Van de week samen met Guus een mooi gesprek begeleid tussen collega's van DGWB en DGLM. Dat zat zo: met Groeifondsmiddelen is de zogenoemde Droneboost gelanceerd om het verdienvermogen rond om drones te vergroten rondom een aantal use cases. Eén van de cases betreft landbouwkundige toepassingen van drones. Dan gaat het over zaken als het opsporen van plantenziektes, precisiebemesting en inzaaien. Dat geeft - in ieder geval tot op heden - geen vermoeden van het risico op negatieve bijwerkingen. Bij een andere landbouwkundige toepassing - het toedienen van bestrijdingsmiddelen vanuit drones - liggen de negatieve bijwerkingen vanuit het Beleidskompas duidelijk wel op de loer. Bij DGWB zijn ze zich dan ook een spreekwoordelijk hoedje geschrokken van de Droneboost. Daar wordt met alle macht aan het halen van de Kaderrichtlijn water-doelen gewerkt en dan kan je de mogelijke extra emissies naar de sloot door de extra verwaaiing van bestrijdingsmiddelen bij toediening vanuit een drone, missen als de kiespijn die ik van de week had. Deskundigen van de WUR stellen vast dat drones nu nog zeker zo'n vierkeer zoveel verwaaiing op leveren als een klassieke veldspuit. Maar naast deze risicokant is er duidelijk ook een echte kansenkant voor de drone. Zo is het met drones makkelijk en efficient te organiseren maar één of beperkt aantal aangetaste planten met bestrijdingsmiddelen te bespuiten in plaats van het hele perceel. Ook kan je met drones zogenoemde vanggewassen in zaaien of biologische bestrijders met drones precies op de juiste plek loslaten. Zoals vaak werkte ook dit gesprek uitermate begripverhogend en gaan de collega's vanaf nu aan joint fact finding doen om de risico's te minimaliseren en de kansen te maximaliseren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten