zondag 24 november 2019

Gelezen: Pleidooi tegen consumentenactivisme

Mooi stuk in Vrij Nederland (met dank aan Peggy Schyns (SCP) voor de tip)  dat prima aansluit bij de individuele verantwoordelijkheid versus systeemkritiek- discussie van tijdens de klimaatdraken-bijeenkomst. Stelling van Roxane van Iperen is dat de 'duurzaamheid is een keuze'-types die consumentenactivisme bedrijven en anderen de maat nemen een zijweg bewandelen die niet alleen te weinig bijdraagt maar ook een snelle, zinvolle aanpak van klimaatverandering in de weg staat. Het beoogde mechanisme van consumentenactivisme is dat het bedrijven beïnvloedt vanuit de gedachte 'corporations sell what people buy'. Wat Roxane betreft is dat een cruciale denkfout. De meest vervuilende industrieën zijn namelijk zo vervlochten in ons bestaan dat consumentenactivisme niet kan werken. En daar heeft ze natuurlijk een punt zeker in tijden waarin tegenkrachten het politiek tij mee lijken te hebben. Natuurlijk haalt zij daarbij Trump aan maar ook de vijftig grootste oliebedrijven die de komende 10 jaar alleen nog maar meer olie op gaan pompen met Shell op nummer 1 dat de productie met 35% ophoogt (de green paradox in actie). Ook deze mooi en rake zin wil ik jullie niet onthouden: "Terwijl burgers onderling de pijlen op elkaar richten, versterken de meest schadelijke industrieën jaarlijks hun macht en leunen overheden in hun klimaatakkoorden steeds meer op de trend van individuele verantwoordelijkheid."  Ondertussen is het - en dat vindt de schrijfster ook - dik OK als je eigen voetafdruk onder de loep neem, maar dan wel zonder te oordelen over anderen. De zo groeiende environmental self awareness - denk ik dan - kan je dan weer mooi inzetten om te strijden voor wat echt nodig is: verboden, normstelling en belasting op data, CO2, grondstoffen, energie en transport. Het NRC van dit weekend bevat de recepten van McAfee, Stiglitz en onze podcastheldin Carlota Perez.

OV en spoor blinken echt wel uit in duurzaamheid

Woensdag was ik dagvoorzitter op het symposium Duurzamer OV en Spoor: het volgende station. Er is ongetwijfeld discussie mogelijk over wat je allemaal mee moet rekenen als je het hebt over de CO2 uitstoot van OV en spoor, maar wat ze al wel berekend en bereikt hebben is absoluut indrukwekkend. De reductiepercentages (cumulatief 61% en 81%, zie figuur) die Rachel van Houwelingen (DGMo) presenteerde logen er niet om. Zo zie je maar hoe je via de concessies en met welwillende partijen de inkoopkracht van de overheid in kan zetten om grootse doelen te bereiken. Bij mijn opening kon ik nog even verwijzen naar het item van Lubach over de Great Travel Hack van Shell en dat met de trein van Londen naar Istanbul gaan zo'n 80% minder CO2 uitstoot geeft dan een mix van andere duurzame vervoermiddelen. Het was sowieso een hele interessante bijeenkomst maar hoogtepunt was toch wel het optreden van machinist Peter Hilhorst. Zoals collega Harry van de Pol (RWS-WVL) later treffend vaststelde zie je mensen die een rooster hebben normaal gesproken niet op dit soort bijeenkomsten, maar het was mooi dat de NS voor Peter een uitzondering kon maken. Hij vertelde vervuld van beroepseer  over de app Roltijd-advies die machinisten ondersteunt bij het vaststellen wanneer zij de trein uit kunnen laten rollen om tijdig en comfortabel (zonder hard bij te remmen) in het station aan te komen. Ooit door een collega in tabelvorm bedacht en nu dus in app vorm beschikbaar. In de eerste maand dat de e-learning tool beschikbaar kwam heeft maar liefst 75% van de machinisten aan de e-learning mee gedaan. En nu bespaart de NS dus miljoenen aan groene elektriciteit. Iets wat dan misschien niet helemaal in de sales pitch thuishoorde maar wat Peter als nog verklapte dat als je bij vertraging uitrolt in plaats van stil staat, passagiers minder lijken te klagen. Duidelijk voorbeeldje van een win-win situatie.







        

Dag van het Gedrag - 647 deelnemers - donderdag is het zover

Slik. 647 deelnemers dat kon zomaar eens een nieuw persoonlijk record zijn als dagvoorzitter. Hoe dan ook het wordt een rijk gevulde dag vol interessante programmaonderdelen waarvan ik er twee even uit licht. De nieuwe jaargang van het Rapport Rijk aan Gedragsinzichten wordt gepresenteerd met daarin maar liefst 35 voorbeelden van door de overheid uitgevoerde gedragsinterventies. Drie daarvan komen op het podium. Vanuit BIT-IenW krijgt Suzanne Pietersma drie minuten pitchtijd en één dia om het werk aan afvalscheiding in de hoogbouw van vier jaar in zeven steden te presenteren. Hoofdspreker is dit jaar Susan Michie, hoogleraar Gezondheidspsychologie en directeur van het Centre for Behaviour van de University College London. Zij is bekend van wege haar boek "Het Gedragsveranderingswiel - 8 stappen naar succesvolle interventies". Dit boek is indrukwekkend, systematisch, zorgvuldig, gedetailleerd en bevat een reeks formats en werkbladen. Het boek is daarmee totaal niet geschikt voor mensen die in lichte paniek geraken bij laten we zeggen de zeven vragen uit het Integraal Afwegingskader. Maar ook voor deze mensen geldt dat het goed is bij gedragsinterventies, of beleidsinterventies in zijn algemeenheid,  te waken voor het syndroom van ISLAGIATT - it seemed like a good idea at the time. Zo lijkt het best een goed idee om jonge autobestuurders - die maken per slot van rekening veel ongelukken - op slipcursus te sturen. Dit blijkt totaal niet te werken (er zijn zelfs averechtse effecten gemeten) omdat motivatiegebrek voor veilig rijden en niet - zoals aangenomen - het gebrek aan vaardigheden de onveiligheid veroorzaakt. Sympathiek maar fout. Minder sympathiek en kwalijker is dat  we al lang weten hoe we alcoholgebruik kunnen verminderen (gelegenheid en automatische motivatie aanpakken door openingstijden en verkooppunten in te perken en de prijs te verhogen) maar dat de alcohollobby succesvol het frame van verantwoord drinken (versus problematisch drinken) gelanceerd heeft. Briljant temeer omdat we al enige jaren weten dat er geen veilige ondergrens voor alcoholgebruik is en verantwoord drinken daarmee dus niet kan bestaan. "Verantwoorde drinkers" mogen echter niet lijden onder maatregelen gericht op problematische drinkers. Zo wordt nu dus nog steeds (meer) ingezet op doelgroepgerichte interventies en voorlichtingscampagnes waarvan we weten dat die niets uithalen maar wel enige daadkracht uitstralen. Cheers!










zondag 17 november 2019

Australische boeren willen klimaatbeleid

Australië staat dit jaar wel heel vroeg in het seizoen in brand. Terwijl politici weigeren vragen over de vermoedde link tussen de meer frequente (en steeds vroegere) bosbranden en klimaatverandering te beantwoorden - en net als Trump na een mass schooting alleen willen bidden voor de slachtoffers - vragen boeren om aanvullende actie. Terugblikkend op tractoren en het Malieveld, denk je bij boeren nu niet meteen aan klimaatactivisten. Tot voor kort was dit in Australië niet anders, maar de actiegroep Farmers for Climate Action is snel groeiende. Juist boeren zien op hun land wat klimaatverandering doet en zij zijn in Australië na de Aboriginals toch een goede nummer twee voor wat betreft menselijke klimaatslachtoffers. Een jaar of vijf geleden durfde de eerste boeren - toen vast nog met knikkende knieën - het klimaatprobleem te benoemen. Nu zijn ze met veel en lobbyen ze steeds steviger voor National Strategy for Climate Change and Agriculture en inmiddels zijn onder de leiding van de regering van  de deelstaat Victoria de eerste stappen gezet voor zo'n strategie. Toch goed om hier eens naar te kijken in het kader van Leren van het buitenland. De vredelievende gekruiste aren in hun logo vormen een mooi contrast met de Nederlandse hooivorken.







IenW transities combineren - de kracht van een verbeelde wenselijke toekomst

Afgelopen maandag een prachtig KIS-seminar #Hoe dan? De drie IenW transities succesvol combineren in de fysieke leefomgeving met presentaties van Jeanet Hekhuis (Gemeente Utrecht), Brenda Vervoorn (DGMI) en Martine Smit (Gemeente Den Haag & KIS-stagiair). Martine had geïnspireerd door de apreciative inquiry methode prachtig succesfactoren opgehaald uit het Utrechtse Beurskwartier waar het is gelukt de IenW transities (en meer) daadwerkelijk te verbinden. Het gaat dan om succesfactoren als politiek draagvlak, verankering in organisatie en beleid, aanpak met een living lab-methode. Extra succesfactoren die specifiek voor het Beurskwartier voordelig hebben uitgepakt zijn verder (1) de locatie. uniek, centraal, nabij Utrecht CS en Merwedekanaal ( vergemakkelijkt bijdrage transitie groene mobiliteit en nabijheid Merwedekanaal biedt mogelijkheden voor gebruik WKO; (2)  hoogstedelijke ontwikkeling: Veel inwoners/m2 zorgt voor economische vitaliteit,  mogelijkheden voor OV, deelmobiliteit, collectieve voorzieningen, mogelijkheden voor verticale begroeiing en ecozones; (3)  Nieuwbouw  Kansen voor energiebesparing, duurzame energie opwekking, isolatie, klimaatbestendigheid en geen bewoners die aan de voorkant mee moeten willen doen. En bij dit alles last but not least de kracht van ontwerpend onderzoek en de kans zo wenselijk toekomsten te verbeelden rond abstracte ambities.




















 

Brede Maatschappelijke Heroverweging - kans om de beleidstheorie verder te verbeteren

Het rapport van de Taskforce Sorgdrager over CE Herijking afvalstoffen lees ik toch vooral als een oproep om nog eens kritisch naar de beleidstheorie onder de Circulaire Economie te kijken. Nou komt dat mooi uit, want dat moest toch al in het kader van de Brede Maatschappelijke Heroverweging (BMH). Laat ik beginnen met het goede nieuws, want dat is er volgens de taskforce namelijk wel degelijk. Er is sprake van veel aandacht, animo en maatschappelijk draagvlak voor de CE. Het eerder besproken PBL rapport CE op de kaart laat dan ook zien dat er al heel veel circulairs gebeurd (overigens ook voor een flink deel avant la lettre, omdat mijn schoenmaker tot zijn eigen verrassing onderdeel blijkt te zijn van de CE). Maar al dat potentieel moet volgens de taskforce wel snel geoogst worden anders zakt het in. Wat moet er dan gebeuren volgens de taskforce: (1) de provincies moeten een regierol krijgen om zichzelf en gemeenten van ambities naar concrete doelen en acties te bewegen. Ook moeten de provincies er voor gaan zorgen dat omgevingsdiensten en andere betrokkenen een kennisboost krijgen en milieuwetgeving eenduidig gaan interpreteren; (2) departementen moeten uit hun sectorale denken komen en gaan sturen vanuit urgentie. (3) EU moet de afvalwetgeving ombouwen naar circulair om hergebruik en grondstofstromen mogelijk te maken. De taskforce  merkt wel op dat voor NL 80% van de in- en uitvoer van afvalstromen betrekking hebben op België en enige Duitse deelstaten en dat de bestaande regelgeving ruimte biedt dit in afwachting van nieuwe EU-regelgeving met de buurlanden op te lossen. De focus van de opdracht lag op belemmeringen vanuit wet- en regelgeving, gelukkig heeft de taskforce wel de ruimte genomen breder te kijken. De grootste belemmering is dan misschien ook wel gewoon dat zowel secundaire grondstoffen in plaats in vergelijking met primaire grondstoffen, als repareren in vergelijking met nieuw kopen gewoon veel te duur zijn. Dat vindt mijn schoenmaker ook en die suggereert dan ook hier in de BMH invulling aan te geven.



zondag 10 november 2019

Gelezen - Understanding our political nature - How to put knowledge and reason at the heart of political decision making

Dit rapport van het Joint Research Institute van de Europese Commissie (met medewerking van TNOer en bloglezer Arie Bleijenberg) is zeer interessant en gaat in op nieuwe inzichten uit de gedrags- en sociale wetenschappen met betrekking tot ons politieke gedrag. Ons gaat dan heel breed, want het gaat zowel om het gedrag van politici en beleidsmakers als ook over burgers. De inzichten uit het rapport zijn verdeeld in zeven hoofdstukken (1) mispercepties en desinformatie - omdat we gevoelig zijn voor nepnieuws en alternatieve waarheden (zie ook blog) is het zaak dat we meer na gaan denken over hoe we denken. (2) Collectieve intelligentie - wetenschap kan ons leren beter samen te werken als beleidsmakers en politci om zo de kans op fouten te verkleinen. Hierbij gaat het ook weer om het in eerdere blogs beschreven belang van psychologische veiligheid. (3) Emoties - emoties zijn niet te scheiden van ratio. Als we beter worden in het lezen en interpreteren van emoties bij burgers kunnen we ook beter beleid maken. (4) Waarden en identiteit - waarden en identiteit bepalen politiek gedrag maar worden nauwelijks begrepen en besproken. (5) Framing, metafoor en narratief - Feiten spreken niet voor zich. Framing, metaforen en narratieven dienen verantwoord gebruikt te worden om gehoord en begrepen te worden. (6) Vetrouwen en openheid - afnemend vertrouwen in experts en overheid kan alleen gekeerd worden door meer eerlijkheid en publieke beraadslaging over belangen en waarden. (7) Evidence-informed policymaking- Het principe dat beleid op feiten en bewijs gebaseerd moet zijn licht onder vuur. Dit principemoet dan ook hoognodig beschermd worden als hoeksteen van de democratie. Ik vond met name de hoofdstukken over emoties, waarden en identiteit en evidence-informed policy making zeer de moeite waard. Bijvoorbeeld over de verschillende doorwerking van woede en angst (emoties), over de toch wel veel gemaakte vergissing dat je denkt dat jouw waardevoorkeuren breed gedeeld worden (waarden en identiteit) en over populisten en autoritaire politici die onafhankelijk bewijs als verstorend kunnen beschouwen voor hun interpretatie van de wil van het volk. Hetgeen natuurlijk inderdaad ook uitermate irritant is.


Gaat het ooit wat worden met die beleidsdoorlichtingen en beleidsvaluaties?

Maandag was ik bij het door de collega´s van Financiën georganiseerde Congres Inzicht in Kwaliteit. Was een mooi samenzijn met een overwegend goed programma met oa een licht hilarische quiz waarbij de deelnemers moesten voorspellen over waar willekeurige gefilmde Nederlanders aan dachten bij verschillende beleidsvaluatie-jargonwoorden. Ook mooi was het onderdeel waarbij Kamerleden Snels en Sneller werden geïnterviewd. Beide heren gaven het goede voorbeeld. Als vertegenwoordigers van een regeringspartij en een oppositiepartij lieten zij zien samen te strijden voor de goede zaak, namelijk die van uit kunnen leggen dat er effectief en doelmatig met belastinggeld wordt omgesprongen. Maar goed zij lijken wat alleen te staan, want zoals zij aangaven vinden regeringspartijen een probleem vaak al opgelost als er zichtbaar geld voor is uitgetrokken. Terwijl oppositiepartijen liefst hard af willen rekenen en weinig geduld hebben met lerend evalueren. Voor de ambtenaren in de zaal hadden de goedbedoelende heren alvast een tweetal aanbevelingen: (1) maak inzichtelijk waarom beleidsopties zijn afgevallen; (2) spreek als ambtenaar je bewindspersonen aan als een wetsvoorstel nog niet voldoet aan de Comptabiliteitswet 3.1 (helderheid over doelstelling, doeltreffendheid en de doelmatigheid, beleidsinstrumenten die worden ingezet en de financiële gevolgen). In wandelganggesprekken en in de parallelle sessies kwamen spontaan wat bekende en minder bekende redenen naar boven van waarom het allemaal nog niet zo lukt met die vereisten van de Comptabiliteitswet: (1) Regeerakkoord bevat al gedetailleerde beleidsvoornemens die nog niet Comptabiliteitswet-proof zijn, maar wel zijn afgesproken; (2) Beleidsevaluaties komen vaak pas beschikbaar als de verantwoordelijk bewindspersoon weer uit beeld verdwenen is. Dan is de animo er dan wel goede sier mee te maken, dan wel uit te halen laag; (3) Alternatieven zitten vaak al onherleidbaar opgesloten in het compromis dat een wetsvoorstel vaak al is voor het naar de Kamer gaat. Spreker Sir Michael Barber  (Blair's topadviseur en bekend van Instruction to deliver) hoopt dit alles te omzeilen door meer vooraf te evalueren met de door hem ontwikkelde public value scan waar we nu ook in NL mee gaan experimenteren. Sir Barber is er overigens wel één van het wanhopig optimisme want hij vertelde dat hij al 5-6 Britse equivalenten van Operatie Inzicht in Kwaliteit achter de rug heeft en dat die operaties zich laten omschrijven als episodisch met weinig aandacht voor langdurig doorpakken en voor capacity building. Maar goed ik wil natuurlijk niet zo´n collega worden die zegt: "Dat hebben we al eens geprobeerd".  Hoewel de verleiding daar toe wel heel groot wordt als je bedenkt dat het kabinet éénmalig een kleine half miljard uittrekt voor het oplossen van een meerjarig chronisch probleem als het lerarentekort. Hier lijkt het politiek urgente  (Laat zien dat je iets doet) het te winnen van het belangrijke (Kunnen uitleggen dat er effectief en doelmatig met belastinggeld wordt omgesprongen). Desalniettemin doen we als Project Start-Up-team - Barber-style vooruit kijkend en wars van cynisme - het aanbod om voor ieder beleidsDG als experiment workshopsgewijs het Integraal Afwegingskader in te vullen voor een beleidsdossier.




     

zondag 3 november 2019

Van rechtvaardige mobiliteit en vervoersarmoede naar 'mobility justice' ?

Afgelopen donderdag trad Ruth Oldenziel (TU/e) op in de KIS-masterclass over Inclusieve Innovatie. Nu ben ik al een tijdje overtuigd van het werk van Karel Martens en zijn oproep tot beleid gericht op rechtvaardige mobiliteit, maar nu blijkt er ook een groeiende aandacht te zijn voor het veel bredere concept van 'mobility justice'. Onlangs zijn twee naar verluid nogal taaie boeken verschenen over dit onderwerp: Mimi Scheller's Mobility Justice: The Politics of Movement in the Age of Extremes (2018) en Nancy Cook en David Butz 'Mobilities, Mobility Justice and Social Justice (2019). Nu wil het toeval dat iemand beide boeken heeft gelezen en daar een uitgebreide boekbespreking over heeft geschreven: de held! Hoewel eenduidige definities nog ontbreken kan ‘mobility justice’ beschouwd worden als rechtvaardigheid rond de mogelijkheid van mensen, dieren, voedsel en goederen zich te (laten) verplaatsen tussen en binnen ruimtes. En dat is een hele brede en moeilijk te bevatten werkdefinitie want dan gaat het om niveaus die zich afspelen van de mobiliteit van mindervalide personen tot wereldwijde consumptie-gerelateerde risicovolle afvalstromen. Maar bijvoorbeeld ook over de moeilijkheden die vluchtelingen ondervinden als ze grenzen willen passeren. De beide boeken bieden in deze fase vooral een theoretische basis en nog niet zoveel praktische handvatten aldus de recensent. Maar in haar masterclass-presentatie probeerde Ruth het een en ander wel toepasbaar te maken binnen IenW-proporties. Heel concreet betekent het dan dat je bij besluitvorming over mobiliteit de belangen van de niet-mobilist voldoende zwaar mee moet wegen (het lijkt me dat de NMCA daar nu nog blind voor is) en dat de mobiliteit van de een niet ten koste mag gaan van die van de ander. Als voorbeeld noemde zij hier de Parkshuttle in Rotterdam die tot langere reistijden voor fietsers zou leiden. Over de fiets gesproken, Ruth verwees ook naar het werk van haar collega Matthew Bruno (actief in het door IenW-gesponsorde SURF Smart Cycling Futures) waarin gesteld wordt dat het goed is om in Beter Benutten-achtige projecten niet alleen te kijken naar het verleiden van automobilisten, maar dat je juist ook de al goede bezigzijnde fietsforens beloont en stimuleert om op de fiets te blijven zitten. Want een fietsende forens is geen vanzelfsprekendheid. Goed om dit alles bij de uitwerking van de Mobiliteitsschets verder te concretiseren. Makkelijk is dat niet, beter wel!  

Wat verkoopt deze reclame eigenlijk?

Misschien wel de meest bizarre sterreclame van de afgelopen tijd is die van ExxonMobil. De verhaallijn gaat ongeveer zo: planten leggen CO2 vast. Met Carbon Capture (and Storage) (CCS) kunnen we dit in de toekomst ook in fabrieken doen. Wetenschappers vinden dit ook en daarom werken wij een verbetering van dit proces en we laten nu een hele groene boom en mensen in witte jassen zien. Wizards and prophets (zie hier) zijn het eigenlijk sowieso al nooit ergens over eens, maar over CCS al helemaal niet. Prophets zeggen het zo: (1) CCS kost ontzettend veel energie. Om alle CO2 uit een steenkoolgestookte energiecentrale (belangrijkste beoogde toepassing) af te vangen en op te slaan heb je zo’n 30% meer kolen nodig. Wereldwijd komt dat bij de huidige stand der techniek in kosten uit op zo’n 2000 miljard dollar per jaar (exclusief de bouwkosten van afvanginstallaties); (2) Nog meer kolen verstoken betekent nog meer emissies van roet (black carbon, na CO2 de belangrijkste veroorzaker van klimaatverandering) en nog meer doden als gevolg van slechte luchtkwaliteit; (3) CCS komt sowieso niet van de grond. In 2008 spraken de G8 af 20 grote demonstratieprojecten te bouwen. Er staat er nu (2018) één. Prophets zien het venijnig gesteld als ‘an industry-sponsored fantasy that never has and never will deliver on its promises’  Tegelijkertijd zitten de Wizards ook niet zonder argumenten: (1) de prijs van CCS zal enorm naar beneden gaan, net als voor bijvoorbeeld zonnepanelen; (2) het is onverstandig en onethisch om aan te nemen dat China, India en andere zich ontwikkelende landen hun net gebouwde of net in aanbouw zijnde kolengestookte centrales gaan afbreken. Bovendien zijn er volgens de World Coal Association 2400 grote centrales in aanbouw of in de planning (boven de 3300 die er nu staan). Ook niet per se allemaal onredelijk als je bedenkt dat alleen al in India 300 miljoen mensen zonder elektriciteit door het leven moeten. Dat is niet best. Temeer dat er is geschat dat tussen de 500.000 en 1,3 miljoen mensen in India jaarlijks sterven door niet te koken op elektriciteit, maar op hout, mest en kerosine met de daarbij behorende (rook)walmen. Tja en wat verkoopt de reclame nu eigenlijk? Ik denk voor de ene kijker morele rechtvaardiging & een wenkend perspectief en voor de andere kijker leugens & green washing.   

Het samen eens worden over het Hollands veenweidegebied

Vrijdag promoveerde Henk van Hardeveld op een proefschrift getiteld: “Informed science-policy interactions: advancing the support of collaborative management of social-ecological systems”. Hij heeft gewerkt aan een manier om alle belanghebbenden binnen het Hollands veenweidegebied, gezamenkijk een integrale afweging te laten maken tussen het herstellen van biodiversiteit, het verminderen van bodemdaling, het minimaliseren van broeikasgasemissies, en het faciliteren van natuur-inclusieve landbouw. Ga d’r maar aanstaan. Blijmoedig heeft hij een vierstaps science-policy interface (SPI) geconstrueerd gebaseerd op zeven ontwerp- en implementatieprincipes (zie tabel): (1) De eerste stap bestaat uit het maken van een integraal modelraamwerk op basis van GIS data om beheerstrategieën te onderzoeken om zo doelen, middelen en mogelijke toekomsten in beeld te brengen; (2) kosten-batenanalyses. Zomaar peilverhoging (dat remt de bodemdaling) blijkt tot een onaangename ongelijke verdeling van baten te leiden. Ondergrondse drainage blijkt een stuk beter te werken al moet men het nog wel even eens worden over de verdeling van kosten; (3) Participatieve niet-monetaire waardering van cultuur-historische baten; en (4) interactief simulatiesysteem waarmee in workshops de uitkomsten van verschillende gemeenschappelijke beheerstrategieen kunnen worden gevisualiseerd. Idee is dat dit bijdraagt aan de bereidheid maatregelen gezamenlijk te implementeren. Bij dit alles is het natuurlijk van groot belang om modellen en simulatiesystemen te vullen met gedegen gebiedspecifieke gegevens en kennis over de effectiviteit van maatregelen. Je zou willen dat Henk’s aanpak gebruikt kan gaan worden voor de stikstofproblematiek. Maar goed dan moet het met de inputkennis wel snor gaan zitten anders wordt het een jammerlijk staaltje Garbage in, garbage out!. Ondertussen geldt wel gewoon dat de door Henk verzamelde ontwerp- en implementatieprincipes ook voor het bouwen van andere minder veelomvattende verschijningsvormen van science-policy interfaces uitermate handig zijn. 




uit proefschrift Henk van Hardeveld