zondag 23 juli 2017

Gelezen: De succesillusie

De volgende Pinguïn Fred (15 augustus) gaat over de Succesillusie van Richard Engelfriet. Zijn boodschap is nogal ontluisterend; succes waarbij je afhankelijk bent van anderen is per definitie volstrekt onvoorspelbaar en daarmee niet maakbaar. Is dit boek nu het einde aller managementboeken en daarmee min of meer ook het einde van de o zo recent weer opgestarte IenM non-fictie boeken club Pinguïn Fred?  Nee, dat zou natuurlijk uitermate teleurstellend zijn. Maar het zou tegelijkertijdniet heel integer zijn om dit boek alleen al om deze redene een negatieve beoordeling te geven. Dat doe ik dan ook niet. Er zit ook teveel plezierige zelfspot in het boek om een gemene smash uit te lokken. Richard is namelijk een tot inkeer gekomen ex-managementgoeroe en weet waar hij vandaan komt. Maar net als bij ex rokers zit er hier en daar wel een doorgeschoten scherp randje aan. Dat neemt niet weg dat hij regelmatig goede punten heeft. Het boek leest dan ook als inleiding tot onderzoeksmethodologie en gaat in op de inherente zwaktes van zelfassessment-Vragenlijsten, het door elkaar halen van oorzaak en gevolg, selectiebias, enz, enz. Dit alles geeft ons volop inspiratie om op 15 augustus stil te staan bij de vraag welke slecht onderbouwde aannames onze eigen overtuigingen en die van onze werkorganidaties dringend aan ontmaskering toe zijn? 

Gelezen: de toekomst van de stad

Via een LinkedIn-groep over scenariostudies kwam ik terecht bij een mooie studie over de toekomst van de stad (zie link op www.futureagenda.org). Op basis van een reeks workshops over de hele wereld zijn gemeenschappelijke uitdagingen (migratie, ongelijkheid, duurzame groei), gedeelde ambities (gezondheid, bereikbaarheid, smart) en opkomende zorgen (veiligheid, klimaatadaptatie, samenwerking of competitie) in beeld gebracht. Het doet enerzijds soms van anekdotisch aan, maar anderzijds bevat het rapport ook een schat aan gegevens. Zo valt te leren dat de meest ongelijke steden in Brazilië liggen, dat het stedennetwerk in ZO China een soort van randstad in het groot is met ook een sterke behoefte aan snelle verbindingen, liggen de meest luchtvervuilde steden in Iran, India en Saoudi Arabië, (en is Beijing zeker niet de meest vervuilde Chinese stad), dat de beloopbare stad een wijdverbreide ambitie is, dat er veel aandacht voor ouderen in het verkeer is, dat Tokyo de veiligste stad is (met Amsterdam op een knappe vijfde plek, dat Guangzhou in China het grootste risico op overstromingen heeft enz enz. Nederland wordt verder nog wat overdreven op het schild gehesen waar het klimaatadaptatie betreft. De suggestie wordt gewekt dat NL volstaat met gebouwen die een overstroming kunnen weerstaan. In het hoofdstuk over samenwerking of competitie wordt verwezen naar de strijd om de BREXIT-banken. In het NRC staat daarover uitgelegd dat Amsterdam het verliest op bonusregelgeving en fiscaal regiem. Hier lijken (on)gelijkheid en vestigingsklimaat te clashen. Amsterdam's winst op bereikbaarheid blijkt in dit alles niet doorslaggevend te zijn ondanks de zeven minuten tussen Zuidas en Schiphol. 

Kennis: Gevoelsmatige en analytische risico's

Best een fascinerende bezigheid dat vergelijken van risico's. Van de week lieten ze in een talkshow fragmenten zien uit een nieuwe Netflix-documentaire What the Health over oa de gevaren van (bewerkt) vlees. Daarin wordt het jaarlijks aantal Amerikaanse doden door antibiotica resistente bacteriën  (oa via besmette kip binnengekregen) uitgedrukt als zeven keer het aantal doden van  9/11 en het aantal Amerikaanse doden als gevolg van hart- en vaatziekten als vier neerstortende jumbojets  per uur. Klaarblijkelijk maken dit soort vergelijkingen meer indruk dan het rapporteren van het kale getal. Het gaat hier om het onderscheid tussen een gevoelsmatige en  analytische beschouwing van risico's. Al in 2003 verscheen hierover een mooi RIVM-rapport Nuchter omgaan met risico's waarin risico's en vooral risicobeleving beschouwd worden als sociaal construct; een in de loop der tijd 'collectief' samengestelde formule die ons in staat stelt om te gaan met bedreigingen en onzekerheden van alledag. Dit construct bepaalt welk risico's gevoelsmatig acceptabel gevonden lijken te worden (sluimerend, beheersbaar) en welke niet (oa catastrofaal). Vandaar de voorliefde om sluimerende risico's om te rekenen naar rampen. Een ander voorbeeld daarvan stond dit weekend in de NRC over luchtverontreiniging in Amsterdam. Een vertegenwoordiger van Milieudefensie verzuchte daarbij "Zouden alle slachtoffers van luchtvervuiling maar eens op één dag sterven". 




zaterdag 15 juli 2017

Kennis: Pinguin Fred in schuttersstuk-opstelling


De eerste Pinguïn Fred-bijeenkomst in de Rijnstraat had wat tegenslag. We zaten niet alleen in zo'n ongezellige one size fits none vergaderzaal met een niet verplaatsbare en te grote vergadertafel, we kregen ook nog eens met geen mogelijkheid het geluid aan de praat. Terwijl de OMOOC videocollegereeks 'Werken vanuit de bedoeling' onder leiding van Sjoerd Jansen (DGRW)  zeker het bekijken - én beluisteren - waard was. De centrale boodschap van deze OMOOC is dat hulpstructuren het eigenlijke doel of bedoeling in de weg kunnen zitten. Zo kan de hulpstructuur 'doelmatige taakverdeling tussen helpdesks' de bedoeling 'hulp bieden aan vriendelijke collega's die het geluid niet aan krijgen' in de weg zitten als de toegesnelde helpdesker bij binnenkomst vaststelt: "Oh maar hier ga ik niet over".  Nu begreep deze vriendelijke helpdesker ook wel dat dit niet de bedoeling was en ging meteen - tevergeefs dat dan weer wel - aan de slag. Na  de hulpstructuur ‘groot scherm’ te hebben ingeruild voor de bedoeling ‘samen een videocollege bekijken’ hebben we met zijn allen achter één laptop naar het college van Wouter Hart (co-auteur van verdraaide organisaties) zitten kijken. Die vertelt over hoe hulpstructuren zoals protocollen en prestatie-indicatoren het verantwoordelijkheidsgevoel van medewerkers uithollen en de bedoeling uit het oog verliezen. In het gesprek daarover bleekt het besef dat binnen een grote organisatie als IenM verschillende bedoelingen om voorrang strijden. Dan kan het gaan om verschillen in bedoeling van een financiële afdeling of een HR-afdeling versus of een beleidsafdeling.  Het gaat hier ook om het balanceren tussen doelmatigheid en rechtmatigheid. Let vooral ook even op de historisch verantwoorde fotocompositie.

Kennis: Adaptieve stad, AWT en maatschappelijke uitdagingen

Vrijdagmiddag heerlijk gezwelgd in lezend uitstelgedrag. Eerst het fijn leesbare TNO postion paper Adaptieve stad gelezen van de mensen van het thema Leefomgeving. Ook daarin weer een net iets anders geformuleerd lijstje maatschappelijke uitdagingen (veilig en veerkrachtig, duurzaam gebruik, nieuwe technologie, duurzame leefomgeving en gezonde samenleving) waarbij verwezen wordt naar een lijvig TNO rapport Portfolioanalyse: kansrijke innovatieopgaven voor Nederland met vooral ook een methodenbijlage die zeer de moeite waard is. Daarin wordt een mensmoedige poging beschreven om moeilijk objectief te meten zaken als keuzes voor toekomstig innovatiebeleid toch te meten met inbegrip van dummy-variabelen en weegfactoren. In die zelfde bijlage wordt dan weer verwezen naar een AWT rapport uit 2013 Waarde creeeren uit maatschappelijke uitdagingen met een voor de topsectorendiscussie-insiders zeer amusante definitie van wat een maatschappelijke uitdaging is. Komt die: "Maatschappelijke uitdagingen zijn collectieve behoeften waarin onvoldoende of niet voorzien wordt door bedrijven". Sowieso een aardig rapport om er nog eens bij te pakken in de huidige tijden van transitiemanagement. Veel interessants over vormen van marktfalen en oa het belang van wet-en regelgeving daarbij, overheidsfalen door oa gebrek aan doorzettingsmacht, en de oproep dat vakdepartementen leiderschap moeten tonen op hun domeinen.

Strategie: Gezondheid als richtinggevend principe voor transportstrategie Londen

Met dank aan Arie Bleijenberg (TNO) en de retweetkoning kennisgenomen van de transportstrategie van Londen die nu open ligt voor consultatie. Opvallend is dat 'de gezonde stad' als dominant ontwerpend principe is gekozen. Dit is geoperationaliseerd in tien verschijningsvormen voor Healthy streets. Net als in NL is daarbij duidelijk sprake van nieuw elan voor lopen als modailiteit. Zo moet de voetganger van alle leeftijden zich veilig kunnen voelen, even kunnen rusten en beschut zijn tegen regen en wind. Het 'gezonde stad-wijk voor wijk-werk' in Utrecht dat RIVM onlangs presenteerde in de IenM Kenniskamer zou niet misstaan in Londen. Temeer omdat het nu aan de Londense megawijken of boroughs is de strategie te gaan implementeren. De strategie vormt ook een inspiratie voor MRDH en MRA omdat mooi de samenhang met klimaatadaptie, RO en baanbereikbaarheid wordt gezocht. Verder zijn bijzondere aanwezige: (1) de keuze voor de Zweedse Visionair Zero-aanpak voor verkeersveiligheid en (2) de felle kritiek op de mogelijke uitbreiding van Heathrow (meer mensen hebben daar last van geluidsoverlast dan die van de vijf grootste concurerende Europese luchthavens bij elkaar opgeteld). Een bijzondere afwezige is dan weer de zelfrijdende auto. En euh ligt het nu aan mij of lijkt de artist impression Londen 2041 wel heel erg op een Nederlandse provinciestad anno nu? Tip: undergroundlogo wegdenken. 






zondag 9 juli 2017

Kennis: Op bezoek bij het SWOV

Van de week op kennismakingsgesprek geweest bij directeur Petervan den Knaap van de Stichting Wetenschappelijke Onderzoek Verkeersveiligheid. Door mijn fietshelm op tafel te plaatsen gaf ik meteen groenlicht voor een uur rijkelijk gevuld veiligheidscollege. Dat van die 60% minder kans op hersenletsel had ik al uit de SWOV-factsheet gehaald en inmiddels veilig onder mijn helm opgeslagen. Goed en nuttig om van Peter een toelichting te horen bij de in het manifest verkeersveiligheid en bij de door hem in de SWOV lezing 2016 in voorgestelde aanpak. Vanuit theoretisch perspectief staat een interessante verwijzing naar Drifting into failure in de tekst van de SWOV lezing. Sidney Dekker, de auteur van dit boek, stelt dat elk succesvol systeem extra op moet letten wanneer drie zaken tegelijkertijd aan de hand zijn: (1) financiele middelen onder druk; (2) veel verschillende doelen die allemaal om aandacht vragen; (3) hoge verwachtingen van technologische oplossingen. Voor verkeersveiligheid zeker in huidige tijden van decentralisatie drie keer een kruisje. Peter is daarbij overigens blij met de risicogestuurde aanpak die IenM voor staat. Dan moet daarbij - in mijn eigen woorden - wel sprake zijn van een ambitieuze en niet vrijblijvende optelsom van weginrichting, snelheidslimieten, educatie, voorlichting, techniek en handhaving. We kunnen daarbij naar Zweden's zero vsion aanpak kijken en ondertussen doorgaan met wat we weten dat werkt, met maximaal gebruik maken van innovaties en met het liefst zonder al teveel gezichtsverlies corrigeren van evidente fouten (vb snorfiets zonder helm en spitsstroken op rechts).

Strategie: Water in de provinciale Omgevingsvisies

Vrijdagmiddag voor de Provinice Noord-Holland een bestuurlijke sessie geleid over de positie van water in de Provinciale Omgevingsvisie in wording. Als gastspreker vertelde de kersverse hoogleraar Arwin van Buuren over de mogelijkheden van uitnodigend bestuur. Ook onderwerp van zijn oratie -  naast ontwerpende bestuurskunde- dus een mooie gelegenheid om die nog eens light en doorspekt van watervoorbeelden tot mij te nemen. Waar de waterschappen de provincie begrijpelijkerwijs werkwoorden als regisseren, coördineren en sturen meegeven om randvoorwaarden voor water in de Omgevingsvisie te borgen, heeft Arwin het over verleiden, openstaan, invullen, verrijken enz. Arwin verenigt beide benaderingen in het concept van uitnodigend bestuur als tweebenig bestuur. Het linker been dat van de presterende overheid past bij de twee linker kwadranten uit het NSOB-model en heet exploiterend bestuur, het rechter been dat van de ontvankelijke overheid hoort dan weer bij de twee rechter kwadranten van het NSOB-model. Arwin wil zijn onderzoek oa gaan richten op de vraag hoe de zogenoemde pilot paradox te voorkomen bij het oefenen met tweebenigheid. De metafoor gaat daarbij misschien wat mank in het besef dat in de bestuurskunde het lopen op één been een stuk eenvoudiger is dan op twee. 




vrijdag 7 juli 2017

Strategie: Speelbal én de regie ferm in eigen hand!

In het hermetisch zwarte vertrekhalletje van de liften is het ondoenlijk om je géén speelbal te voelen. Tingels uit zes liften in met hoogte veranderende intensiteit gecombineerd met gehoorbeschadigende schrieks (piepjes) van de toegangspoortjes geven mij het onbehagelijke gevoel mij onder de dikke glasplaat van een flipperkast te bevinden. Toen een collega ook nog 'same player plays again' voor zich uit begon te mompelen wist ik dat ik niet de enige speelbal was. Dat is dan wel weer een fijn idee natuurlijk. Maar dat we niet alleen maar speelbal zijn bleek uit de Pinguïn Fred-bijeenkomst over het boek Wie heeft mijn werkplek gepikt? Voor de IenM-lezers is het verslag inmiddels beschikbaar op intranet xxx en voor de andere lezers bij mij beschikbaar! Ik moet je zeggen dat het fijn voelt zelf zoveel mogelijk zelf de regie te pakken. Voor mij betekent dat dat ik op vergaderdagen niet eens meer de moeite doe een werkplek te vinden. Verloren half uurtjes tussen vergaderingen door besteed ik dan wel aan met de koptelefoon op wegwerken van mailtjes, dan wel aan op sociale cohesie gerichte koffiegesprekjes. 


zondag 2 juli 2017

Kennis: Nog even terug naar kennisbenutten

DInsdag  hebben we weer een bijeenkomst van de CoP Kennis in het hart van beleid. Over de bijeenkomst van juni had ik het al eerder en schreef toen 'Ben ging oa in op voorwaarden voor kennisoverdracht bij kennisborging vanuit de zender en de ontvanger beredeneerd. Zo is het voor de leermotivatie van de ontvanger van belang dat zij/hij min of meer meteen wat met de nieuwe kennis moet kunnen doen in het werk.' Best abstract zo, maar ik heb nu de dia's binnen dan gaat het wellicht wat meer leven. De dia laat mooi zien aan hoeveel voorwaarden zender en ontvanger moeten voldoen om kennis te kunnen overdragen. Die absorptie capacity en de al eerder genoemde voorwaarde om direct wat met de kennis te kunnen doen als ontvanger, maakt dat 'weten hoe' (vb hoe moet je stakeholders betrekken in jouw programma) kennis zo verdraaid lastig is over te dragen.


Innovatie: aan de slag in de RIjnstraat - tussenoordeel

Van de week dus met het werk verhuisd naar de RIjnstraat. Daar hoort om te beginnen een groot compliment bij voor de collega's die met de uitvoering belast zijn. Er wordt namelijk ongelovelijk veel moeite gedaan om je een beetje door de onwennigheid heen te helpen. Het begon al in de fietsenkelder waar ik vanuit de schermering vriendelijk welkom werd geheten door iemand die mijn coachte bij het wegzetten van mijn fiets. In het gebouw zelf mocht ik eerst een keycord in ontvangsten nemen en plattegrond aannemen. De vriendelijke beveiliger hielp mij door de dubbele toegangspoortjes en de Lift Walker legde mij uit dat ik de lift aan de buitenkant moest bedienen. Op mijn werkplek aangekomen was ik 1,5 maand na uitgifte van mijn laptop natuurlijk allang weer vergeten hoe ik dat ding aan moest sluiten. Maar alvoor ik dat andere F-woord uit kon spreken stond er al een blauwe en een groene Floor Walker klaar om mij te helpen. Toen ik in de lockerloterij uit nog prompt de grootste locker won, leek mijn dag niet meer stuk te kunnen. Maar dat laatste bleek toch te kunnen toen duidelijk werd dat mijn chromebook een wat los-vaste relatie met het WIFI netwerk was aangegaan (Wordt aangewerkt en in de trein met telefoon als hotspot doet ie het geweldig!) Langer dan vijf minuten aan één stuk doorwerken zat er niet in. Dat lukte van alle nieuwe indrukken toch al niet echt want het leek wel of ik in een tweede Centrum voor Beeld en Geluid terecht was gekomen. Vanuit alle ooghoeken zag ik mensen langslopen en vanuit alle oorhoeken hoorde ik flarden van gesprekken. De komende weken gaan leren of ik hier al dan niet met koptelefoon en oogkleppen aan ga wennen of dat ik er voor moet opteren alleen nog voor afspraken en gezelligheid (ik bedoel natuurlijk sociale cohesie) op kantoor te komen en al het productiewerk in mijn thuiskantoor te doen. 

Kennis: Terugvallen op geschreven geschiedenis

Deze week is ook DGB-collega Rob Schouten met pensioen gegaan en zo vertrekt 40 jaar mondelinge mobiliteitsgeschiedschrijving uit het gebouw. Nu zijn er toch andere mensen om geschiedenis verhalen op te halen, maar ik voel me toch wat teruggeworpen op de geschreven geschiedschrijving. Dan is het geen straf om het al eens eerder gehaalde Rathenau-boek Cultuur en mobiliteit er bij te pakken en dan met name de stukken van Peter Peters. Interessant om te lezen hoe weken na de val van het kabinet Lubbers in 1989 (gevallen over afschaffen reiskostenforfait) het Nationaal Milieubeleidsplan gepresenteerd werd op een smogrijke dag. De vier jaar daarop was onder Minister Maij-Weggen het mobiliteitsprobleem vooral een milieuprobleem. Met de komst van Minister Jorritsma werd het mobiliteitsprobleem instantaan een congestieprobleem en deed bereikbaarheid als probleemdefinitie zijn intrede. Peters heeft het in zijn hoofdstuk (1998) al over 'vacuümbuizen onder de grond waardoor mensen in een buizenpostsysteem van hier naar daar flitsen'.