zondag 28 april 2019

Lezing: DCO/BIT bühne Duurzaam denken is nog geen duurzaam doen

Eerder deze maand een zeer goed gevulde multipurposeroom voor de lezing van Peter Kanne over het I&O rapport Duurzaam denken is nog geen duurzaam doen. Hoewel ik het rapport al behoorlijk stuk gelezen en geblogd heb, heb ik toch weer nieuwe dingen gehoord. Zo liet Peter een mooi nieuw plaatje zien waaruit bleek dat het -ondanks krantenkoppen - niet zo is dat de mensen die het meest duurzaam denken het minst duurzaam doen. Ook een mooie vinding vond ik om level playing field niet alleen te gebruiken voor bedrijven maar ook in de context van burgers. Als burger vergelijken we,  al dan niet bewust, ons eigen gedrag met dat van (nabije) anderen. Als we in ons eigen handelen echt veel duurzamer worden dan van de anderen, kunnen we last krijgen van het gekkie-henkie-effect en worden we minder duurzaam. Peter concludeerde dat de we als overheid niet hoeven te verwachten dat de burger uit zichzelf iets gaat doen. Wat hem betreft dus: vertel de burger wat er aan zit te komen, kom door met wet- en regelgeving en zorg voor dat level playing field. En bedenk de scepsis neemt toe dus zorg ervoor dat ook behoudende en armere burgers mee kunnen komen.
Na een mooie beleidsreactie van Mariette van Empel programmadirecteur Duurzame Mobiliteit was het tijd voor de stellingen discussie. De resultaten - met een grove percentageschatting van mijn kant - laten zien dat het publiek bij de eerste stelling nog een beetje warm moest lopen, maar dat de antwoorden daarna toch een stuk beter werden :-)



BIT bühne: Goda Perlaviciute over ecological self image

Tijdens en na het tweede BIT directeurenoverleg was Goda Perlaviciute (RUG) te gast voor een dubbeloptreden; eerst een sneak prehear in het directeurenoverleg en vervolgens een volledige lunchlezing. Vanwege het grote aantal toehoorders moesten we voor de lunchlezing uitwijken naar de zwarte trappen op de Rijnstraat, die eigenlijk best een sfeervolle entourage boden (en als bonus een houten achterwerk :-). Goda bestudeert emoties en weerstanden rond transities en weet daar aan de hand van een groot aantal voorbeelden mooi over te vertellen. De IenW-collega's kunnen een uitgebreid verslag teruglezen op intranet. Voor de kortlezers en geinteresseerden van buiten haal ik even één meenaarhuisneemboodschap uit de lezing van Goda. In de figuur is een model te zien dat milieuvriendelijk gedrag laat voortkomen uit environmental self identity. Een identiteit die deels gevormd wordt door een min of meer onveranderlijke waardepatroon dat biosferisch kan zijn, maar vaker ook helemaal niet. Maar het goede nieuws is dat die identiteit ook gevormd wordt door eerder gedrag. Het wenkend perspectief daarbij is dat je door te benadrukken wat mensen al goed doen, de environmental self identity kan versterken opdat mensen nog meer milieuvriendelijk gedrag ten toon spreiden passend bij hun versterkte identiteit. Klinkt goed toch? Maar dan moet ik nog wel eens doorvragen naar hoe het dan zit met een andere menselijke neiging, namelijk die van compensatie. In de literatuur wordt ook beschreven dat  mensen die bijvoorbeeld afval scheiden of flexitariër zijn daarmee verantwoorden dat ze best naar Nepal kunnen vliegen.... of Amerika. 

Geluk & het meten van welvaart

Woensdag speciaal van verlof teruggekomen om bij de lancering van het ESB-dossier 'Meten van welvaart' te zijn. De organiserende PBL-collegas hadden de zaal tot de nok toe gevuld gekregen. De samenkomst deed nogal statisch aan, maar het dossier - dat al bij binnenkomst klaar lag - maakte dat er veel interessants te lezen viel. Het artikel van Ruut Veenhoven ( 'Kijk voor welvaart gewoon naar het aantal gelukkige levensjaren') sprak mij het meeste aan. Gelukkige levensjaren krijg je door levensverwachting te vermenigvuldigen met het gemiddelde rapportcijfer voor geluk gedeeld door 10. Costa Rica scoort dan het hoogst (8,5/10) x 79,9 = 67,9. Nederland komt met 61,7 op een 11e plaats. Als ik dan zelf even de segmentatie van SCP toepas met een gevestigde bovenlaag die een 8,1 scoort voor geluk, een precariaat met een 6,3 en de onzekere werkenden met een 6,1... En daarnaast rekening houd met de ongeveer 8 jaar kortere levensverwachting van arme Nederlanders.....Nou dan kom je voor deze mensen uit op een score van rond de 45 tussen landen als Oezbekistan, Turkije en Vietnam. Veel van de andere artikelen in het dossier, net als overigens de discussies tijdens de lancering, bleven voor mijn gevoel toch een beetje hangen in methodologisch gekissebis. Gekissebis dat er vooralsnog toe geleid heeft dat we al decennia lang in de status quo-bias van het BBP blijven hangen. De gespreksleider probeerde nog dapper de vraag beantwoord te krijgen:  “Welk beleid hadden we met het oog op brede welvaart achteraf beter niet kunnen toepassen?” maar dat lukte haar met de panelleden niet. Toen ik verwijzend naar The Origin of Happiness en Nieuw Zeeland een deel van het antwoord van Veenhoven in de groep gooide; 'bezuiniging op geestelijke gezondheidszorg', werd dat wel heel makkelijk terzijde geschoven. Ook tijdens de borrel bleek dat mensen een soort van intuitieve moeite hebben met geluksmetingen. Ter plekke, maar ook in het dossier zelf wordt geluk toch vooral als een persoonlijke keuze gezien, waar de overheid niet op zou moeten willen sturen. Dit lijkt me verwijdbare gemakzucht,  zoals ook mooi onder woorden gebracht door Malou van Hintum . Ook na dit geklaag lijkt is het sowieso wél een goed idee om bij de voorbereiding op een volgend kabinet, beleidsopties door de CBS brede welvaartsmonitor heen te halen.