maandag 23 juni 2014
Kennis; wederaftrapbijeenkomst skia thema B
Groots was de opkomst niet, maar de inhoud was dat wel. Bart Veuger de trekker van het SKIA thema had een flink aantal mensen binnen de bestuurskern geinterviewd om het kennisveld over financieringsinstrumenten in beeld te brengen. Maar al ruim voor dat we vanmiddag aan de bespreking van zijn resultaten toe kwamen waren we in een goed gesprek verwikkeld aan de hand van de storytelling-verhalen die de deelnemers inbrachten. Mooie verhalen waren er bijvoorbeeld van regionaal spoor en het programma Meer Bereiken, door mij steevast Meer Benutten genoemd. Het idee bij regionaal spoor is vervoerders in het zadel te helpen om projecten voor spitsmijden uit te voeren en die vervolgens door de vervoerder zelf te laten draaien. De filosofie is er geen van langlopende verplichtingen, maar wel een van langlopend iets veranderen. Dit als alternatief voor eenmalig losse flodder projecten die stoppen zodra de overheid de geldkraan dichtdraait. Het voorbeeld van Meer Bereiken ging in op het belang van opzoek te gaan naar aanvullende belangen bij het verhogen van de verkeersveiligheid. Wat daarbij in de discussie vaak terugkomt is dat je de discussie niet met financiering moet beginnen maar dat dat eerder het sluitstuk is. Eerst is het goed belangen in beeld tebrengen die te analyseren en opzoek te gaan naar aanvullende belangen. Om een lang verhaal kort te maken gaan we toewerken naar een symposium en een participatieladder plus. De plus zit hem in een soort van extra kolom aan de participatieladder met financieringsinstrumenten die passen bij een of meer tredes uit de participatieladder. Als vanzelf is er dus sprake van een duidelijk raakvlak methet SKIA thema Energieke Samenleving. Tussentijds gaan we het gesprek verder op weg helpen binnen de bovenegenoemde programma's. Bart daarnaast ook nog een gespreksronde bij rws houden op zoek naar meer financieringsinstrumenten. Zoals gezegd...was mooie bijeenkomst waarin we door de kleine omvang van de groep echt de tijd konden nemen om naar elkaar te luisteren en elkaar te verstaan.
zondag 22 juni 2014
Kennis: Landingsbijeenkomst Duurzame Bereikbaarheid Randstad - Knooppunten en netwerken
Deze derde en laatste DBR landingsbijeenkomst werd als beste beoordeeld met gemiddeld een 8. De presentaties van Bert van Wee, Karst Geurs en Luca Bertolini (voor de liefhebber beschikbaar) landen goed en gaven - aangemoedigd door deelnemers van NS en Stedenband- gelijk veel discussie over wat de rol van het rijk nog zou moeten zijn op gedecentraliseerde beleidsterreinen. In ieder geval veel food for fought voor de aanwezigen kwartiermakers voor het verbrede MIRT. Het zou zomaar kunnen zijn dat een in een fietsenstalling geïnvesteerde euro meer oplevert voor het bereiken van rijksdoelen dan een in een stukje snelweg geïnvesteerde euro. Ook interessant om te beseffen dat er een trade-of is tussen het beter benutten van bestaande netwerken en knooppunten en de wens van robuustere netwerken die beter bestand zijn tussen incidenten.
Boekbespreking: You-topic, de impact van de digitale revolutie op ons werk, ons leven en onze omgeving
Heerlijk compact boek van Erik Veldhoen over de Behavioural-kant van Het Nieuwe Werken. Veldhoen denkt door waar anderen stoppen na het afbreken van systeemwanden en het uitdelen van apparatuur. Zijn idee is om, zoals hij het noemt, activity-based na te denken over werk en over waar en wanneer je dat uitvoert. Heel concreet samengevat zegt hij eigenlijk als je een 40 urige werkweek hebt, zit je 20 uur op kantoor en die andere 20 plan je in de overige 148 uur van de week in. Voor veel van de activity based werkzaamheden is het onzin naar kantoor te komen en die zou je daar dan ook niet uit moeten voeren. Om wel naar kantoor te komen moet je er voor zorgen dat het kantoor de reis waard is en passend bij de activiteiten is ingericht. Veldhoen ziet daarbij een grote toekomst voor de third place; mooi ingerichte kantoren met aanlandplekken dicht bij huis. Zoals seats2meet in Utrecht. Resumerend, naar kantoor kom je om vragen te stellen, antwoorden te krijgen en te geven. Producties te bundelen tot een document, elkaar te inspireren, les te geven en te krijgen, samen out of the box te denken, te coördineren, af te stemmen en besluiten te nemen. Thuis blijf je om informatie te zoeken, te lezen van papier of scherm, te dneken, aantekeningen te maken, stukken te schrijven, email te schrijven, en te bellen.
dinsdag 17 juni 2014
Kennis: Congres Verbinding Duurzame Steden
Naast heel veel onopgehaalde naambordjes had zich een menigte van een kleine 200 dames en heren zich verzameld in WTC Rotterdam om zich te laven aan de kennis uit VerDuS. Bij de openingssessie geleid door Co Verdaas ging het er in de discussie gestyleerd hard aan toe. Mark Frequin, DG bij BZK, veegde, ook wel weer hoffelijk - dat wel - de vloer aan met een wetenschapper die vooral vond dat de beleid en politiek de beperkende factor waren in het toepassen van kennis. Ron Voskuilen, directeur stadsontwikkeling van de gemeente Rotterdam, zei in de openingssessie ook nog iets heel moois, namelijk dat hij meer geinteresseerd in mensen die een onderzoeksrapport gemaakt hebben dan het rapport zelf (zie ook mijn binnenkort te verschijnen over de kennisbank). Hans Leeflang voegde daar het belang van netwerkvorming als cruciale uitbreiding aan toe. O ja voor de mensen die niet van lezen houden.....Hans gaf ook nog een mini-samenvatting ten beste van het door hem bewierookte boek van Peter Hall 'Good cities, better lives' : "Het gaat goed in steden waar ze willen leren met elkaar en van elkaar".
Na de openingssessie moest ik een sessie voorzitten over of reisinformatie het mobiliteistgedrag nu wel of niet beinvloedt. Laat in ieder geval gesignaleerd zijn dat het onderwerp van deze sessie niet bijzonder veel mobilteitsgedrag op riep. Naast de sprekers en de verslaglegger had ik maar liefst drie deelnemers. De uitkomst ivan de sessie en de bijbehorende vraag was eigenlijk verbluffend helder Reisinformatie informeert reizigers die al gekozen hebben voor een vervoermiddel Je kunt OV reizigers een andere trein laten nemen en automobilisten een andere routes en daar houdt het over de bank genomen wel mee op. Het negeren van info is dan ook onderdeel van de definitie van gewoontegedrags zoals Caspar Chorus (TuD) dat mooi toelichtte. Om van modaliteitskeuze wel te veranderen is een interne of externe levensschok nodig zoals een nieuwe baan, een nieuwe woonplaats :-) of een ingestorte brug :-(. In de middagsessie over de betekenis van klimaatverandering voor stad, weg en spoor had ik wel een volle bak, al was het alleen maar omdat ik tijdens de lunch mensen geronseld heb. Vanuit stad, spoor en weg werden de vragen gesteld waar onderzoekers op mochten reageren. Dat werkte gematigd goed en gaf in ieder geval als meenaarhuisneemboodschap dat het goed is je de vraag te stellen wat het voorkomen van overlast je waard is. Een kostenbatenanalyse levert als snel het beeld op dat het ook best een goede optie kan zijn de overlast van kllimaatverandering (vb een ondergelopen tunnel, kelder onderwater enz) voor lief te nemen ook al is daar enige politieke moed voor nodig. Verfrissend was het gebruik van blije filmpjes om de inhoud van een AIOproject door AIOs zelf toe te laten lichten. (zie www.cesar.tk). Daarnaast ook nog opbrengst in de vorm van twee themanummers van Rooilijn; een over Duurzame Bereikbaarheid Randstad en een over Urban Regions in the Delta. En ook nog opbrengst in de vorm van......(voor de connaisseur net zichtbaar op de foto).
zondag 15 juni 2014
Boekbespreking: de 100 beste Life Hacking tips
Zaterdag vanuit Utrecht terug naar Amersfoort om de prachtige nieuwe bibliotheek te aanschouwen. Heb ik weer....het moment dat ik uit Amersfoort verhuis openen ze de misschien wel mooiste bibliotheek van NL. Heb in ieder geval een leuk boekje met life hacking tips meer genomen. Life hacking is zeg maar nudgend jezelf de dingen slim laten en handig laten doen. Grappig om te zien hoe snel zo'n boekje verouderd in het digitale tijdperk. Er staan stukjes in van early adaptors die hoog opgeven over hun electronische agenda. Ik vroeg me gelijk af wanneer ikzelf voor het laatst een papierenagenda gebruikte (onder de goeden inzendingen wordt een kopje koffie verloot). Maar goed ook goed om te zien dat zelfs sommige van de software en hardware tips nog steeds nuttig zijn. Ook wat nuttige tips over werken in de kantoortuin. Volgens prof Csiksentmihalyi komen we pas na minimaal 20 minuten ongestoord werken in een wokflow. Nou dat 20 minuten ongestoord werken gaat natuurlijk helemaal niet gebeuren in een beetje gezellige kantoortuin. Omdat je zaalgenoten uitzetten nog niet tot de mogelijkheden behoort richt ik me even op de emailachtge tips. Ook de lifehackers zeggen dat je pas na 11.00 uur je eerste email moet lezen en dat je daarvoor lekker moet werken. Ze leggen ook haarfijn uit hoe je alle piepjes, envelopjes en bovenal het doorschijnende lichtblauwe op popvenstertje rechtsonderin blijvend kan verwijderen. Echt een aanrader. Dat zit trouwens allemaal knap verstopt in je outlooksettings. Ook heb ik nu eindelijk geleerd hoe ik CCs in een andere kleur op outlook kan krijgen. Je maakt wat mee. O ja ik heb het boek in mijn tas zitten voor collega's die ook eens willen knutselen.
Kennis: KNMI organiseert eerste klantendag
Zo'n 25 mensen waren op de eerste KNMI klantendag afgekomen en het wat ons goed om te zien dat alle geledingen van IenM daarbij vertegenwoordigd waren. De verschillende demonstraties waren dik in in orde. Zo heb ik met een 3D-bril op zitten genieten van 3D weermodellen. Het zag er prachtig uit en de soms met vaktermen doorspekte uitleg met Oost-Europees accent maakt het allemaal nog verwonderlijker. Ook nog even meegedaan met de similatietraining die de 40 weermannen/vrouwen jaarlijks doorlopen om adequaat en scherp op calamiteiten te leren reageren. Als feestverhogend element wordt de druk opgevoerd door de klok minimaal met dubbele snelheid te laten lopen. Aan de hand van echte weerbeelden van de tweede Pinksterdag boven zuiderlijk-NL werd duidelijk gemaakt dat de weermannen zeker niet blind kunnen varen op modelllen; geen enkel model voorspelde de bijna ramp boven het Pinkpopterrein. Het onderdeel waarin klanten en KNMI'ers aan tafels geacht werden te matchmaken was nog een beetje zoeken naar het goede evenwicht tussen 'roept u maar welke vragen u heeft'en 'hier heeft u ons aanbod'. Het laatste onderdeel was weer prachtig. Weerman Frank Kouwenberg ging in op het weer van de dag in NL en Salvador en KNMI voorspelde goed dat er in Brazilie (je weet wel die avond van Spanje-NL) geen vuiltje aan de lucht was.
dinsdag 10 juni 2014
Kennis: De effectiviteit van beleid meten met de effectladder
Uit de serie activiteiten waar je eigenlijk geen tijd voor hebt, maar die je misschien wel vaker zou moeten doen, ben ik bij SZW op bezoek geweest om een lezing van Ton van Yperen bij te wonen over effectmetingen van beleid. Ton, hoogleraar in Groningen, werkt vooral in het domein van de jeugdzorg; een domein waar jaarlijk 3,5 miljard in omgaat en een domein waarvan men graag meer van de effectviteit wil weten. Al sinds 2004 houdt Ton met zijn collega Jan Willem Veerman een database bij met meer, minder of niet werkende methoden die in de jeugdzorg worden toegepast. Thans zijn ze samen met RIVM ook actief in effectiviteitsmeting van maatregelen voor de gezondheidsbevordering. Anyway, Ton en Jan Willem gebruiken de leer van Sackett (2000) als startpunt. Sackett de uitvinder van de term evidence-based policy onderscheidt naast reseatch-based kennis ook expliciet gemaakte impliciete kennis (expert-based), kennis over voorkeuren van clienten (client-based). In aanvulling had Ton het ook nog over value-based; kennis van wat ethisch juist geacht wordt. Professioneel handelen is dan de juiste mix vinden uit de verschillende kennisbronnen hier boven. De kruistocht van Ton en Jan Willem is juist om meer scientifc-based kennis in de jeugdzorg te krijgen, maar dat geldt wellicht voor ieder beleidsterrein. Om dat te doen hebben zij een effectladder gemaakt. Onderaan de effectladder op trede 1 staat potentie (doel en doelgroep helder beschreven, helder beschreven activiteiten in de gehanteerde aanpak) , trede 2 theorie die verklaart waarom de aanpak zou moeten werken? op 3. doeltreffend, worden de gestelde doelen ook gehaald? en bovenaan de ladder 4. werkzaam komt het onder 3 gevonden effect ook echt door de aanpak? Effectladder of niet er bestaan nog steeds grofweg twee posities in jeugdzorgland (1) je moet je richten op meer gebruk maken van specifek bewezen interventies, vb triple P methode bij kinderen met gedragsproblemen. (2)
het gaat niet om de methode maar vooral om de kwaliteit van de professional. Maar goed laten we ons even richten op de maakbaarheid van het eerste standpunt. Vaak is het in beleid bijzonder lastig om van trede 3 naar 4 te komen. Vaak is het niet mogelijk of niet ethisch met controle groepen te werken (vb randomnized control trials naar de effectiviteit van parachutes liggen gevoelig). In een aantal gevallen is het dan wel mogelijk aanwijzgingen uit het buitenland te halen. Voorwaarde is wel dat de interventietheorie (trede 2) dan vergelijkbaar is. Vaak is het ook lastig om de professional als kenniswerker nauwgezet evidence based protocollen te laten volgen. Er is dan sprake van een spanning tussen programma iintegriteit versus professionele flexibiliteit. Volgens Ton kan je die oplossen door niet te sleutelen aan werkzame principes van een methode (trede 2) maar wel te te laten sleutelen aan randverschijnselen van de methodiek (vb triple P werkzame principe is opvoeden door complimenten geven, randverschijnsel is het aantal dagdelen dat je de ouders traint). Als nog op te lossen problemen ziet Ton de dominantie van het 'bottum up ideaal' - alles in de eigen praktijk laten ontstaan - dit maakt dat kennis niet gaat stromen. Een andere aanwezige IenM-collega bevestigde dit en gaf aan dat 29 mede door het rijk gecheckte regionale uitvoeringsdiensten voor milieubeleid, te vekiezen zijn boven 403 gemeenten die hun eigen beheerpraktijk als leidraad hanteren. Ook hier dus weer veel aandacht voor het (rijks)belang van kennis bij decentralisatie.
maandag 9 juni 2014
Innovatie: Als Ministerie zelf duurzaam doen
Al weer een tijdje terug een goed gesprek gehad met Jacques Dubbeldam. Jacques is binnen SSO vrijgemaakt om een team te gaan leiden dat acties in gang zet om de bedrijfsvoering te verduurzamen. Een korte mailronde langs de KISsers liet al zien dat mensen vaak best al rondlopen met goede ideeen hoe IenM zelf duurzamer kan worden. Vaak gaat dit met een positieve drive gepaard die ook wel wat ongeduld lijkt te bevatten. Het is bijvoorbeeld heel makkelijk om voor te stellen dat achter uitgesproken en ingetypte ideeen lijkt te volgen "en snel een beetje" of "waarom doen we dit niet allang?". Het gesprek met Jacques maakte mij duidelijk dat het in bedrifsvoeringsland best heel stroperig kan zijn omdat veel (inkoop)beslissingen al rijksbreed gemaakt worden. Dan is het dus lastig, zo niet onmogelijk als IenM je eigen spoor te trekken. Voor het te vormen projectteam is het zaak soms meegaand te zijn met de rijkslijn en soms - liefst gesteund door een ambassadeur uit de top - tegendraads door te zetten.
Kennis: Met OCW in gesprek over wetenschapsvisie
De collega's van OCW zijn druk in de weer met het maken van een wetenschapsvisie met als onderdeel daarvan een wetnschapsagenda 2025. Vrijdag was er een inspirerend overlegje met verschillende departementen over wat dan in zo'n agenda terecht zou moeten komen. Er is geen sprake van echt grote inhoudelijke verschillen tussen de departementen er was dan ook sprake van een uitermate collegiale sfeer om het samen beter te maken. Voor IenM is het zaak in de thema's voor de agenda vooral zoveel mogelijk aan te sluiten bij de thema's uit Horizon 2020 die voor IenM interessant zijn. Aandacht voor de maatschappelijke opgaven dus. Daarnaast is het ook goed samen door te denken over hoe de door WRR geadviseerde regionalisering door te voeren. Vanuit EZ was daar al een prachtig voorbeeld bij over agrarisch onderwijs van lbo tot uiinversitair niveau met bijbehorende regionale specialisatie.
Kennis: Mijn eerste Kenniskamer als secretaris
Op 21 mei was het zo ver.....mijn eerste optreden als secretaris van de IenM kenniskamer. Nou ja het optreden was natuurlijk al wat eerder begonnen met het voorbereiden van de agenda, de stukken het voorportaal en de annotatie, maar de 21e was het echte treffen dan toch echt een feit. Voor de gelegenheid had ik mij gewapend met een nieuwe app namelijk soundnote, Die levert een soort van combi van een memorecorder en een typefunctie. Als je bij het terugluisteren een ingetypt woord aantikt springt de geluidsopname naar het moment in de vergadering waarop je het woord heb ingetypt. Dit heeft mij reuze geholpen bij het maken van het verslag. Hoe bere-interessant de gedachtenwisseling op niveau ook was, ik kan het niet helpen dat mijn eigen gedachten zo nu en dan toch afdwalen (bijvoorbeeld naar verre vakantiebestemmingen). In de Kenniskamer hebben we oa uitgebreid stil gestaan bij de toekomst van de grote faciliteiten. Er lijkt geen accuut probleem te zijn met de exploitatie van de huidge faciliteiten maar lang niet altijd wordt geld gereserveerd voor vervanging en we moeten ook het denkproces nog starten om te bezien wat we over 10 jaar nodig hebben aan faciliteiten om de dan voorliiggende maatschappelijke opgaven te adresseren. Daar komen we 28 oktober, de volgende kenniskamer op terug. Dan gaan we het oa ook hebben over de concept-werkprogramma's van de kennisinstituten voor 2015, netwerkprogrammering, kennismanagement enz. Ook komt er een tweede IenM thematische kenniskamer en wel een over kennis voor de decentrale overheden.
Innovatie: Het wel en nee van bioplastics
Voor DGMI ga ik waarschijnlijk na de zomer een sessie begeleiden over bioplastics. Ik het beleidsdenkwerk tot nu toe hebben de collega's van de directie Duurzaamheid scherp onderscheid gemaakt in plastic uit natuurlijke materialen en biologisch afbreekbare plastics. De eerste categorie zit altijd goed maar bij de tweede kan je wat bedenkngen hebben. Het is voor recyclebedrijven namelijk erg lastig om bioplastics en biologisch afbreekbare plastics van elkaar te scheiden. Verder is er het onderbouwde vermoeden dat gezien de toepassingen waarvoor ze gebruikt worden biologisch afbreekbare plastics een stuk minder snel afbreekbaar zijn en moeten zijn (om functioneel te zijn) dan je zou willen vanuit milieustandpunt. EZ heeft liever niet dat er restrictief beleid komt op biologisch afbreekbare plastics vanuit het idee dat we de innovatiemarkt niet moeten verstoren en een level playing field moeten behouden. Hier is zeker ook wat voor te zeggen. Het idee van de sessie is de gebruikte argumentatie voor en tegen aanvullen en proberen van gewicht te voorzien. Het doel is dan ook niet tot consensus te komen wel om het analysekader te versterken. Mijn kayak is niet van biologisch afbreekbaar plastic en daar ben ik reuzeblij mee.
Abonneren op:
Posts (Atom)