zondag 20 augustus 2023

Gelezen: Tony Judt - het land is moe. verhandelingen over onze ontevredenheid

Dit boek van de in de VS gevestigde Engelsman Tony Judt is al weer dertien jaar oud maar doet - zeker in tijden van de puntjes op de i van de verkiezingsprogramma's - nog zeer actueel aan. Net als Michael Sandel (zie link) denkt hij na over de toekomst van de sociale democratie. Die mag ook best idealistisch zijn van hem,  immers - zo stelt hij - zonder idealisme wordt de politiek teruggebracht tot een soort sociaal boekhouden. Wat hem betreft is het tijd om los te komen van de 'kritiekloze bewondering voor een onbegrensde vrije markt, minachting voor de publieke sector en het waandenkbeeld van de onbeperkte groei'. Van Judt moet de sociaal-democratische traditie zich allereerst richten op het terugdringen van de ongelijkheid, omdat 'in een toestand van endemische ongelijkheid alle andere doelen moeilijk te verwezenlijken zijn'. Hij legt uit dat voor het inrichten en onderhouden van een stelsel van sociale zekerheid wijdverbreid vertrouwen noodzakelijk is. Dat zal zich - zo geeft hij aan  - het eenvoudigst voordoen in redelijke compacte homogene samenleving (lees: de kleine Noord-West Europese landen). Dat raakt enigzins aan het goedaardig patriotisme van Sandel. Hij lijkt ook een voorstander van brede welvaart avant la lettre. Zo geeft hij aan dat we niet kunnen doorgaan met het in een moreel vacuĆ¼m evalueren van onze wereld en de keuzes die we maken. Als Engelsman ergert hij zich groen en geel aan de privatisering van het OV aldaar. Zodoende staat er een vermakelijk hoofdstuk over de treinen in het boek. En ook dat is in tijden van spitsheffingen en lege bussen verrassend actueel voor de NL'se situatie. Een paar mooie uitspraken:

  • De paradox in het openbaar vervoer is namelijk dat het minder efficient wordt naarmate het beter functioneert.
  • Treinen zijn, net als bussen, vooral een sociale voorziening. Iedereen kan wel een winstgevende spoorwegmaatschappij beginnen als er geen andere eis wordt gesteld dat het heen en weer laten rijden van druk bezette intercities. 
  • Het station (of de hub denk ik dan) en de faciliteiten die langs die weg zelfs in de kleinste gemeenschappen geboden worden, zijn zowel een symptoom als een symbool van een samenleving met gezamenlijke ambities.
  • De daarvoor benodigde subsidie zal volgens een bepaald soort economen ongetwijfeld slecht besteed zijn, want het is toch goedkoper om de rails weg te laten en iedereen met de auto te laten gaan?
  • Als we niet begrijpen dat we gezamenlijk geld aan de trein moeten besteden ...dan komt dat...vooral doordat we omheinde mensen zijn geworden die niet meer weten hoe we de openbare ruimte voor ons aller welzijn moeten gebruiken.






      

Geen opmerkingen:

Een reactie posten