zondag 25 juni 2023

Knap PBL-rapport over circulair gedrag met wat optimistische twijfel van mijn kant

BIT-kernteamleden en PBL-collega's Julia Koch en Kees Vringer hebben een prachtig en origineel rapport geschreven over gedrag, bereidheid en potentiele milieuwinst van een enorme reeks circulaire gedragingen (zie link). Omdat we bij beleid in zijn algemeenheid en bij een gedragsaanpak in het bijzonder veroordeeld zijn om ons tijdrovend op onderscheidbare individuele doelgedragingen te richten, is het reuze handig om te weten bij welke gedragingen de potentiële milieuwinst het hoogst is. Dit om de beperkte capaciteit die we hebben goed te kunnen richten. Dat hebben Julia en Kees met een soort van drieslag aangepakt: (1) milieu-impact van een gedrag berekenen (op zich al een helse klus); (2) uitvragen in hoeverre mensen een bepaald milieuvriendelijk gedrag nu al vertonen. Je meet dan wat zij terecht noemen het 'zeg-gedrag', dat is helaas niet noodzakelijkerwijs hetzelfde als wat mensen in het echt doen (het 'doe-gedrag'); (3) uitvragen in hoeverre mensen bereid zijn milieuvriendelijk gedrag dat ze nu nog niet uitvoeren in de toekomst wel uit te voeren als dat gedrag aantrekkelijker wordt gemaakt. Zeg maar ((3)-(2)) * (1) is dan een mooie maat voor de potentiële milieuwinst, zeker als je dan ook nog rekening houdt met voor hoeveel mensen dit een relevante gedraging is. Volgens mij een prachtige basis om in samenhang met de reeds eerder verschenen CE-gedragsstrategie onze capaicteit te helpen richten. Maar zoals in de titel aangekondigd heb ik ook nog een optimistische twijfel bij deze studie. Dat het zeg-gedrag niet helemaal betrouwbaar is, is door Julia en Kees uitgebreid bediscussieerd. Op mijn beurt twijfel ik optimistisch of mensen wel goed in staat zijn om te voorspellen of ze iets niet bereid zijn te gaan doen. Mijn hypothese: mensen zijn beter in voorspellen wat ze wél willen dan in voorspellen wat ze niet willen. Zeker nu mijn vrouw dit weekend een 'tweede kans' smartwatch bij de koele blauwe winkel heeft gekocht. Misschien moeten we een klein deel van onze tijd toch ook maar gewoon gebruiken om delen, lenen, huren, tweedehands en refurbished wat op te stuwen. 



         


Gelezen: Beter wordt het niet. Een reis door het Habsburgse Rijk en de Europese Unie (Caroline de Gruyter)

De afgelopen avonden dit heerlijk meanderende en schijnbaar moeiteloos geschreven boek gelezen. Die moeite zit er overigens wel in, want Caroline de Gruyter heeft veel mensen gesproken en nog meer geschiedenisboeken gelezen. Het beeld dat zij overtuigend weet neer te zetten is dat het Habsburgse Rijk veel overeenkomsten vertoont met de Europese Unie. Hieronder een reeks inzichten/citaten die niet noodzakelijker wijs met dit beeld te maken hebben, maar die ik zeer de moeite van het reproduceren waard vond: 

  • De EU is, net als het Habsburgse Rijk dat was, in permanente metamorfose. En ook al gaan die veranderingen voor sommigen te traag en zijn ze halfbakken: dat is de natuur van het beestje. Het is nooit 'af'. 
  • Als elk land een vicepremier van Europese Zaken zou hebben die geen nationaal ministerie runt, zou dat helpen. Hij of zij kan zorgen dat Europese zaken de aandacht krijgen die ze verdienen. Zo iemand heeft een iets hogere rang dan ministers, en kan hen aan hun staart trekken en herinneren aan Brusselse afspraken. De vicepremier zou permanent overleg voeren met collega's in andere landen. Dit zou de Euopese machinerie wat beter kunnen oliën.
  • Er zijn momenteel vijf landen waar de oude Habsburgse grens dwars doorheen loopt: Polen, Oekraïne, Roemenië, Servië en Montenegro. Een in 2006 uitgevoerd onderzoek  (Beckers et al) laat zien dat burgers in die landen die in gebied woonden dat tot 1918 tot het Habsburgse Rijk had behoord, meer vertrouwen hebben in politie en rechtspraak dan hun landgenoten in voormalig Pruisen, Rusland of het Ottomaanse Rijk. Ook zeiden zij dat er minder corruptie was. (heel bijzonder toch zo bijna 100 jaar na dato?). 
  • Het Habsburgse Rijk had honderduizenden ambtenaren. Alle Brusselse instellingen bij elkaar hebben ongeveer evenveel mensen in dienst als het aantal douaniers dat Groot-Brittannië alleen al nodig had na de Brexit: 50.000. 
  • De Habsburgers kozen vaak voor de burger. Net als de EU nu, die de consument probeert te steunen. In 1973 toen het Verenigd Koninkrijk lid werd deed Brussel onder Brits protest Brits ijs in de ban. Dat bleek gemaakt van bevroren varkensvet, dat is goedkoper dan room.
  • Wij zitten in de EU, en zien vooral verdeeldheid, besluiteloosheid en zwakte. Maar kijk je  van buitenaf dan zien je één machtig onwrikbaar blok, Buiten zien ze de interne gevechten wel, maar weten ze: zodra de 27 het eens zijn, staan EU-compromissen als een huis en worden ze keihard afgedwongen, óók buitengaats.  



zondag 18 juni 2023

Waar is onze toekomst gebleven?

Bij het lezen over het politieke getouwtrek over de parlemantiare enquetecommisie corona dacht ik al "dit gaat heel veel tijd en heel weinig lerende evaluatie opleveren", maar Marcia Luyten (zie link) ziet een nog veel nijpender probleem "je zou willen dat er tussen de parlemenatire enquetecomissies en onderzoekscommisies door iemand opstaat en vraag: wacht eens even. Waar is de toekomst gebleven?". In haar prachtige stuk dat overigens ook mooie raakvlakken vertoont met het interview met Sandel (zie andere blog deze week) roept zij de politiek op aan Big Trouble Management te gaan doen. De grote problemen laten zich niet langer omdenken of wegpoetsen, maar - zo stelt zij - politici aarzelen en dralen uit angst voor de kiezer. En de kiezer weigert iets van het eigen kleine comfort in te leveren voor het grotere geheel op de lange termijn. Zowel de arme als de puisant rijke burger toont steeds minder burgerschap (Sandel!) Na het verdwijnen van zuilen en standen - geeft zij aan - staat alleen de boerenstand nog overeind. Kortom geeft Luyten aan, het is tijd voor het grote verhaal over waar we gezamenlijk naar toe gaan, een staat die in zich zelf gelooft en politici die tussen ons en de (wereldwijde) chaos in gaan staan. Dit vraagt nogal wat van onze politci - die het in de sociale media al zo zwaar te verduren hebben - richting, topconditie, kracht en flexibiliteit.  

Filosoof Michael Sandel over goedaardig patriotisme

 In Spanje weer heerlijk El País uitgeplozen (met woordenboek..dat wel). Onder andere een prachtig interview gelezen met Michael Sandel filosoof en decaan van de rechtenfaculteit van Harvard. De schijver van oa Het onbehagen in de democratie verkondigt daarin twee boodschappen voor linkse partijen, maar rechtse partijen kunnen hier vast ook mee uit de voeten. Ten eerste stelt hij dat de economie hervormt moet worden zodat deze weer onder democratische controle kan komen (ik denk dan aan oa sociale media en sinds kort dankzij mijn ASA-collega's ook aan artificiële intelligentie). Ten tweede stelt hij dat niet-populistische partijen zich ook op patriotisme moeten richten. Niet van het type muren en angst, maar van het type waarbij het gaat om gemeenschapszin, rechtvaardigheid en zaken die je goed met elkaar geregeld moet hebben zoals gezondheidszorg. In zijn ogen is de globalisatie voorbij gegaan aan de behoefte aan nationale gemeenschapszin. En bij die gemeenschapszin moet het niet alleen over rechten gaan maar ook over onderlinge burgerplichten. Wat hem betreft is het hoog tijd dat niet-populistische partijen zich losmaken van hun allergie voor patriotisme. Op vakantie in Noorwegen en Denemarken dacht ik aan het vlag- en wimpelvertoon te zien dat het daar nog wel bestaat. Tijd voor een Nederlandse wimpel, ééntje die je vrijelijk kan omdraaien.