Het boek, of eigenlijk meer het onderzoeksrapport De Nieuwe Minderheid - over mensen zonder migratieachtergrond in de superdiverse stad - beschrijft de uitkomsten van een groot Europees onderzoeksproject genaamd Becoming a Minority. Meer dan drieduizend mensen zonder migratieachtergrond zijn hierbij geënquêteerd en geïnterviewd. Deze mensen komen uit zes grote Europese steden waarin zij een minderheid vormen namelijk Amsterdam, Rotterdam. Antwerpen, Malmö, Hamburg en Wenen. De portee van het boek is dat er in de superdiverse stad niet langer sprake kan zijn van integratie in de zin van aanpassing van de nieuwkomer aan de dominante cultuur, maar dat ook de mensen zonder migratieachtergrond het vermogen moeten ontwikkelen om plezierig samen te leven met mensen die van ze verschillen. Vriendschappen ontwikkelen over etnische scheidslijnen heen is daarbij een succesfactor. Een paradoxaal te noemen grote groep respondenten heeft enerzijds een negatief oordeel over diversiteit en anderzijds een positief oordeel over het samenleven met hun buitenlandse buurtgenoten. Zelf behoor ik tot een andere paradoxale groep; hoogopgeleiden met enerzijds een positieve blik op diversiteit en anderzijds geen of vrijwel geen vrienden met een migratieachtergrond. Dat heet met een mooi woord hunkering down het terugtrekken in je 'witte bubbel' en dat wordt dan deels veroorzaakt door belonging uncertainty; de onzekerheid die mensen zonder migratieachtergrond ervaren als ze moeten functioneren in een etnisch diverse context. En dit ondanks dat op mijn basisschool 2/3 van de kinderen Grieks, Turks of Marokkaans was. De auteurs benadrukken tot twee keer toe dat hun vraagstelling niet van normatieve aard is maar juist empirisch. Daar denken vele mensen vast anders over. Maar goed ondanks dat de wokerigheid wel erg van de pagina's afdruipt, voel ik me positief uitgedaagd - zij het zonder handelingsperspectief - en geef ik dit boek drie ballen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten