Komende dinsdag bespreken we Paul Kloosterboer's boek Van Waarnemen naar Waarmaken - expeditie naar Waarde met professionals. Het boek is winnaar van een boekenprijs voor organsatie-advies, maar van mij had die de prijs niet gekregen. Het is dan ook geen beste binnenkomer om in het boek nogal makkelijke kritiek te uiten op het achtfasenproces van John Kotter nota bene de naamgever van Pinguïn Fred (zie link en link) Veel theorie en theorettes die voor de lezer lastig herleidbaar worden toegepast op organisatevraagstukken van bijvoorbeeld de Triodosbank en het ziekenhuis waar ik geboren ben. Dieptepunt daarbij is de verhandeling over secundaire emoties en neurale paden. Die klinkt heel belangrijk, maar lijkt vervolgens niet tot nauwelijks gebruikt te worden in de casussen. Wat ook niet helpt is de metafoor van de expeditie die op gezochte wijze door het hele boek heen uitgemolken wordt. Best negatief dus. Maar gelukkig ook wat lichtpunten. Het eerste hoofdstuk dat in gaat op individele en institutionele belemmeringen voor strategisch leren is sterk en blijkt in niet onbelangrijke mate over me- en onszelf te gaan: "Ze (kenniswerkers) zijn allergisch voor alles wat riekt naar de 'vier boze B's': bureaucratie, bazen, beleid en budget". Ook de toepassing van de term pocket veto (ja zeggen, nee doen) is ons niet vreemd. Dankzij hoofdstuk 1 weet de schrijver nog net twee ballen te scoren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten