Van de week was ik bij het symposium mobiliteitsarmoede besteld voor een soort van humoristische afsluiting van de middag. Voor de gelegenheid was ik wat in de geschiedenis van het beleidsthema mobiliteitsarmoede gedoken. Die begon wat mij betreft voor IenW pas echt met de bijna naamgenoot van Karl Marx, Karel Martens. Al in 2016 gaf hij bij een KiM een mooie, maar voor de aanwezige IenW collega's ook een nogal irritante presentatie. Maar goed hij heeft er toch maar mooi aan bijgedragen dat het thema nu op de beleidsagenda staat, niet helemaal bovenaan, maar toch. Tijdens mijn afsluiting wees ik er dan ook op dat het de taak van een wetenschapper is om 10 jaar te vroeg gelijk te hebben. Door Karel geïnspireerd bracht ik het nu nog irriterende adagium in van 'van volle wegen, naar volle auto's'. Toegegeven...ik had ook niet veel aanmoediging nodig. Ik kan er namelijk maar niet over uit dat we totaal gelaten, onverschillig en zonder aantasting van onze beroepseer er al decennia vrede mee lijken te hebben dat de autobezetting in de ochtendspits (momenteel 1,03-1.05) zo beschamend laag is. Die bezettingsgetallen betekenen dat maar één van de 20 a 30 auto's naast de bestuurder ook een passagier bevat. Laat dat voor de gelegenheid eens op je inwerken. En probeer dan tegelijkertijd het woord fileprobleem eens serieus te nemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten