zondag 29 mei 2016
Innovatie: Nadenken over de volgende Innovatie expo
Afgelopen vrijdag met de zogenaamde regisseurs van de Innovation Expo 2016 nagedacht over hoe een volgende editie eruit zou kunnen zien. We begonnen gelukkig niet helemaal bij nul want zowel het denkwerk van het IE team als de resultaten van de verschillende evaluaties vormden al een rijke basis. Het bleek dat er al een aantal assen zijn waarlangs je kunt variëren. Denk aan nationaal - internationaal, proces - evenement, eendaags - meerdaags, primair getrokken door de overheid - van meerdere partijen. We zaten in de best wel grote perszaal dus hadden de deelnemers meer dan genoeg ruimte om met de voeten te kiezen waar op de verschillende assen zij zich bevonden met hun voorkeursvarianten. Na deze posities allemaal in beeld gebracht te hebben zijn we in drie groepen aan de slag gegaan met het uitwerken van verschillende scenariio's. Scenario's die in de uitwerking misschien toch weer dichter bij elkaar zaten dan ik verwachtte op basis van de grote spreiding over de assen. Er lijkt een ieder geval een duidelijke voorkeur voor een procesvariant met veel aandacht voor innovatiebevordering tussen IE's in, bijvoorbeeld door thematische en/of regionale tussenevents- boven een evenementvariant. Mooi, maar de ervaring leert wel dat ondanks enthousiasmerende inzet van zowel dit IE team als van voorgaande IE-teams, het ontzettend lastig blijkt tussentijds momentum en enthousiasme te creeren. Hoe dan ook het is nu aan het uitdunnende huidige IE team hier slaafvrije chocola van te maken voor de stuurgroep die binnenkort een knoop door gaat hakken over de volgende Innovation Expo.
Kennis: Lezing over gedrag en Beter Benutten gelinked aan Kansrijk mobiliteitsbeleid
Woensdag aangeschoven bij het interdepartementale gedragsnetwerk dat deze keer bij IenM op bezoek kwam. Na een intro van Odette stak Gwenda Zuurbier van wal over het toepassen van gedragsinzichten binnen het programma Beter Benutten. Het ging bijvoorbeeld over het project B-riders. Hoewel de naam misschien anders doet vermoeden gaat het hier niet om een van rijkswege gesubsidieerde motorbende. Nee het gaat er bij B-riders om Brabanders uit de auto op de fiets te krijgen, om zo tegen lage kosten files te bestrijden, of beter gezegd het aantal voertuigverliesuren te reduceren. Een imposante 5000 deelnemers doen mee, die samen al 6,1 miljoen kilometer naar het werk hebben gefietst (en weer naar huis ook). Gwenda vertelde ook dat Beter Benutten, zoals het programmadirectie betaamt, volgend jaar gaat stoppen. Maar dat maakte me toch even aan het twijfelen. Zeker, de managemantlogica zegt dat programmadireties eindig moeten zijn, en inderdaad je kan ook proberen het gedachtengoed vast te leggen in de lijn. Maar euh ....we zijn nog niet zo heel erg goed als lerende organisatie. Dus als het nu zo zou zijn dat een MKBA op Beter Benutten aantoont dat de baten van de (tijdelijk) vermeden aanleg van duur en moeizaam inpasbaar nieuw asfalt, groter zijn de kosten van het in de lucht houden van een programmadirectie met bijbehorend budget.......zou je dan niet? Helaas biedt het overigens zeer leesbare Kansrijk mobiliteitsbeleid geen uitsluitsel. De fiets is in dit CPB/PBL-rapport overigens met afstand de meest positief bejegende modailiteit. Dat neemt echter niet weg dat in het rapport staat aangeven dat er onvoldoende kostengetallen (of onvoldoende toegankelijke getallen) zijn om inzet op aanpakken zoals die binnen Beter Benutten gebruikt worden te kunnen MKBA' en. En het onvoldoende toegankelijk schijnt erin te zitten dat brede doeluitkeringen gebruikt worden om deelname van provincies te financieren. Regio's zijn dan niet verplicht om op projectniveau openbare info te verschaffen. Best jammer in tijden van Open Data.
Strategie: Veranderingen leiden - afscheid(symposium) Dick Verkaar (RIVM)
Over naar het werk fietsen gesproken (zie blog over Beter Benutten), dinsdag ben ik naar het afscheid van Dick Verkaar (RIVM) geweest die jaren lang van zijn woonplaats Rhenen naar Bilthoven heen en weer is gefietst (40 km enkele reis). Als er een R-ridders project was geweest had hij van de kilometervergoeding jaren eerder met vervroegd pernsioen kunnen gaan. Maar dan had ik nooit met Dick samengewerkt, terwijl dat toch juist zo aangenaam was. Dick was namelijk de onbetwiste trekker en animator van de thematische Kenniskamer 'Kennis voor decentrale overheden'. Dick is van oorsprong ook bioloog maar hij heeft zich zelf omgeschoold tot zeg maar verandermanager. Ik heb Dick leren kennen als een Getting Things Done-adept bij uitstek. Altijd zijn zaakjes Dick in orde en onuitputtend doorpakkend. In het het najaar heeft hij een aantal weken in een huisje in de Pyreneeën gezeten om al zijn management-levenslessen op papier te zetten. Dat heeft geleid tot een prachtig 248 pagina's tellend boek, met zo'n 200 referenties en misschien wel net zoveel managementmodellen en instrumenten. Of dat ik het done krijg om het boek van kaft tot kaft door te werken durf ik nog niet helemaal te beloven. Dat ik het blijvend ga gebruiken als naslagwerk durf ik dan weer wel te beloven.Saillant detail.....Dave Allen's Getting Things Done ontbreekt in de literatuurlijst. Ik durf de stelling wel aan dat Dick dit niet vergeten is, maar dat die een natural is, die dat boek helemaal niet nodig heeft gehad. Respect!
zaterdag 21 mei 2016
Innovatie: Masterclass Robotica en artificiële intelligentie
Al eerder was gebleken dat de KIS masterclasses tot de meest gewaardeerde KIS activiteiten en producten behoord. Afgelopen woensdag werd weer eens bevestigd wat een sterk merk we hier mee toch eigenlijk in huis hebben. Complimenten voor Marjolein, Vincent en Ymkje! Het was dan ook - dat moet gezegd - een topaflevering deze masterclass Robotica. Zo was de zaal -zeker voor een woensdagmiddag -goed gevuld met niet alleen de usual suspects maar toch zeker ook een stuk of tien voor mij nog onbekende geinteresseerden oa van ProRail. Maar goed de echte helden waren natuurlijk de sprekers en dat waren deze keer Jan Broersen (Universiteit Utrecht) en Rini van Est ( Rathenau Instituut/ TUE). Van Rini wisten we al dat hij een begenadigd spreker en debater is. Dan denk ik vooral even terug aan het lagerhuisdebat over de zelfrijdende auto tijdens de IE2013. Maar euh die Jan die kan d'r ook wat van zeg. Nu zie ik in zijn CV dat hij voor de klas heeft gestaan dus dat verklaard een heleboel. De portee van het verhaal van Jan was dat we ons niet overdreven druk hoeven te maken over kunstmatige intelligentie, maar dat onverschilligheid ook niet op z'n plaats is. Kunstmatige intelligentie kan een hoop, maar kan nog niet tippen aan echte intelligentie. Kunstmatige intelligentie is vooral goed in strategsich optimaliseren binnen een afgebakende zoekruimte. En dat vindt Rini ook. Zijn advies aan IenM is om net als in Japan de infrastructuur geschikt voor kunstmatige intelligentie en robots te maken, door - in de woorden van Jan - afgebakende zoekruimtes te creeren waar in robots kunnen excelleren. Dan moeten we wel het Ministerie een nieuwe naam geven (foto). De vraag die blijft jeuken (althans bij mij dan hé) is of en in welke mate kunstmatige intelligentie door domme rekenkracht kan compenseren voor gebrek aan echte intelligentie.
Innovatie: Inspiratielunch over Community of Practice Energieke Samenleving voor managers
Weer zo'n verfrissend initiatief van Erik Pool (directie participatie); een lunch om kennis te nemen van de Community of Practice cyclus waarin managers in een reeks 24 uurssessies van elkaar leren over werken met de Energieke samenleving. Dat doen ze aan de hand van het filosofisch getinte 10 stappen kralenspel. Dit is een intervisiemethode waarbij casussen in detail worden besproken aan de hand van de feiten (stap 1,2,3,4) de persoonlijke houding van de casusinbrenger onderverdeeld in risicoperceptie, belangen en waarden (stap 5,6,7), de extremen in oplossingsrichtingen (stap 8,9) en de visie of sleutel van de kwestie (stap 10). Deelnemers Karen de Boer en David Janssen waren alvast er enthousiast. Voor een deel van de toehoorders was het nog wat moeilijk te vatten zonder scherp zicht op de resultaten. Wellicht dat het hanteren van metaforen uit de Griekse mythologie ook wat bijdraagt aan het gevoel van zweverigheid dat het klaarblijkelijk bij sommige toehoorders opriep. Ik ben in ieder geval geboeid en ga dan ook snel verder lezen in het boek dat ik als geïnteresseerde deelnemer mocht lenen.
Gelezen: Nog één keer de Plandagpapers deze keer met winnaar
Zoals beloofd kom ik nog even terug op de Plandag. Inmiddels heb ik alle papers gelezen en beoordeeld en is er ook een winnaar bekend. Gelukkig waren de andere juryleden het met mij eens en is de terechte winnaar geworden "Super(woon)markten, Transformatie van supermarktsites naar aantrekkelijke woonmilieus" van Isabelle Loris en Ann Pisman van de Universiteiten van Gent en Leuven. De centrale vraagstelling was of, en in welke mate, het bestaande ruimtebeslag door supermarkten kan ingezet worden om de woonbehoefte voor de komende 10 jaar op te vangen. Deze vraag wordt, in ieder geval voor Vlaanderen, met een volmondig "Ja!" beantwoord. Veel supermarkten zijn én goed gelegen én hebben de mogelijkheid herontwikkelid te worden door bijvoorbeeld woningen op de supermarkt zelf te bouwen of op de bijbehorende parkeerplaats. Naast ondernemende supermarktketens is er ook wat steun van de overheid nodig. Een generiek beleidsspoor om rendementsverhoging te vergemakkelijken (eenvoudige vergunningprocedures en wellicht wat subsidie) en een gebiedsgericht spoor om te zorgen dat de beste locaties worden gevonden. Wat verder nog nodig is, is dat Vlamingen dan ook bereid zijn in een appartement te wonen ipv in een vrijstaande woning - al dan niet met rolluiken - afgeschermd van de buren. De auteurs denken dat deze voorwaarde voor succes in NL wat makkelijker te realiseren is dan in Vlaanderen. Wie zal het zeggen? Hoe dan ook een prima paper dat vooral uitblinkt in de compleetheid van de methodiek. Niet alleen werden de supermarktlocaties bestudeerd om de ruimtelijke geschiktheid in beeld te brengen, ook werd er gesproken met beleidsmakers en met betrokkenen van de supermarktketens. Zo creëerden de auteurs als het ware hun eigen gouden driehoek. En dat was nu juist weer één van de mooie tips van Rinke Zonneveld ( directeur InnovationQuarter) die vrijdag sprak in de Leergang Innovatie voor beleid.
zaterdag 14 mei 2016
Strategie: Strategiesessie Plasticketen - deel 2
Zoals in de blog van 1 mei al aangekondigd is er nu een deel 2 van de strategiesessie over plastic. Deze vond donderdag plaats in het LEF centrum als onderdeel van een veel bredere sessie over circulaire economie. De dag zat goed in elkaar met een korte plenaire opening, statafeldiscussies over mogelijke interventies, kennis, innovatie en gedrag, en in de middag sessie over de verschillende ketens waarop gefocussed wordt in de Rijksbrede aanpak circulaire economie. In de sessie over plastic een mooi samengestelde groep deelnemers deels bestaand uit deelnemers uit de eerste sessie aangevuld met creatieve mee- en dwarsdenkers. Dat leverde in ieder geval vier prachtige pitches op vol rationales, communicatieboodschappen en politieke shine-momenten voor de scenario’s BAU (Nederland recyclet!), NL lek dicht, Go Bio en Full Swing, Na een stemronde waarin alle vier de scenario’s stemmen kregen (!) en Full Swing de meeste, zijn we verder gegaan met de aanscherping van Full Swing en Nederland recyclet aan de hand van drie hulpvragen: (1) Wat moet echt anders of weg?; (2) Welke ingrediënten uit de andere scenario’s zijn te adopteren zonder verlies aan consistentie?; (3) Hoe verrijken we de scenario’s met de inzichten uit statafelgesprekken van de ochtend. Ook hebben we samen 25 beregoede tips bedacht die van nut zijn voor het ombouwen van de uitkomsten van de twee sessie naar een presentatie voor de directie Duurzaamheid. Was een mooie dag!
Kennis: Adaptation Futures - policy science interface The Australian Way
Nadat mijn werk voor de climate services-sessie erop zat, kon ik nog mooi even aansluiten bij een sessie over policy science interface ( zeg maar kennislanding). Na eerst met Peter dezelfde verkeerde Staal-zaal te hebben ontdekt hebben we ons naar de goede Staal-zaal laten begeleiden (tip: Mocht je ooit een congrescentrum willen beginnen, noem dan niet één zaal de Staal-zaal en een andere de J.P. Staal-zaal). In ieder geval nog op tijd om een interssante Australische presentatie bij te wonen van Mark Howden over hoe ethisch gedrag van onderzoekers op het gebied van klimaatadaptatie eruit zou moeten zien. Valkuilen zijn bijvoorbeeld dat onderzoekers zich bij het adviseren van besluitvormers laten leiden door een tunnelvisie op hun eigen discipline (timmermannen adviseren een hamer) en door een focus op career metrics (publiceren en geciteerd worden) ipv op de behoefte van de eindgebruiker. Howden heeft zich in zijn eigen artikel sportief buiten zijn eigen discipline gewaagd door de situatie van klimaatadaptatie te vergelijken met de medische wereld waarin al veel langer lerend geworsteld wordt met het vormgeven van de interface tussen medische wetenschappelijk onderzoek en de toepassing daarvan door artsen. Nu blijkt dat het artikel ook nog eens Open Acces is gepubliceerd ga ik denken dat het met de ethics van de spreker wel snor zit (zoek artikel op Howden en Informed adaptation). O ja, ik heb hem nog even gevraagd naar manieren om van de focus op career metrics af te komen. In Australie schijnen de universiteiten onderling een manier te hebben afgesproken om waarde voor de eindgebruiker mee te nemen in de beoordeling van wetenschappers.
Kennis: Adaptation Futures - sessie Climate services
Woensdagmiddag heb ik een sessie over climate services voorgezeten op het meer dan druk bezochte congres Adaptation Futures. De collega's van het KNMI hadden een mooie opzet bedacht waarbij drie nationale metereologische instituten uit Zweden, Verenigde Staten en Nederland met elkaar vergeleken werden voorwatbetreft de manier hoe ze proberen hun climate services goed aan te laten sluiten bij de behoeften van de eindgebruikers. Zo'n 40 mensen, ruim de helft uit Europa en met gelukkig (voor de discussie dan hé!) maar een beperkt aantal meteorologen. Nu had ik de term climate services al eens eerder langs horen komen, maar wat zijn dat eigenlijk die services? In de zogenoemde Europese Roadmap for Climate services staat gelukkig een definitie. Wel een hele lange. Hij laat zich samenvatten als 'het omzetten van klimaatgerelateerde data (soms samen met andere data) tot vraaggestuurde producten en adviezen op het gebied van adaptatie, mitigatie en externe veiligheid'. Diezelfde roadmap geeft daarbij aan dat het sterke punt van nationale meteorologische instituten op dit gebied het al aanwezig zijn van een goede infrastructuur is. Het vermeende zwakke punt is dat ze geen kennis van socio-economische zaken hebben. Twee mooie voorbeelden brachten het geheel tot leven. Uit de Verenigde Staten het voorbeeld van precieze nitraatbemesting van mais. Door weersvoorspelling te combineren met data oa over de groeifase van de plant kan je een boer via een app waarschuwen wanneer die moet bemesten en hoeveel. Niet als er regen voorspeld is, want dat spoelt het nitraat gelijk uit naar het grondwater. Dan heeft de boer kostbaar nitraat weggegooid en ontstaan er elders milieuproblemen door teveel nitraat in het water. Pilot-studies lieten zien dat boeren gemiddeld 75 dollar per hectare besparen. Het Zweedse voorbeeld ging over het risico op dambreuk in een waterkrachtcentrale in Noord- Zweden. Klimaatverandering betekent minder sneeuw en daarmee meer waterafvoer in de winter (geen sneeuw maar regen) en minder water afvoer in de lente (smeltende sneeuw). De uitkomst was dat er een noodafvoerkanaal is aangelegd waar langs het water kan worden geleid als dedruk op de dam te groot wordt. Niet helemaal begrijpelijkerwijs ging een flink deel van de discussie vervolgens over betrouwbaarheid van klimaatvoorspellingen. Voor meteorologische instituten is dit (dan wel weer begrijpelijkerwijs) van groot belang omdat ze hun geloofwaardigheid willen beschermen. Echter, veel climate service toepassing zijn behoorlijk robuust en voor het Amerikaanse voorbeeld over bemesting hoef je niet eens in klimaatverandering te hebben om je geld terug te verdienen. Een ander deel van de discussie ging over hoe je gebruikers het beste kan helpen met vraagarticulatie. Het goede antwoord is niet "Welke climate services heeft u nodig?", want dan staan ze met hun mond vol tanden. Het goede antwoord is vragen waar ze tegenaan lopen, of zoals Richard Branson zegt "Ask yourselve what irritaties people"
zondag 8 mei 2016
Gelezen: best wel veel papers voor de Plandag
Net als vorig jaar zit ik als belangstellende niet-planoloog in de jury van de Plandag; zeg maar een wedstrijd voor Vlaamse en Nederlandse planologen. In deze vaak meer beschrijvende wetenschap is er vaak geen sprake van statistische fouten; het experimenteert nu eenmaal een stuk moeilijker in de planologie. Een euvel waar je daar dan weer wel mee te maken hebt is het overenthousiast poneren van nogal holle concepten. Tot nu toe valt het niveau in vergelijking met vorig jaar dan ook wat tegen, maar ik moet de meeste papers die de tweede en daarmee finale ronde gehaald hebben nog wel lezen, dus ik waag mij nog niet aan statistische uitspraken. Die komen volgende week!
Gelezen: Statistics done wrong
Zowaar weer eens een boekbespreking in mijn blog. De afgelopen weken en maanden verschenen er met enige regelmaat verontrustende berichten in de kranten over crisis in de wtenschap. Met de herhaalbaarheid van onderzoek schijnt het nogal slecht gesteld te zijn. Zo berichtte NRC op 9 april dat 40% van de resultaten op het gebied van de psychologie bij herhaling niet bevestigd worden. In andere wetenschapsgebieden schijnt het niet veel beter te zijn. Als oorzaken worden genoemd weinig interesse in het zorgvuldig herhalen van experimenten alvorens te publiceren ( publiek or perish) en gebrekkige kennis van statistiek. Je voelen -de titel van de blog lezend - al statistisch verantwoord aankomen dat ik het over deze tweede oorzaak wil hebben. In het eigenlijk nog best toegankelijke boek van Alex Reinhart Statistics done wrong wordt de lezer meegenomen op een reis langs een reeks veel voorkomende fouten in de toepassing van statistiek. Met stip op één is het fout interpreteren van P-waarden, op de voet gevolgd door de gevolgen van experimenten met een lage power. De auteur heeft het over het martelen van data tot ze bekennen. Iedere AIO heeft tegenwoordig statistische software pakketten beschikbaar waarbij je naar hartelust testen op je data los kan laten tot dat je er eentje vindt die een positief resultaat vindt. De gouden regel rond P-waarden is dat je ze eigenlijk niet zou moeten gebruiken omdat ze niets zeggen over de relevantie van de gevonden effecten. Het is veel beter om betrouwbaarheidsintervallen te rapporteren. In 97% van de gepubliceerde psychologische studies gebeurd dit echter niet. Als mogelijke (en misschien wel voornaamste) reden daarvoor noemt de auteur dat deze vaak beschamend groot zijn. De power van een studie is de kans dat je een effect dat er is ook daadwerkelijk aan kan tonen. Maar in 3% van de gepubliceerde studies in de prestigieuze tijdschriften Science en Nature wordt de power berekend voor de studie gestart wordt. Een bijkomend effect van een lage power als gevolgd van een kleine proefopzet is de grote kans op toevalstreffers waarbij het gevonden effect toevallig veel groter is dan het werkelijke effect. De auteur heeft het daarbij over chronische waarheidsinflatie. In hippe vakgebied als genomics, maar ook in farmacologische studies en epidemiologische studies ( en klaarblijkelijk ook in de experimentele psychologie ) komt dit vaak voor mede omdat tijdschriften graag spectaculaire effecten publiceren. Als een andere onderzoeker de studie nog eens overdoet lukt het niet hetzelfde spectaculaire effect te vinden en voila het is knudde met de herhaalbaarheid.
zondag 1 mei 2016
Innovatie: Highscore zonnepanelen
Je zou misschien verwachten dat je op de langste dag 21 juni of de warmste dag in juli of augustus de hoogste opbrengst met je zonnepanelen scoort, maar dat is niet zo. Het is juist de combinatie zon en koud weer (toegegeven in combi met veel zonuren) die tot high scores leidt. Het schijnt dat het zonnepanelenmateriaal het goed doet als het koud is. Vandaar dat je panelen eigenlijk niet strak tegen elkaar aan moet monteren maar met een flinke kier ertussen zodat de wind wat tot verkoeling leidt. Hoe dan ook, vandaag was zo'n topdag waarop de zon meer dan 8 KWh uit mijn vier paneeltjes wist te persen.
Strategie: Bestuurlijke ambitiesessie waterkwaliteit
Van de week een door de collega's van DGRW uitmuntend voorbereide bestuurlijke avondsessie begeleid in Utrecht. Discussies vonden laats aan drie thematafels in drie rondes. De thema's waren nutriënten, gewasbeschermingsmiddelen en geneesmiddelen. Mede door de betrouwbare timing van de keukenstaf van Karel V liepen zelfs de tafeldoordraaimomenten geolied. De notulisten hebben de zwaarste taak omdat die hun laptop op hun knieën balancerend moesten notuleren en ook nog met enig decorum hun bordje leeg moesten eten. In de slotronde die volgde op drie korte terugmeldingen riep ik telkens at random een naam van een deelnemer die dan staand en luid orerend nog een opmerking bij één van de terugmeldingen en een aanbeveling voor de werkgroep mochten formuleren. Dat deden ze zonder uitzondering erg goed. De werkgroep had dan aan het eind van de avond ook een enorme opbrengst die ze om mogen schrijven voor de stuurgroepvergadering van 26 mei onder voorzitterschap van onze Minister. Een geslaagde avond met opbouwende bijdragen van de EZ en VWS collega's, LTO en de belangenhartigers van de gewasbeschermingsindustrie. De farmaceutische industrie liet helaas verstek gaan.
Abonneren op:
Posts (Atom)