platform Democratie en Wetenschap, een platform waarmee het ministerie de (bestuurd)wetenschap beter, sneller en slagvaardiger kan bereiken voor kennisvragen. Deze blog is mede mogelijk gemaakt door de immer duurzame en attente Onno.


zondag 13 november 2016

Kennis: Binnenkort echt van start met CoP Kennis in het hart van beleid!

Lidwien Reyn is één van de begeleiders van de binnenkort op te starten Community of Practice 'Kennis in het hart van beleid'. De eerste grote hobbel die we daar bij moeten nemen is de werving van deelnemers. In een realiteit van dubbel en driedubbel bezette beleidscollega's gaat dat natuurlijk helemaal niet meevallen. Gelukkig heeft Lidwien een boekje geschreven over het organiseren van succesvolle CoPs. Zoals de titel doet vermoeden bevat dit boekje 10 stappen die de weg naar succes van hobbels moeten ontdoen. Laten we de stappen eens vluchtig onder de loep nemen. (1) Maak scherp waarover het gaat; een duidelijk afgebakend domein dus. (2) Sluit aan bij urgentie. Check, dit moet voor ons de sleutel zijn om de werving succesvol te laten zijn. Denk aan de verkiezingen en de transities waar IenM nog meer dan voorheen mee aan de slag zal moeten. (3) werf een aantrekkelijke groep. Niet te groot, niet te klein. Working on it; (4) Zorg voor doorwerking. Deelnemers moeten opgedane inzichten meteen in hun eigen beleidspraktijk kunnen toepassen. (5) Faciliteert ontwikkeling. Hier gaat het om afwisselende werkvormen en ruimte om introducés mee te nemen. (6) Leg verantwoordelijkheid bij de groep. Dus zorgen dat de CoP van de deelnemers is en niet van de begeleider of de opdrachtgever. (7) acteer en reflecteer. Monitoren en evalueren en daar de CoP op bijsturen. (8) Doe nieuwe dingen. Denk oa experimenteren met nieuw gedrag. (9) Benoem resultaten en communiceer! (10)....staat er niet precies zo, maar stap 10 is de uitdaging om het andere te doen dan in de eerder beschreven stappen. OK eerst stappen 1 t/m 3 dan praat ik jullie weer bij!


Kennis: Poll-falen

Deze week veel berichten over hoe de polls er toch zo naast hebben kunnen zitten bij de Amerikaanse verkiezingen. Via Lilian kreeg ik het boek Superforecasting - the art and science of prediction  onder ogen. Het gaat in dit boek weliswaar over andere manieren van voorspellen dan uit een steekproef, maar het biedt desalniettemin wat aardige aanknopingspunten. Na enkele 100'den pagina's anekdotica eindigt het boek met een bijlage met daarin enige tips en te vermijden valkuilen om goed, beter of super te voorspellen.  De belangrijkste tips zijn: (1) vooral veel oefenen met het toekennen van waarschijnlijkheidsscores, (2) complexe problemen opsplitsen in wat makkelijker te benaderen deelproblemen, en  (3) stel je voorspelling bij op basis van nieuwe signalen zonder te overreageren of juist onder te reageren.  Daarnaast maken vooral de valkuilen indruk. De belangrijkste is misschien wel de neiging aan wensdenken te doen of andere gezegd je persoonlijke overtuiging te zwaar mee te laten wegen. MIchael Moore beschrijft dat als  'It is your brains way trying to protect you from trauma'. Dit zou je kunnen voorkomen zo staat in het boek door vooraf te bedenken welke signalen tot bijstelling van jouw voorspelling gaan leiden. In NRC werd een journalist aangehaald die zei dat journalisten zijn opgehouden naar peilingen te kijken toen de eerste peilingen hun onderbuik bevestigden dat Trump het toch niet zou kunnen winnen. Tja, dan wordt je natuurlijk nooit een superforecaster. Lees vooral even de onderbouwde voorspelling van Michael Moore (uit juli) en weet dat hij zich wél superforecaster mag noemen. 

zondag 30 oktober 2016

Kennis: Het ideale stappenplan voor de ideale kennisagenda

Op 14 november organiseer ik voor mijn eigenste KIS-collega's een sessie met de bovengenoemde titel. TIjdens onze vorige heidag hebben we een telefonisch tevredenheidsonderzoekje gedaan bij onze interne klanten. Een aanrader trouwens want een rondje bellen levert meer energie op dan het maken van een  communicatieplan verbruikt. Één van de welgemeende tips uit het belrondje is de tip om als KIS meer te werken vanuit heldere producten en diensten en minder vanuit de uitzendbureau-gedachte. NIet dat we die gedachte hadden maar toch, de tip is duidelijk. En nu gaan we onszelf dus opleiden tot designated & certified kennisagenda-makers ( want hier is dus best veel vraag naar). Ter voorbereiding is student Jordi al een enorme meta-analyse van Kennisagenda's en SKIA's aan het maken op zoek naar wetmatigheden en afwijkingen in de ideale inhoudsopgave. Ondertussen heb ik Bram Bregman (KNMI) en Taede Tillema (KiM) al bereid gevonden als dwarsdenkers mee te doen. Tja het zijn natuurlijk ook vaak de kennisinstituten die aan de andere kant van de schutting staan om die Kennisagenda's netjes op te vangen. Of niet natuurlijk....


Strategie: Paul de Grauwe revisited

Op 15 augustus 2015 schreef ik een blog over het boek van de Belgische econoom Paul de Grauwe. Dit weekend hem ik hem na het lezen van het NRC artikel van over Bas van Bavel hoogleraar economische geschiedenis. De grote vraag is of de vrijemarkt eerder tegen de grenzen van het milieu of eerder tegen de grenzen van de ongelijkheid aanloopt. Volgens de Grauwe het milieu en volgens van Bavel.....nu ja die kijkt alleen naar ongelijkheid. Aardig is overigens dat er een hele mooie meekoppeling in de simpele maar daarmee nog niet haalbare oplossing zit. Van Bavel geeft aan dat de belasting op arbeid omlaag moet en de belasting op vermogen om hoog. Tijdens de mooie bijeenkomst van het Overlegorgaan Infrastructuur en Milieu in Amersfoort werd als één van de drivers om de circulaire economie te bevorderen ook het verlagen van de belasting op arbeid genoemd, maar dan in combinatie met verhoging van de belasting op grondstoffen. Ik zou zeggen een mooie driehoekssimulatie en je weet hoe je dit moet doen op een manier waarbij de schatkist minimaal even vol blijft. Zowel de Grauw als van Bavel zijn niet erg optimistisch. Tja de mensen met die er belang hebben niets te veranderen zitten het dichtst tegen de macht aan is het idee. 


zondag 16 oktober 2016

Innovatie: Boven verwachting grenzeloos

Binnen KIS gebruiken we sinds mei een soort van samenwerkingsruimte /team intranet genaamd Grenzeloos. Hoewel ik normaal gesproken geen echte fan bijeen van systemologische vernieuwingen ben ik hier blij verrast positief over. Hoewel de KIS- groep op Grenzeloos pas vrij kort bestaat staan we nu al in de TOP 5 van meest benutte groepen en zitten 2-3 KIS-auteurs nu al in de all time TOP10 van publicisten. In tegenstelling tot gruwelsystemen als TRIM/HPRM is Grenzeloos simpel en meestal vrij intuïtief. We moeten natuurlijk ook weer niet te snel juichen want voor levensbehoud is het van belang dat meer KISsers actief gaan publiceren en verder moeten de early adopters nog de stap maken van aangeleerd gedrag naar beklijfde routine. In ieder geval al vast de complimenten voor Robbert Thijssen die dit in gang heeft gezet en die nu zelfs de teamstukken op Grenzeloos zet zonder waarschuwingsmail. Eens kijken hoe dit maandag valt, mijn bonuspunten heb je alvast binnen. 


Strategie: Jaarplanologissimo

Met de komst van stagiair Jordi moet ik er echt aan om ook zelf weer eens goed na te denken over de zin en onzin van jaarplannen. Jordi heeft zich namelijk ontzettend op het KIS jaarplan gestort met de vraag: "Hoe maken we die voor 2017 op een manier dat die bijdraagt aan doelbereik?". In zijn concept-onderzoeksverslag wijst Jordi op het belang van scherpe en uitdagende doelen en ook op het gebruik van Balance Scorecards. Dat was voor mij de trigger om Matthieu Weggeman's Leiding geven aan professionals: niet doen!" er nog eens bij te pakken. Nu is dit sowieso een heerlijk 'bijpakboek' want de hoofdboodschappen zijn makkelijk terug te vinden. Op pagina 1 van Hoofdstuk 1 staat al opgeschreven dat kenniswerkers niet te managen zijn met regels, procedures en informatiesystemen. Slecht nieuws dus voor de Balance Scorecards die een paar hoofdstukken verder met naam en toenaam worden afgeserveerd samen met zo'n 30 ander verticale thermometersystemen. Weggeman ziet wel weer veel in de scherpe en uitdagen de doelen want zo wordt op diezelfde pagina 1 van Hoofdstuk 1 duidelijk kenniswerkers laten zich inspireren door zichzelf te identificeren met de values en hogere doelen van de organisatie. Toch iets van een thermometer wordt geïntroduceerd met de outputgerichte personal commitment statements (PCS) die in hun beschrijving sterk lijken op de top 3 activiteiten die we bij KIS in de personeelsgesprekken afspreken (RKW) al zouden die volgens Weggeman waarschijnlijk wat SMARTer kunnen. De collectieve ambitie komt dan in een team commitment statement. Daarbij is het de uitdaging om verder te komen dan een reeks aan elkaar geniette PCS. Door samen de collectieve ambitie vorm te geven en te doorleven wordt volgens Weggeman de kans groter dat teamleden zich voor elkaars prestaties verantwoordelijk voelen en meer bereid zijn elkaar te helpen. 


zondag 18 september 2016

Innovatie: Van NAS naar PAS op de plaats

Geïnspireerd door de NAS - Nationale Adaptatiestrategie - én gedwongen door de september-hittegolf, zijn we in Huize De Maagd nu toch echt begonnen met de PAS - Persoonlijke Adaptatiestrategie. Omdat ik een airco nog net een stapje te decadent vind, is Mercedes aan het innoveren geslagen om de hittestress te lijf te gaan. Met een schaduwdoek op het zijbalkon  (op het oosten) en een hevig afgeprijsd horizontaal windscherm (Gamma!) op het achterbalkom (op het zuiden) hebben we het vandaag binnen beneden de 23 graden weten te houden. Er vanuit gaande dat we voor dit jaar de hittegolven wel gehad hebben, gaan we de opstelling volgend jaar pas echt goed testen. Ik hou jullie op de hoogte.




vrijdag 16 september 2016

Innovatie: ook mooie mislukkingen bij innovaties in het OV

In het nieuwe KiM-rapport over innovaties in het OV gaat het oa over gevoelstijd. Fons Savelberg heeft dan ook erg zijn best gedaan om zich in de reiziger te verplaatsten en gebruikt verder termen als gevoelsmatige extra reistijd en belevings en comfort aspecten. Op weg naar Utrecht om samen met Ivette voor oud-KISser Gerard Snel een innovatieve sessie te houden over de toekomst van het OV had ik ruim de tijd om hierover te mijmeren. Zo liep ik vanaf de gratis bewaakte fietsenstalling de prachtige nieuwe stationshal van Den Haag CS in. Vroeger had je op het station de zogenoemde stationsrestauratie. Een bizar woord goedbeschouwd want nergens andere in Nederland heet een restaurant een restauratie. Je kreeg daar een heel klein porseleinen kopje met warmgehouden koffie. De koffie werd vliegensvlug koud en je kon snel weer naar buiten het winderig station in. De ochtend van de workshop kon ik koffie kopen in allerlei soorten en maten, Onder uitzondering beter dan de restauratiekoffie van weleer.  Starbucks, DE, Julia's, Hema, AH ti go, Broodwinkel, La Place en vijf keer de kiosk waar je nu overigens als je dat wilt in een mislukte poging tot nostalgie toch nog de restauratiekoffie van vroeger kunt kopen onder de naam filterkoffie. Je betaalt dan weliswaar twintig cent minder dan voor de lekkere koffie, maar toch gaat deze retro-inovatie het vast niet redden. Net als de OV scooter op de foto het niet gered heeft. Vele innovaties redden het niet, maar even mijmerend het verleden oprakelen doet beseffen dat innovaties ons al ver gebracht hebben. 




zondag 11 september 2016

Kennis: NWA Big Data

Woensdag mooi gesprek over Big Data met oa Wilco Hazeleger (NL eScience Center) en Inald Lagendijk (TUD) over hoe IenM in lijn met de SKIA zou kunnen participeren in de NWA route Big Data. Dat zou kunnen was de uitkomst door slimme pilots per beleidsDG te starten. En pilots zijn slim als ze alle de drie de bollen uit het bollenmodel uit het NWAroutedocument omvatten te beginnen met een in een IenM beleidsdomein gevoelde opgave en dataset. 


Gelezen: De vijf frustraties van teamwork

Dit boek van Patrick Lencioni is een stuk minder zwaarmoedig dan de titel doet vermoeden. Veel meer valt het boek te lezen als een uitleg van een vijftal voorwaarden om als team goed te werken. Uit Google-onderzoek was al gebleken dat psychologische veiligheid de belangrijkste voorwaarde voor teamsucces is. Niet gek dus dan Lencioni hier mee begint. Uitgedrukt als frustratie wordt dat dan 'afwezigheid van vertrouwen'.Dit speelt als men niet bereid is zich kwetsbaar op te stellen. Zonder openheid om zwakheden en fouten toe te geven kan er geen basis van vertrouwen zijn volgens Lencioni. De tweede frustratie is 'angst voor conflicten' die volgt direct uit de eerste. Men is dan niet instaat ongeremde en hartstochtelijke debatten over ideeen aan te gaan. Dit leidt dan weer tot de derde frustratie en die is 'gebrek aan betrokkenheid' hetgeen zich uit in het zich niet achter besluiten opstellen omdat er niet echt over besluiten gediscussieerd is. De vierde frustratie wordt dan 'verantwoordelijkheid mijden' men roept elkaar niet ter verantwoording als het teambelang geschaad wordt. De laatste frustratie is dan 'te weinig aandacht voor resultaten' individuele belangen en resultaten worden dan belangrijker gevonden dan het teambelang. Blijmoedig uitgedrukt stellen leden van samenhangende teams zich als volgt op: (1) ze vertrouwen elkaar; (2) ze gaan openlijk de strijd aan over ideeen; (3) ze steunen besluiten en actieplannen; (4) ze spreken elkaar aan op het realiseren van overeengekomen activiteiten; (5) ze concentreren zich op het bereiken van collectieve resultaten. Best een overtuigend boekwerkje met zelfs een test om met je team te scoren hoe gefrustreerd je bent :-)




Kennis: SKIA 2016-2020 van de Hogescholen

Van Lilian ontving ik het rapport Onderzoek met impact, zeg maar de SKIA van de Hogescholen. Mooi om te lezen! De Vereniging van Hogescholen heeft er voor gekozen via 10 thema's aan te sluiten bij de grand challenges en bij de thema's van de Nationale Wetenschapsagenda en dat pakt goed uit. Kort en krachtig, met ook voor IenM thema's die doen denken dat het goed zou zijn elkaar eens wat vaker op te zoeken. Ze gaan oa in op energieke samenleving ( veerkrachtige steden), de duurzaam gebouwde omgeving, duurzaam transport en logistiek, duurzame landbouw, water en voedselvoorziening, energie en energievoorziening en verantwoord ondernemen. Naast meer geld vanuit de NWA investeringsagenda willen ze met de overheid samenwerken op het gebied van onderzoek en innovatie. Bij SURF en de Innovation Expo 2016 (beide genoemd) gaat dat al goed, maar er is vast nog veel meer mogelijk. Ben ondertussen reuze benieuwd of de universiteiten zich voor de opening van het academisch jaar ook hebben laten inspireren door de NWA. Gelukkig is Karin Kooij dit mooi in beeld aan het brengen. 


zondag 4 september 2016

Strategie: tweede werkatelier Nationale Adaptatiestrategie

Na eerst onder erbarmelijke omstandigheden een Skype-telcon op Den Haag centraal te hebben doorstaan, moete ik een wisselstoring omzeilend via Schiphol in Utrecht zien te geraken. Uiteindelijk toch wel op tijd maar niet geheel okselfris op de prachtige vergaderlocatie De Zilveren Vosch (aanrader!) in Utrecht aangekomen alwaar het tweede werkatelier Nationale Adaptatiestrategie plaatsvond. Nu dat pakte eigenlijk allemaal prachtig uit. Er was veel ruimte voor stakeholders om input te geven. Naast een drietal door het projectteam geïdentificeerde onderwerpen om in parallelle sessies over te praten, hadden we ook een soort van open spreekkamersessie. Stakeholders konden daar ongehinderd door agenda of structuur, vormvrij hun punt maken. Door het aantal deelnemers per parallelle sessie te beperken werkte dit ook echt; deelnemers kregen echt de tijd hun punt te maken. Een ingenieus doordraaisysteem maakte dat de tekenende verslaglegger Marieke@debetekenaar.nl iedere keer een andere parallelle sessie op gehoorsafstand had. Zo was er aan het eind van de dag meteen al een min of meer compleet getekend verslag klaar. En dat kwam mooi uit, want het projectteam heeft het zo belachelijk druk dat die geen tijd hebben om ook nog een geschreven verslag te maken. Wat ik zelf fascinerend vond, was de gedeelde waarneming dat koplopers/best practice gemeenten overspannen raken van alle verzoeken om hun aanpak uit te komen leggen. Organisaties als CROW spelen hier op in door niet de best practice te kopiëren (want dat kan niet, moet altijd taylor made) maar door kennisdisseminatie te doen op de denkstappen die tot de best practice geleid hebben. 


zaterdag 3 september 2016

Gelezen: 18 minuten van Peter Bregman

Tuurlijk eigenlijk geen tijd voor, maar toch weer eens heerlijk een boek over time management gelezen. De kritiek van deze auteur op zijn collega's is dat ze veel aandacht hebben voor de vraag: "Hoe kun je meer doen binnen de jouw beschikbare tijd?", en weinig of geen aandacht voor de vraag: "Doe ik eigenlijk wel de goede dingen?' Nu leest dit boek overigens niet echt lekker, het staat namelijk nogal vol met Amerikaans anekdotisch gebabbel. Toch bevat het een aantal makkelijk toe te passen tips, met met stip op één de tip 18 minuten per dag na te denken over met name die tweede vraag, of dat je wel de goede dingen doet. De 18 minuten bestaan uit 5 ochtendminuten, 5  avondmensen en daar tussenin 1 minuut na ieder gewerkt uur. Laat we eens beginnen met de ochtendminuten. Hier bespeur ik zowaar een voordeeltje voor mijn forensende lezers. Want deze zijn natuurlijk goed te scoren tijdens de treinreis. Het idee is dat je de 5 minuten gebruikt om te visualiseren wat je die dag te wachten staat. Loop je activiteiten van de dag eens langs en vraag je af wat je wilt bereiken met de verschillende afspraken/vergaderingen. Kijk vooral ook even naar je to do list en bedenk wat je wanneer wil doen die dag. Voor de niet-treinreizigers zoals ikzelf of de trenreizigers die toch echt liever gewoon de krant lezen is het zaak op kantoor aangekomen, eerst die vijf minuten te doen en dan pas je pc op te starten. De minuten na ieder uur (alarmpjes zetten) gebruik je om even terug en vooruit te blikken. Is het afgelopen uur productief geweest en wat betekent dit voor het volgende uur? De avond 5 minuten doe je aan de hand van drie vragen: (1) Hoe is de dag verlopen? Welke successen heb ik geboekt? Welke uitdagingen heb ik doorstaan?; (2) wat heb ik vandaag geleerd? Over mezelf? Over anderen? Wat ben ik van plan morgen anders te doen?; (3) Met wie heb ik contact gehad? Iemand die ik moet bijpraten? Bedanken? Iets moet vragen? Feedback moet geven? Ik zou zeggen geef het eens een kans. Ik merk dat ik het eigenlijk best een geweldige tip vind die ik ook wel eens toepas, maar dat de kans op terugval  helaas aanzienlijk is. Vooral de verleiding om de pc aan te zetten en je meteen in je Postvak In te verliezen is natuurlijk erg groot. Mocht je voor een nog kortere variant dan die van de 18 minuten willen gaan, dan kan je ook kiezen voor de aanpak van Jeff Gaspersz - één van de twee docenten van de Leergang Innovatie voor beleid - waarbij je voor jezelf twee vragen formuleert die je iedere dag aan het eind van de dag beantwoordt. 


zaterdag 27 augustus 2016

Kennis: Veranderen in nog eens 100 minuten

Donderdag had ik de tweede opvoering van veranderen in 100 minuten. Had 32 keiharde aanmeldingen, maar met de gedachte dat het ook 32 graden zou worden was ik er niet echt gerust op. Om te zorgen dat het in de berucht zuurstofloze a134-zaal niet helemaal fout zou gaan ben ik uitgeweken naar het fijne ankerpunt B1. Daar kwamen uiteindelijk 16 collega's opdagen, hetgeen me - en dat wil wat zeggen over de beroerde IenM opdaagcultuur - erg meeviel. Met de 16 deelnemers had ik het overigens zeer goed getroffen want die hebben de ten opzichte van de vorige keer bijgestelde 100 minuten verrassend goed volgehouden. Maar goed het hielp dat de borrelkar deze keer wel gewoon kwam. Een mooi samenzijn en ik heb me dan ook voorgenomen de 100 minuten gewoon nog een keer te doen. Het blijft voor mijzelf ook leerzaam. Immers The best way of learning is teaching. Zo heb ik de supertip Sell the problem, not the solution herontdekt. Uitvoering van deze tip is de manier om de eerste essentiële en bijna altijd vergeten eerste stap bij veranderprocessen vorm te geven 'creëer urgentiebesef".


vrijdag 26 augustus 2016

Strategie: Opschakelen na de vakantie

De hele zomer heb ik heerlijk organisch mijn werkdag in kunnen plannen. Onderscheid in hoofd- en bijzaken, en in belangrijk en urgent was in het geheel niet nodig want zonder tijdsdruk vervalt de relevantie daarvan. Een kleine twee maanden heb ik oud en vertrouwd zonder to do lijstjes kunnen werken en gewoon kunnen doen wat in mij op kwam poppen. Ongestoord door mail of telefoon 1,5 uur lang een interessant rapport doorakkeren bijvoorbeeld, of wat dacht je van ongerichte maar daarom niet minder nuttige koffiebijpraatsessies met collega's die wat verder op in het gebouw werken? En om nou te zeggen dat je daar dan minder productief van wordt...nou nee. Nou goed tijd voor een productiviteitsmeting heb ik niet meer, want van af afgelopen week bleek de zomertijd (niet over het weer beginnen:-)) echt voorbij. Mailbox stroomt weer vol, collega's staan weer aan je bureau, brieven moeten beantwoord en MR stukken geadviseerd. Heb het nog een weekje geprobeerd zonder to do lijst en de verdere coping strategieën uit de Getting things done-truckendoos, maar wordt bestraft met 'Shit, dit had ik ook nog moeten doen'-erlebnissen. Kortom vanaf maandag moet ik er toch echt weer aan geloven. Alle dingetjes en toezeggingen gelijk opschrijven, bloktijden inboeken en Iedere avond een uurtje om de mailbox te lezen/legen. Heb er zin an!




zondag 21 augustus 2016

Kennis: de reanimatie van Pinguïn Fred

PInguin Fred is niet alleen fabelfiguur uit een boek van managementgoeroe John Kotter, maar was ook de naam van de illustere IenM boekenclub die tot 2012 bestaan heeft. En nu is het goede nieuws dat ik samen met Martje Storm en Felix Wolf Pinguïn Fred opnieuw tot leven ga wekken. Zeg maar een soort van BHV maar dan anders. Het idee is net als vroeger non-fictie (management)boeken te lezen en daar op te reflecteren met collega's om meer diepgang en kennisbasis onder het eigen werk te leggen. Dit last bij de Koers en de Nota Kennisbeleid waarin wordt opgeroepen een kennisvriendelijke klimaat te ontwikkelen waar binnen ruimte is voor medewerkers die worden gewaardeerd om een goed ontwikkelde kennisorientatie. We zijn nu bezig met het  maken  van een longlist van boektitels waaruit uiteindelijk 8 boeken gekozen worden voor het komende leesjaar die op 8 in één keer in te plannen bespreeksessies worden besproken. Laat even weten als je mee wilt denken over de longlist dan stuur ik het lijstje toe. Maar zomaar een titel met auteur sturen en een regel onderbouwing mag natuurlijk ook!

zaterdag 20 augustus 2016

Strategie: Aan de slag voor de Nationale Adaptatiestrategie

Vrijdag luisterde ik in de sportschool (ja, ja) naar het radiojournaal. Toegegeven het was vast door het ontbreken van een gouden medaille, maar als allereerste ging het over het conflict tussen boeren en verzekeraars mbt het vergoeden van de hagelschade van onlangs en als tweede over het bestrijden van de oprukkende tijgermug. Dit ondersteunt mooi de zin 'climate change is no longer merely a future scenario; it is already in progress, and its effects are being felt in many locations. En die zin haal ik dan weer uit de Guidelines on Developing Adaptation Strategies die ik zonet gelezen heb. Niet echt standaard weekendkost zo'n Europese guideline, maar ik lees h'm met een reden. Ik ga namelijk op 1 september een werkatlier voorzitten voor de nieuwe Nationale Adaptatiestrategie (NAS) die in december in de  MR moet liggen. Al bij mijn vroegere werk aan de Kaderrichtlijn Water was mij opgevallen hoe mooi de synchroniserende werking van een Europese richtlijn kan uitwerken. Wanneer 28 lidstaten tegelijkertijd aan iets werken en daarmee tegelijkertijd met dezelfe uitdagingen worstelen, ontstaat er als vanzelf bijzonder veel bereidwilligheid van elkaar's aanpakken te leren. Ook de bovengenoemde guideline leest als een feestje van Europese samenwerking, Leren van het buitenland pur sang. Eind 2013 hadden vijftien lidstaten iets van een NAS, waarvan er acht ook een actieplan hadden (NL niet) en er maar ééntje ook over grensoverschrijdende effecten ging (Goud voor België!). De guideline bevat zeventien best practice-achtige praktijkvoorbeelden voor hoe lidstaten verschillende stappen uit de guideline invullen. Zo blinkt Slovenië uit in het creeren van bewustzijn, heeft Oostenrijk slim NAS en actieplan geïntegreerd en prioriteert UK handig door te focussen op (1) low regret robuuste maatregelen die onder ieder klimaatscenario baten opleveren; en (2) klimaat meenemen in lange termijn besluiten (vb watertoets). Nederland doet ook iets goed namelijk het toepassen van een multi-criteria analyse om de geschiktheid van adaptatiiemaatregeken te wegen (Routeplanner 2050). 
Hoe dan ook een mooi onderwerp om mij op te storten. In een duizelingwekkend geheel van primaire, secundaire en tertiaire klimaateffecten is het ook een uitdaging om de NAS van actiegerichtheid, concreetheid, overzicht en draagvlak te voorzien. 


zondag 14 augustus 2016

Gelezen: The science of using science

Prachtige titel natuurlijk van dit rapport van de University College London dat ik dankzij Joke onder ogen kreeg. Het mooie is daarbij dat de auteurs (Langer et al.) ook zwaar aandacht hebben voor het science-gehalte van de uitspraken die zij in dit rapport doen. Bij de verschillende conclusies en aanbevelingen geven ze dan ook aan hoe hard het bewijs is waarop de uitspraak gebaseerd is (reliable, cautious en absence of evidence). Net als in het rapport van het Rathenau instituut hierover (Beleid en het bewijsbeest, 2012) vervangen ze term evidence-based rap in evidence-informed om te benadrukken dat het in (politieke) besluitvorming om meer dan bewijsvoering gaat. Of zoals Wim Derksen het klip en klaar heeft opgeschreven (Kennis en beleid verbinden, 2011) de wetenschap gaat over het weten en de politiek over het willen. Een betrouwbare (reliable) uitspraak is dat het helpt om wetenschappelijke kennis beter toegankelijk te maken voor beslissers. Vooral als je tegelijkertijd de motivatie, de mogelijkheden en de skills voor het vinden en interpreteren van kennis weet te vergroten bij beslissers. Een minder zekere aanbeveling is het bedenken van formats (vb te vullen regel in oplegger voor de Ministerraad) of andere formele mechanismen om 'af te dwingen' evidence -informed besluiten te nemen. Iets wat (met minder zekerheid dat dan weer wel) niet werkt zijn CoPs (slik) zonder educatieve component, en wat ook niet werkt is een éénmalige korte training van een halve dag. De aanbevelingen tot nu toe komen uit een analyse van vakliteratuur die echt over evidence-based en evidence-informed beleid gaat. De auteurs verzamelden echter ook tal van (minder zekere) inzichten uit de bredere sociale vakliteratuur. Daaruit komen ook institutionele oplossingen naar voren. Met één van mijn trouwe lezers in gedachte kom ik dan zonder lang nadenken op de grote toegevoegde waarde van onze planbureaus. Gelukkig toch nog steeds een baken in de strijd tegen fact free politics. Met de Amerikaanse verkiezingen in het vooruitzicht is het natuurlijk de vraag hoe het op de lange termijn gesteld zal staan met de motivatie van beslissers om aan evidence-informed beleid te doen als het electoraat niet met feiten is te boeien. 

Kennis: Community of Practice Kennis voor Beleid - alleen sneller, samen verder

Het mooie van aan het begin van de vakantieperiode een Plan van Aanpak maken is dat je de hele zomer tot je beschikking hebt om het plan op basis van gesprekken steeds beter te maken. En het is goed te weten dat dit voor het PvA CoP kennis voor beleid ook echt zo gewerkt heeft. Ik noem geen namen omdat ik er dan vast één vergeet, maar voor de achte gesprekken die ik gevoerd heb geldt echt dat ieder gesprek munitie gaf het plan verder aan te scherpen. Sommige dilemma's en twijfelingen blijven overigens wel gewoon bestaan, maar dat is dan maar zo; daar zijn het dilemma's voor. Wordt vervolgd. 

zondag 7 augustus 2016

Vergeleken: legale en illegale economie

Al sinds het verschijnen van (super)freacomics - met daarin een plausibele verklaring waarom veel drugsdealers nog bij hun moeder thuis wonen - heb ik een vreemde voorliefde voor de economie van illegale praktijken. Die houden zich namelijk lang niet altijd aan de tucht van de markt. Fascinerend is dat het bestuderen van illegale praktijken iets weg heeft van het doen van ongecontroleerde veldexperimenten, die zich niet houden aan de 'natuur'wetten van de economie. Dit weekend werd ik op mijn wenken bediend met een interessant verhaal in NRC over drugshandel. Daarin las ik dat drugskartels liever niet doen aan concurrentie op prijs of kwaliteit maar liever territorium afspraken maken met collega-drugskartels; een soort van meta-kartelvorming eigenlijk. De regering van El Salvador schijnt succesvol bemiddeld te hebben in een karteloorlog en zo veel ellende bespaard te hebben, waar dat in Mexico dan weer niet gelukt is. Benieuwd of het NSOB-model hier een extra kwadrant voor nodig heeft, of dat dit gewoon als participerende overheid beschouwd kan worden. In RLI's Mainports voorbij wordt gepreludeerd op de verdieping van de glimlach van de waardeketen. Dit betekent dat meer en meer vooral aan het begin van de keten (standaardisatie, innovatie) en aan het eind van de keten  (marketing en branding) veel wordt verdiend. Middenin (fabricage, assemblage en logistiek) verdient weer veel minder. Voor drugshandel anders dan die gericht op de thuismarkt gaat dit niet op, daar voegt internationaal transport juist heel veel waarde toe in de waardeketen. In het artikel wordt oa aan de hand van waardeketen en de prijselasticiteit van cocaïne aangetoond dat de war on drugs gedoemd is te mislukken. Vandaar ook dat het voorstel wordt gedaan drugs te legaliseren en via een staatsmonopolie op de markt te brengen. Nederland heeft dit al eens succesvol voor opium in Indonesië toegepast. Toegegeven het zal wat botsen met de Eurpese bestuurscultuur, maar het zou echt goed zijn hier op weg naar maart nog eens goed over na te denken; vier Amerikaanse staten zijn ons voor marihuana voorgegaan. 





dinsdag 2 augustus 2016

Gelezen: Successful Business Models for 3D printing

Nu was ik in de bieb opzoek naar een boek van Berenschot over programmaministers maar dat hadden ze niet, dus heb ik dit Berenschot-boek maar geleend. Marko Hekkert (UU) wijst bij innovatiebeleid op het gevaar van aanbodgedreven technologie die niet wezenlijk bijdraagt aan maatschappelijke uitdagingen. Zo noemde hij tijdens een presentatie onlangs de zelfrijdende auto en smart city technologie twijfelachtig in deze context  ("technologies  in search for a solution"). "Maar hoe zit dat dan voor 3D printen?", vroeg ik mij af bij het lezen van dit boek. Zal 3D printing echt de belofte waarmaken van veel minder afval en transport? Het boek zelf is in de stijl van de believer geschreven (minder afval, minder gewicht, minder brandstofverbruik, efficiënte supply chains) maar op internet worden de nodige mitsen en maren opgeworpen (hangt sterk af van type printer (sommige geven meer afval dan traditionele technieken), kwalijke dampen, hulpstoffen, fijnstof, te afhankelijk van plastic, transport is niet zwaarwegend in LCA's enz.) Het Australische TNO (CSIRO) durft overigens de conclusie aan dat de thuisprinters over het geheel genomen wel goed voor het milieu zijn. Nu ja wel wat aanknopingspunten dus om met 3D printing aan te sluiten bij de maatschappelijke uitdaging duurzaamheid al geeft het boek wel aan dat 3D printing vooral een industriële revolutie zal zijn.  Het boek bevat ook nog een reeks te nemen hobbels oa (1) kosten moeten omlaag; (2) snellere en grotere printers; (3) kwaliteitscontrole; (4) getrainde operatoren en designers; (5) intellectueel eigendom en patenten. Maar die hobbels gaan zeker genomen worden is het idee, en 3D printing heeft sowieso de status van moon shot innovatie daar tegenwoordig zakjes poeder voor de 3D printer in plaats van onderdelen naar ISS space station gaan. 


vrijdag 29 juli 2016

(Rustig) gelezen: RLi advies Mainports voorbij


Kritisch gegrom in de gangen is natuurlijk goede reclame voor een rapport. Vandaar dat ik verwachtingsvol aan het RLI-advies 'Mainports voorbij' begon. Nu moet ik er wel bijzeggen dat ik - hoewel verleidelijk - niet opzoek ben gegaan naar de controverse, maar juist naar stukjes analyse en aanbeveling die sowieso bruikbaar zijn. En vooraf wist ik al dat die er in zouden moeten zitten omdat partijen die niet blij waren met de conclusies in het adviesrapport (stoppen met apart mainportbeleid) zich wel in de analyse konden vinden. De onder de analyse liggende rapporten van Decisio (economische onderzoek- en adviesbureau) over Schiphol en van EUR over de haven van Rotterdam laten zien dat het economisch belang van Schiphol en de haven niet onaanzienlijk is, maar dat de beide Mainports nu ook weer niet dé motor van de NL economie vormen. Aan directe economische bijdrage ( vb luchtvaart-en luchthavenactiviteiten) en indirect achterwaartse economische bijdrage (toeleveranciers) valt daarbij nog overtuigend te rekenen. Echter, de indirecte voorwaartse economische bijdrage, zeg maar het belang van met name Schiphol voor het vestigingsklimaat in NL is én vast heel belangrijk, én niet eenduidig te berekenen. Dat is natuurlijk een bummer. De RLI- overdenking 'op andere plekken rendeert het publieke geld wellicht beter voor het verbeteren van het vestigingsklimaat' lijkt dan ook best een goede maar moeilijk in te vullen. Maar RLI formuleert wel een aantal zeer aansprekende vragen op weg naar een mogelijke Strategie Vestigingsklimaat 2040 waarbij ik de volgende twee het meest aansprekend vindt: (1) Hoe verhouden hardere en zachtere vestigingsplaatsfactoren zich tot elkaar? Hoe kunnen de verschillende zachte vestigingsplaatsfactoren, zoals groene landschappen, cultureel erfgoed en maatschappelijke ontwikkelingskansen voor mensen, die cruciaal zijn voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat in 2040 een duidelijke plek krijgen in het beleid? Welke partners en vormen van samenwerking zijn daarvoor nodig?; (2) Welke rol speelt de overheid bij het investeren in infrastructuur voor het vestigingsklimaat? Er is nu een grote tegenstelling tussen klassiekeinfrastructuur (vaarwegen, spoorverbindingen en snelwegen) die  grotendeels door overheden wordt gefinancierd en de digitale infrastructuur waar publieke investeringen al snel stuiten op staatssteunissues. Is dat onderscheid wenselijk? Is er een herevaluatie nodig van wat publieke en wat private goederen zijn? 


donderdag 28 juli 2016

Gelezen: Klaar om te wenden - Handboek voor de strateeg

In dit praktische en goed leesbare boek wordt strategie in brede zin behandeld aan de hand van acht samenhangende stappen (1) Missie en succesverhaal; (2) Omgevingsverkenning; (3) Scenario's; (4) Opties; (5) Visie; (6) Routekaart; (7) Bewegen, en (8) Meten. Waar het boek van Jan Nekkers Wijzer in de toekomst uitblinkt in het practisch beschrijven van hoe je toekomstscenario's maakt, is dit boek goed in beschrijven hoe je scenario's kunt gebruiken. Vooral het denken vanuit startopties (onderzoeken, voorinvesteren, opbouwen, uitbreiden, vergroten, intensiveren) en stopopties (uitstellen, verminderen, afbouwen, verkopen of gewoon stoppen) vind ik een interessante manier om toekomstscenario's ook echt onderdeel te laten zijn van je strategie. Een aantal van het in het boek behandelde praktijkvoorbeelden zijn extra interessant voor IenM. Zo wordt er uitgebreid stil gestaan bij het PBL werk aan de duurzame stad 2040. De eerste auteur van het boek Paul de Ruijter is nauw betrokken geweest bij het maken van routekaarten gezonde duurzame stad voor openbare ruimte, mobiliteit, voorzieningen, en wonen en werken. Ook interessant is de beschrijving van de manier hoe het vroegere Ministerie van Justitie werkte aan een early warning systematiek. Voor de liefhebbers heb ik een leespresentatie van het boek beschikbaar. 


Gelezen: WRR advies Big Data in een vrije en veilige samenleving

Begin juni schreef ik over het Big Data boek van Steve Lohr. Toen schreef ik ook over het verschil tussen de Amerikaanse en Europese aanpak bij het beschermen van privacy. De Amerikaanse aanpak richt zich op de regulering van en het toezicht op analyse en gebruik van Big Data, terwijl de Europese aanpak zich meer richt op de regulering van het verzamelen van data. WRR pleit er nu voor als het ware wat op te schuiven naar de Amerikaanse aanpak omdat ze vindt dat het verzwaren van de regulering van verzamelen, en uitgangspunten als doelbinding en noodzakelijkheid, de belofte van Big Data teveel hindert. Het idee is dat alleen door extra eisen te stellen aan het toepassen van Big Data -analyses burgers er op kunnen vertrouwen dat de overheid niet sluipenderwijs hun persoonlijk vrijheid penetreert. 


zondag 24 juli 2016

Kennis: Aan de slag met Community of Practice Kennis voor beleid.

In de nieuwe nota Kennisbeleid staat als voornemen dat we als IenM aan de slag gaan met een Community of Practice (CoP) Kennis voor beleid. De afgelopen weken ben ik druk in de weer geweest met inlezen, inpraten het maken van een plan van aanpak. Van Onno van Sandick kreeg ik het grondige en complete afstudeerverslag van Kim Walraven (EUR) die bestudeert had hoe de vele CoPs van RWS functioneren en hoe dat eventueel (nog) beter kan. Vooral het theoretisch kader van haar afstudeerverslag was zeer bruikbaar voor mij. Zo verwijst zij naar een artikel van een meneer of mevrouw Sandrock die een reeks kritsiche succesfactoren voor CoPs op een rijtje heeft gezet. Daar komen ze: duidelijke doelen, kerngroep, facilitator, leider, ondersteuning door lijnmanagement, participatie door leden, persoonlijke waarde voor leden, promotie van de community (door stakeholders), kwaliteit van de inhoud, kwaliteit van de deelnemers, sponsor, verbinding met de strategie, vertrouwen en gebruiksvriendelijke technologie. Oeps, dat wordt een niet mis te verstande checklist voor mijn Plan van Aanpak. 


vrijdag 22 juli 2016

Gelezen: Kennisabsorptie volgens AWTI

De Adviesraad voor Wetenschap Technologie en Innovatie heeft in opdracht van EZ en OCW een rapport  geschreven over kennisabsorptievermogen van NL kennisinstituten en bedrijven. Zeer de moeite waard om te lezen tot en met de analysehoofdstukken achterin het rapport aan toe. Kennisabsorptie gaat over het identificeren, het zich eigen maken en benutten van relevante (tacit) kennis. De AWTI vindt dat de verantwoordelijkheid voor het onderhoud van het kennisabsorptievermogen primair bij kennisinstituten en bedrijven zelf ligt. De overheid heeft daarbij wél - daar komt die weer - systeemverantwoordelijkheid. Het gaat daarbij vooral om faciliterende taken. Denk daarbij aan onderwijs (doen we vrij goed), vestigingsklimaat voor toponderzoekers (dat kan een stuk beter) en financiering van TO2 instituten als brug tussen kennisinstituten en bedrijven (krijgen steeds minder geld). Hoewel aangehaald wordt dat Nederlanders volgens LinkedIn de beste netwerkend ter wereld zijn, wordt juist het belang van echte samenwerking benadrukt. Dat wil zeggen samenwerking op basis van fysieke nabijheid, betrokkenheid, echt bij elkaar komen en samen ergens aan werken en het opbouwen van persoonlijke, langdurige contacten. Onbedoeld faciliteert het topsectorenbeleid dit juist weer minder dan met de good old FES-gelden. In de topsectorenfinanciering mogen bedrijven nauwelijks in kind (met gewerkte uren) bijdragen. Wat mij betreft een goede gedachte, maar medewerkers van bedrijven komen daardoor minder bij kennisinstituten over de vloer om ter plekke met wetenschappers samen te werken en zo in kind uren te maken. De AWTI adviseert daarom om de commissie die het geld verdeelt voor de grote onderzoeksfaciliteiten, op te dragen om bij de keuze voor te financieren faciliteiten extra gewicht toe te kennen aan die faciliteiten waarin bedrijven en kennisinstituten actief samenwerken.  Een ander advies dat wellicht een plekje kan krijgen in de stresstest rondom kennisinfrastructuur die IenM KIS samen met Rathenau wil uitvoeren, is het idee om bij studies expliciet responsief op kennisabsorptievermogen te gaan letten. Tenslotte is het goed te weten dat het met het onderijs in NL voorlopig wel goed zit, al zou er meer aandacht moeten zijn voor het bijbrengen van de zogenoemde 21d century skills zoals daar zijn sterk analytisch vermogen, probleemoplossende capaciteiten, creativiteit, en conceptueel, strategisch, maar ook praktijkgericht denken.


zondag 17 juli 2016

Innovatie: Duurzame lucht- en scheepvaart

Dit weekend in NRC een interview met het hoofd klimaatbeleid van Boeing. Een mevrouw die in een vroeger leven lobbyist was en nog steeds goed lobbinglish spreekt. Het interview-artikel schetst nog eens scherp dat Boeing en Airbus de altweeheerschappij hebben in de luchtvaart en zelf hun duurzaamheidsdoelen bepalen. Milieuorganisaties vinden die doelen niet ver genoeg gaan vooral omdat ze betrekking hebben op nieuwe toestellen en niet op bestaande vliegtuigtypen. Boeing verwacht de meeste resultaten van alternatieve brandstoffen maar verwijt overheden te weinig stimuleringsmaatregelen in te zetten. Overheden richten zich volgens Boeing liever op zonnepanelen en electrische auto's. Alternatieve brandstoffen kunnen wat prijs betreft nog niet concurreren met kerosine. Nu daar weet ik met een goedkope ticket vanuit Kopenhagen vliegend wel wat op: "accijns op kerosine". Dan ga ik de volgende keer met de electrische auto en de hybride ferry.


Strategie: NSOB/PBL sturingsstijlen toegepast op waterbeheer

Van de week was ik te gast bij mijn oud-collega's van waterkwaliteit. Ondanks het feit dat de ontmoeting plaatsvond in een atoombunkerachtige vergaderzaal op - 2, was het een aangenaam weerzien. Ze hadden PBL (Hanneke Muilwijk & Frank van Gaalen) uitgenodigd om te presenteren over watergovernance. Het rapport dan ten grondslag ligt aan de presentatie zit nog in het goedkeuringstraject, dus ik kan nog niet teveel verklappen. Maar in ieder geval gaf het juist plaatsen van waterkwaliteit in de sturingsstijlkwadranten ter plekke gelijk al flink wat discussie. Hoort waterkwaliteit nu linksonder (rechtmatige overheid) thuis gezien het legislatieve karakter van de Kaderrichtlijn Water en daarvoor de Wvo, of rechtsboven omdat het rijk zo open en harmonieus samenwerkt met de regio die ook flinke invloed heeft op het vaststellen van doelen? Tja voor allebei is wat te zeggen natuurlijk. Opvallend bij deze discussie is niet meteen de inhoud, maar veel meer de vigeur waarmee de collega's willen aantonen toch vooral rechts in het kwadrantenschema te zitten. Klaarblijkelijk is dat de place to be in tijden van participatie en Energieke Samenleving. Zelfs het gegeven dat de Wvo misschien wel de meest succesvolle milieuwet is geweest, levert maar weinig fans voor linksonder op. 




zondag 10 juli 2016

Kennis: Veranderen in 100 minuten en het geheim van de vermiste borrelkar

Donderdag gaf ik de 100 minutenversie van het seminar van Ben Tiggelaar over verandermanagement. Ondanks keiharde concurrentie van allerlei dirctieuitjes had ik toch nog 12 diehards bijeen gekregen. Die Ben Tiggelaar is een begenadigd spreker die zich met 300 dia's op lijkt te maken voor een 'death by powerpoint'-aanslag maar je dan toch een dag lang weet te boeien. Nu is ook 100 minuten voor de meeste collega's begrijpelijkerwijs al veel te lang, maar gelukkig was Ben Tiggelaar zo sportief om dia's en videomateriaal beschikbaar (vooral dat laatste hielp) te stellen om de lessen ook aan collega's te kunnen overdragen. Hoe dan ook het was een gezellig samenzijn zo met de collega's maar na 100 minuten waren we echt wel klaar voor de borrelkar. Die bleek wel in het systeem maar niet in onze zaal te staan, dus dat was een domper. Zelfs de heldhaftige bemiddeling van Evelien hielp niet omdat iedereen van de catering gewoon naar huis was. Hoewel een ontbrekende borrelkar wat minder zichtbaar is had ik een ontzetten deja vu gevoel bij de gedachte aan de masterclass waarbij de schalen bittergarnituur om 15.00 uur onder een laagje alufolie werden klaargezet om om 17.00 uur gegeten te kunnen worden. Jullie begrijpen ook toen wilde de catering gewoon lekker vroeg naar huis. Eind augustus plan ik een reprise in van de veranderen in 100 minutensessie. Hopelijk deze keer met borrelkar en als wiedergutmachung warme bittergarnituur. 



Kennis: Vraagkracht

Al eerder in deze blog heb ik het eens gehad over het belang van het stellen van de goede vraag. Deze week moest hier ik bij drie gelegenheden aan denken. Nu ja dan moet je daar natuurlijk even een blogbericht over schrijven. De eerste gelegenheid was de KIS-intervisie waar ik deze keer een soort van aan de beurt was om als moderator op te treden. De truuk bij een goede intervisie is het stellen van open vragen, zeg maar vragen die met een W of met H beginnen en die niet met ja of nee beantwoord kunnen worden. Nu is het verder niet echt ingewikkeld om als moderator van een intervisie op te treden, maar bij het er op wijzen als iemand onbedoeld toch een gesloten vraag stelt, voelde ik mij als een drukbezette politieagent. We geven ons zelf klaarblijkelijk niet voldoende tijd om aan beeld-en begripsvorming te doen en korten de route naar een welgemeend advies in door tussenoordelen in een geslotenvraag verpakt op de inbrenger af te vuren. De tweede gelegenheid was een brainstormend gesprek met de docenten van de leergang innovatie voor beleid over de mogelijkheid en wenselijkheid een speciale leergang voor managers te maken omdat zij vermeend  zo belangrijk zijn voor het geven van ruimte aan innovatieve medewerkers. Hier had ik zelf al wat teveel over het 'hoe' en het 'wat' nagedacht en vertraagden de docenten het gesprek om het eerst nog best wel lang over het 'waarom' te spreken. En de derde gelegenheid was toen ik dit weekend het NRC interview met Prinsens Laurentien las over haar Missing Chapter Foundation waarmee ze de denkkracht van kinderen en hun rol als change agent wil benutten. Kinderen, zo vertelde zij, zeggen vaak dat volwassenen steeds dezelfde drie denkfouten maken: ze vergeten waarom ze doen wat ze doen, ze nemen te grote stappen en ze slaan de eerste stap over.  Kinderen durven wél de zuivere 'waarom'-vraag te stellen, liefst 10 keer.