Al eerder schreef ik over het werk van David van Reybrouck en dat verkiezingen misschien wel niet de meest feestelijke verschijningsvorm van de democratie zijn. En ook schreef ik al eerder dat Nederland geen koploper (7e plaats, 81 punten) is in de ranking van de Electorale Integriteitsindex en dat dit komt door een mindere score op berichtgeving in de media, campagnefinanciering en stemproces. Nieuw is, is dat ik met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan voorspellen dat we met de Tweede Kamerverkiezingen van deze maand niet gaan stijgen (althans niet in het aantal punten). Andre Krouwel (die van het Kieskompas) doet in NRC haarfijn uit de doeken waar het mis gaat. Er is geen sprake van een zekere balans en gelijkwaardige aandacht in de media. Regeringspartijen en rechts-populistische partijen krijgen disproportioneel veel aandacht. Krouwel heeft berekend dat de vier coalitie partijen drie keer zo vaak aan bod komen dan alle oppositiepartijen bij elkaar. In tegenstelling tot in andere landen kent Nederland geen verplichting om alle partijen ongeveer evenveel aan het woord te laten. Voor wat betreft de financiering heeft Krouwel aan de observerende OVSE-delegatie uit moeten leggen dat partijen voor de wet helemaal niet bestaan en dat de controle op de financiering niet transparant is. De identiteit van gulle gevers is via stichtingen, ondergrens en in kind maatregelen kinderlijk eenvoudig te omzeilen. Krouwel stelt dat er een partijwet zou moeten komen die transparantie van inkomsten en uitgaven regelt. Ik ben dat met hem eens. Wie heeft er een buitenlandse trollenleger nodig als een ongenode gast ongezien een bijdrage in de pot kan stoppen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten