zondag 29 januari 2023

Gelezen: Paul Schenderling. Er is leven na de groei

In 2020 publiceerde Thomas Piketty zijn boek Kapitaal en ideologie met ver weggestopt vanaf pagina 1073 wat voorstellen voor belastingmaatregelen. De meeste mensen komen niet zover in zijn boeken, maar Paul Schenderling blijkt uit het goede leeshout gesneden te zijn. Piketty stelt drie alternatieve varianten voor die de ruggengraat vormen van Schenderlings' boek (daarin al vanaf pagina 27):

(1) Een soort van CO2-uitstoottegoedbonnen als een individueel CO2 budget. Schenderling vindt deze niet echt geschikt omdat er vaak bij gedacht wordt - hoewel Piketty dat niet voor ogen had - dat deze tegoedbonnen verhandelbaar zijn. Dan ontstaat al snel het idee dat rijken eenvoudig de rechten van minderbedeelden opkopen. Dat dit niet goed valt heeft Barbara Baarsma al ondervonden;

(2) Het integreren van CO2 belasting in progressieve inkomstenbelasting. Concreet wordt hierbij een CO2 belasting op producten ingevoerd waarbij vervuilende producten of productcategorieën hoger worden belast. De belasting wordt met enige regelmaat verhoogd passend bij het tempo dat nodig is een CO2-neutrale samenleving te bereiken. Via een reductie op de inkomstenbelasting wordt het zó uitgebalanceerd dat de koopkracht van de meeste groepen (de 90% minst verdienenden) behouden blijft. 

(3) Een progressieve CO2-belasting op het niveau van de individuele consument met een maximum toegestane individuele CO2 uitstoot. Best ingewikkeld maar het systeem moet door banken worden bijgehouden zoals de nu ook je eindejaarssaldo aan de Belastingdienst doorgeven. Digitale Productpaspoorten moeten voor de getalsmatige basis zorgen. 

Schenderling vindt systeem 3 ook best ingewikkeld en kiest voor nu voor systeem 2 (iets minder precies, maar wel beter uitvoerbaar). Overigens vindt Schenderling dat we ook niet te krampachtig over het absorptievermogen van de Belastingdienst moeten denken: de problemen bij de Belastingdienst zijn wat hem betreft grotendeels het gevolg van jarenlange bezuinigen op de uitvoering en kunnen bij voldoende investeringen ook weer opgelost worden. (Dat heeft een jonge slimme ASA-collega ook al eens geopperd). 

Briljant aan de herontdekking van Piketty is dat het de spotlight niet langer meer alleen op de productie richt, maar juist ook op de consumptie, om zo een halt toe te roepen aan dweilen met de kraan open. Hoewel Schenderling aangeeft dat het de voorkeur heeft dit alles Europa-breed in te voeren, is een bijkomend voordeel dat je hier als Nederland in voorop zou kunnen lopen zonder het Nederlandse producenten moeilijk te maken. Het level playing field  blijft immers intact (misschien geldt dit in mindere mate voor winkels in de grensregio's bedacht ik me nog). 

Toegepast op mobiliteit - daar wijdt Schenderling ook een hoofdstuk aan - betekent dit dat je als overheid flink en big bang-achtig in OV en deelmobiliteit moet investeren en dat je tegelijkertijd met de CO2-belasting zorgt dat deze modaliteiten relatief goedkoper worden dan de privé-auto. 

Schenderling heeft net als Jason Hickel hekel aan reclame en geplande veroudering, maar komt met zijn uitgewerkte CO2-belasting een stuk dichter bij praktische uitvoerbaarheid.  

Het lezen en wellicht ook het navolgen waard. 



   

    

   

Pinguïn Fred leest Professioneel reflecteren. werkervaringen omzetten in beter handelen

Hoewel Professioneel reflecteren bij de laatste Pinguïn Fred-bijeenkomst de meeste stemmen kreeg bij de boekselectie, is het boek niet echt een voltreffer te noemen. De titel maakt nieuwsgierig, maar de uitwerking in het boek is uitermate droog te noemen. Het leest als een handleiding (is het denk ik ook :-)) met veel aandacht voor taligheid. Zo wordt ontzettend belangrijk gedaan over het onderscheid tussen evalueren en reflecteren en tussen snappen en denken. Maar of je hier als lezer nu echt mee geholpen wordt...?. Op driekwart van het boek komt de aap wat uit de mouw: het boek is geschreven door leerbegeleiders die andere leerbegeleiders (supervisoren) trainen. Ik blijk dus helemaal niet tot de doelgroep te behoren. Nu ja toch maar even bezien of er nog iets instantaan bruikbaars instaat. Even over dat reflecteren en evalueren; in het eerste geval gaat het om de vraag: "Wat deed ik precies?", in het tweede geval om de vraag: "Deed ik het goed?". En wat ik ook wel aardig vond was de typologie van reflecties die je toe kunt assen op een werkbaar aangrijpingspunt (het ervaringsmoment) namelijk: (1) contextreflectie: focus op de situatie en invloeden vanuit de omgeving: (2) handelingsreflectie: focus op kwaliteit van het eigen professioneel handelen: (3) persoonsreflectie: focus op onderzoek naar de waarden, normen, vakopvattingen en belangen; en (4) pre-flectie: focus op verbetersuggesties en voornemens; (5) leerreflectie: focus op leervermogen, de wijze van leren van een ervaring. Benieuwd te horen hoe de andere lezers op het boek reflecteren tijdens de Pinguïn Fred-sessie van dinsdag a.s. 




zondag 22 januari 2023

Sprankelende biodiversiteitsideeën van de Nationale Denktank

Toen we enige maanden geleden de mensen van de Nationale Denktank (NDT) bij ASA op bezoek hadden, was ik nog niet zo onder de indruk van de toen in mijn ogen vaak nog wat über institutionele concept-oplossingsrichtingen (zoals een Minister voor Biodiversiteit). In het onlangs verschenen uitbundige eindrapport hebben de meeste van de tien gepresenteerde oplossingsrichtingen ondertussen een hoog sprankelgehalte mee gekregen. De oplossingen richten zich naast bouwen voor biodiversiteit en stimuleren van de overheid als voorloper en aanjager van biodiversiteit op (1) activeren van de NL burger. Na 81 interviews en een door 1267 NL’ders ingevulde enquête concludeert de NDT overtuigend dat NL’ders veelal niet weten wat biodiversiteit is en als ze het wordt uitgelegd weten ze niet dat het er slecht mee gesteld is. Het is een verademing om te lezen dat ze volgorde:  “actie/gedrag —> bewustzijn —> kennis vergaren —> meer actie/gedrag” goed begrepen hebben (zie oplossing 2,7,9); en (2) voedselproductie met biodiversiteit. Naast true pricing is het wat de NDT betreft zaak dat boeren de kans krijgen kennis te ontwikkelen over natuur-inclusiefve methodes en dat ze hun kennis niet alleen krijgen van partijen die ze kunstmest, voer of pesticiden willen verkopen (zie ook oplossingen 1,5,8,10). Op iedere actie zitten een aantal NDT-denkers die graag met partijen wil samen werken om de sprankeling verder tot wasdom te brengen (Weet ze te vinden!!!). Ook goed te weten…prive bijdragen aan biodiversiteit werkt vooral door minder of geen vlees te eten. Wereldwijd gaat namelijk veel biodiversiteit verloren door het omzetten van natuur inlandbouwgrond om daar dan vervolgens veevoer te verbouwen. En speciaal voor mij ook nog eens drie praktische tips voor mensen met een klein balkon!





Hoe en met wie te overleggen als meestribbelaars de boel ophouden?

Weer zo'n prachtig filosofisch tot denken aanzettend en bij vlagen toch ook praktisch boekwerkje van NSOB gelezen: "Overleg in beweging - 30 jaar overleg tussen overheid en samenleving in de fysieke leefomgeving. Martijn van der Steen en collega's duiden het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving als neo-corporatistisch systeem van georganiseerd overleg tussen overheid en specifieke belangenorganisaties die beschikken over een representatief monopolie. Idee daarbij is dat organisaties zorgdragen voor de disciplinering van hun achterban in ruil voor invloed. Daar zitten veel voordelen aan al geven de auteurs ook aan dat de democratische basis ervan per definitie omstreden is. Een ander in het boekje mooi uitgewerkt nadeel is dat bestaande overlegstructuren door gevestigde partijen vaak benut worden om  mee te stribbelen. Waarbij het o zo lelijke meestribbelen mooi is gedefinieerd als "schijnbaar meedoen, maar ondertussen die betrokkenheid in het proces aangrijpen om zoveel mogelijk tegen te werken, zonder dat dat openlijk zichtbaar is". Omdat dat laatste niet altijd slaagt denk ik dat een ieder die dit leest afhankelijk van het werkdomein spontaan de afkortingen van sommige partijen in het maatschappelijke middenveld  voor ogen ziet. Bezien vanuit de DRIFT X-curve bevinden de tafels van dit soort overlegstructuren zich links boven bij 'optimaliseren'. Voor de organisatoren van overleggen valt het overigens nog helemaal niet mee dit te doorbreken al was het alleen maar omdat partijen van belang voor de opbouwcurve vaak amper verenigd zijn in verbanden om mee te overleggen. Bovendien zijn deze partijen vaak veel te druk met innoveren en het ontwikkelen van levensvatbare business modellen om zin te hebben in overleg. NSOB laat het verder aan OFL en andere overlegstructuren om hier slimme oplossingen bij te bedenken. Als zoekrichting denk ik zelf aan het goed zicht houden op interessante oppoppende partijen in de opbouwcurve en die vervolgens zo laagdrempelig  betrekken door zelf naar ze toe te gaan. Over het actief buiten de deur krijgen van meestribbelaars heb ik al eens eerder geschreven (zie link) al blijft dit voor een door de overheid georganiseerd overlegorgaan lastig te verwezenlijken lijkt me.  



Lezersoproep: mail me jouw blik op het di-do-di-lemma

Van de week had ik een nuttige en ook heel gezellige bijpraat met Hugo van de Coalitie Anders Reizen. Daar overwegen ze zich te gaan verdiepen in de dinsdag en donderdag-piek op kantoren (en daarmee vast ook op de weg en in de trein, toch?). Ook bij ons op kantoor is die piek zondermeer zichtbaar en in vergelijking met pre-corona lijkt die ook een stuk meer afgetekend te worden. Best een interessant onderwerp, al is het alleen maar omdat ik er nog niet helemaal uit ben in hoeverre het wenslijk en kansrijk is dit verschijnsel aan te pakken. Het kost me namelijk ook weinig moeite wat voordelen te bedenken van de piek. De trefkans de overwegend hybridewerkende collega's fysiek op kantoor te treffen neemt bijvoorbeeld toe als collega's massaal besluiten op de dezelfde weekdagen naar kantoor te komen. Omgekeerd kom ik met mijn voorliefde voor een rustige werkplek enorm aan mijn trekken op de rustige vrijdag, de woensdag en in mindere mate de maandag. Met de zitplekken op kantoor gaat het momenteel zelfs op de di en do nog vrij goed. Met het reserveren van vergaderzalen is het inmiddels wel naadje op de dinsdag en donderdag. Ook (of mede daarom) moet ik tegenwoordig op een gemiddelde dinsdag en donderdag (vooral de di beeld ik mij in) vaak kiezen uit twee of drie parallelle werksessies die in potentie alle bere-interessant zijn. 

Tot zover mijn lichte aanraking van de (on)wenselijkheid van de piek, blijft over de kansrijkheid. Als ik alleen in mijn eigen team en directie kijk dan zijn de niet-werkdagen en de halve thuiswerkdagen enigszins netjes verdeeld over de ma, wo en de vr. Dat betekent dat je voor een teamoverleg uitkomt bij of de dinsdag of de donderdag. Ander voorbeeld, de eerst tussen de maandag en de donderdag variërende verplichte kantoordag van mijn directie is is inmiddels exclusief aan de donderdag toegewezen.  Ongetwijfeld ook om de opkomst te vergoten. Zelfs als je het al zou willen....zou je collega's echt willen dwingen hun werkdagen aan te passen? 

Zoals al in de titel aangegeven reuze benieuwd naar hoe jullie tegen de wenselijkheid en de kansrijkheid van het aanpakken van de di-do-piek aankijken. Over een paar weken breng ik jullie reacties samen en geef deze geanonimiseerd mee aan Hugo als kwalitatieve data voor verder onderzoek. 




zondag 15 januari 2023

Filantropische hoofdbrekens

Laat ik beginnen met toe te geven dat ik nogal een belabberde track record als filantroop heb. Maar goed ik voelde dermate veel moreel ongemak met de twee keer €190 tegemoetkoming in energiekosten voor de maanden november en december dat ik er toch aan moest geloven van mezelf. Maar ja hoe dit uit te geven voor de goede zaak? En o ja, welke goede zaak? Door het lezen  van dit artikel in Vrij Nederland (zie link) was ik hevig ontmoedigd voor het toepassen van effectief altruïsme omdat het zou kunnen leiden tot eliminatie van systeemkritiek en een al te koele boekhouders mentaliteit. Dat moest dus anders. Nu ja, toch maar eerst weer gegrepen naar de klimaataflaat. Eerst naar Milieucentraal (zie ook eerder blog over rekenprogramma's link) om daar de CO2-voetafdruk van ons huishouden te bereken voor 2022 (10,3 ton voor tweepersonen). Vervolgens op datzelfde Milieucentraal op zoek naar een compensatieprogramma. Ondanks het mooie overzicht van Milieucentraal zie je als snel door de aangeplante bomen het aangeplante bos niet meer. Er bleven er drie over waar je handmatig je eigen tonnage in kunt vullen. Uiteindelijk iene-miene-mutte-achtig gegaan voor het FairClimateFund waar je voor  €21,18 per ton mensen in India schoon kan laten koken op biogas. De snelle rekenaars en de koele boekhouders onder jullie hebben natuurlijk al berekend dat je daar niet mee op de €380 komt. Daarnaast daarom een bijdrage voor het gevluchte Armeense gezin waaraan mijn vrouw NL taalles geeft en voor onze vrienden in Oekraïne. Nu ja veel stelt het nog niet voor. Heb nog een lange weg te gaan voor ik lid mag worden van de altruïsten van de 10% club (bron: Our pledge · Giving What We Can ). 



    

21 krantenpagina's over (pogingen tot duurzame)kleding

In de vorige NRC weekend maar liefst 21 pagina's over kleding. Ondanks heldhaftige pogingen het beter te doen blijft het kledingdossier een nogal groot 'dweilen met de kraan open'-gehalte hebben (zie ook eerdere blogs  link en link). Niet zo gek dus dat in het slotartikel het principe van de 'actieve' hoop bedreven wordt: het betoog voor verandering blijven herhalen opdat een groeiend aantal medestanders de 'verandering' via 'verwachting' tot 'eis' omvormen. Tot die tijd wat bevindingen uit de 21 pagina's:

  • Twee keer worden (gedrags)studies van IenW aangehaald. Check!
  • De enorme groei van de kledingindustrie zit ontzettend in de weg. We kopen nu twee keer zoveel kleding dan in het jaar 2000. 
  • Nieuwe dingen maken,  maar dan beter kan nooit een oplossing zijn. het meest duurzame kledingstuk ligt al in je kast.
  • Dat gezegd hebbende.... als je iets koopt koop dan iets wat uit één materiaal bestaat en makkelijk uit elkaar gehaald kan worden. 
  • Keurmerklabels helpen niet. Vlaams onderzoek en onderzoek van de ACM laat zien dat consumenten (als ze het label al lezen) het label vaak onduidelijk vinden en twijfelen aan de geloofwaardigheid. Het Vlaamse onderzoek liet verder zien dat consumenten wel willen kiezen voor duurzaamheid, maar zich daar niet naar gedragen. 
  • Om de tweedehandsmarkt te laten groeien moet kopen, toegankelijk, makkelijk, snel en veilig zijn. Dat is een uitdaging. Fast fashion wint vooralsnog vrij makkelijk op deze criteria.
  • Mirella Soyer van de Hogeschool Rotterdam maakt een mooie doelgroepsegmentatie op basis van 2000 geënquêteerde  (niet)kopers van tweedehandskleding: 14% duurzame koplopers, 40% wannabe's (maken zich wel zorgen om klimaat, maar vinden het lastig dit in daden om te zetten), 33% thrifty consumers (de zuinige groep) en 14% klimaatsceptici (onverschillig over klimaat). 
  • Het Chinese ultra fast fashion Shein wordt door insiders als een grote boosdoener gezien. Naar verluid verkopen ze kleding van lage kwaliteit die snel uit elkaar valt. Ze zijn inmiddels wel drie keer groter dan Zara, de uitvinder van fast fashion
  •  Soyer roept de EU op de import van vervuilende textiel extra te belasten. 
  • Anna Bosshard klimaat- en sociaal psycholoog doet promotie-onderzoek aan de UvA over de psychologie van consumptiegedrag. Zij vermoedt dat consumenten reparatie teveel als gedoe zien.  Zij wijst verder op de tegenstelling tot duurzaam denken en duurzaam doen en de invloed van inkomen daarbij (zie ook link)
  • De Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV)-doelen die binnenkort van kracht worden oogsten zowel lof als kritiek. Idee van de voortschrijdende verplichte recyclingspercentages voor kleding wordt toegejuicht. MVO Nederland vindt echter dat we meer op preventie in zouden moeten zetten (dus minder kopen en true pricing).
Waarschijnlijk gaat het Project Start-Up-team die textielhelden van DLCE en Rijkswaterstaat eind januari bijstaan bij het ontwerpen van de plannen voor de komende jaren. Dat hebben we in 2019 voor het eerst gedaan (zie foto).







 

zondag 8 januari 2023

Goede voornemens 2023: de kracht van vriendelijkheid

Het leesjaar begonnen met het boek Vertroostingen van de Vlaamse psychiater Dirk de Wachter. De Wachter is sinds enige tijd niet alleen arts maar ook patiënt: hij heeft uitgezaaide darmkanker met een bijpassende beperkte overlevingskans. Hij is gegrepen door de haast onbegrijpelijke Franse filsosoof Levinas die spreekt van het belang van 'het kleine goede'. Zeker als patiënt ondervindt De Wachter het grote belang hiervan. Een glimlach, een hand, een schouderklop. Iets heel klein menselijks, maar iets dat zo wezenlijk is voor het menselijk bestaan. In enkele woorden is dat de basis van mens-zijn. Aanraking de nabijheid van de mens, als troost die zich buigt over verdriet of troost die je overvalt. Dirk de Wachter roept ons dan ook op vriendelijkheid niet als iets halfzachts weg te zetten. Vriendelijkheid is niet onnozel.   

Mocht je nog beter willen worden in vriendelijkheid dan biedt deze podcast over weak ties  (luister link) een mooie handreiking. Daarin een mooie beschrijving van de kracht van tiny interactions in de lift, bij de koffiedame en met de buschauffeur. 



 

The best of ....blogs 2022: dwarse denkers & de beste boeken

Niet te geloven maar er is al weer een jaar voor bij. Hoog tijd om weer eens een thematische best of van 2022 te maken. 

Laat ik beginnen met het thema dwarse denkers. Ook in 2022 aan blijmoedige dwarse denkers geen gebrek:

  • Een gouwe ouwe is natuurlijk Derk Loorbach. Wat minder prominent te gast bij IenW dan in voorgaande jaren al is de X-curve (zie link) natuurlijk nog steeds actueel. In januari 2022 trad Loorbach op in de zeer waardevolle reeks Critical Review Sessies tb de Mobiliteitsvisie (zie link). wat Loorbach betreft meten we stoppen met conservatieve innovatie. Innovatie die het huidige regime niet uitdaagt. Om die uitdaging wel te creëren is het zaak met uitdagende eindbeelden te werken als richtpunt voor missiegedreven innovatie. Als voorbeeld noemt hij  'stad zonder (privé) auto's'. 
  • Dit uitdagende eindbeeld vormt een mooi bruggetje naar Geert Kloppenburg (zie link en link). Zelf ben ik nogal gegrepen door zijn eindbeeld 'terug naar 4 miljoen auto's waarvan 1 miljoen deelauto's'. Ook al ben ik (nog) niet bekend met de getalsmatige invulling, een eindbeeld als dit geeft zoveel meer gerichte energie dan vaagtaal als pak h'm beet 'het afremmen van de groei'. 
  • Ook nooit te beroerd ferme uitspraken te doen zijn Carlo van de Weijer en Maarten Steinbuch (zie link). Ze worden door Kloppenburg dan wel teveel techno-optimisme verweten, maar ze aarzelen geen seconde de hyperloop, de zelfrijdende auto en urban air mobility af te serveren. 
  • en last but not least nog een eervolle vermelding voor oud-collega Hans Jeekel (zie link) die oa de opgave formuleert om de bezettingsgraad in de auto en vrachtauto fors naar boven te krijgen. 

Voor wat betreft de beste boeken zal ik mij beperken tot één 'fictie' en één non-fictie boek:  

  • The Ministry for the Future (zie link) is op verontrustende wijze bij mij binnengekomen en niet meer weggegaan. Op de flap van de paperback versie noemt  iemand het 'De beste science fiction non-fictie roman die ik ooit gelezen heb'. Dat lijkt me een passende kwalificatie. Mocht je bang zijn dat lezen een klimaatdepressie oproept....het loopt wél goed af. 
  • Four thousands weeks. time management for mortals (zie link) is een prachtig anti-timemanagement boek dat ik er regelmatig weer even bij pak. Over hoe we tijd als losse entiteit zijn gaan beschouwen en niet meer als het medium waarin ons leven zich ontvouwt. 

Het laatste boek gaat ook over the Joy of Missing Out. Ben je daar niet van check dan ook vooral nog even de blogs over het advies van gedragsexperts (zie link) over ons klimaatbeleid en die over prachtige OECD rapporten die aan het denken zetten (zie link en link).