zondag 29 oktober 2017
Kennis: Het Mobiliteitsbeeld 2017 is uit!
Deze week (of was het alweer vorige week...) is het wederom onvolprezen Mobiliteitsbeeld editie 2017 door het KIM uitgebracht. Normaal gesproken ben ik helemaal niet van de hippe leesinterface maar de tegelstructuur van het Mobiliteitsbeeld staat garant voor urenlang doorklikplezier. Veel aandacht voor fietsen en ook lopen als modaliteit. Maar natuurlijk zocht ik eerst weer even de tabellen op met de maatschappelijke kosten van congestie, milieuschade en verkeersongevallen. Door nu.nl werden de kosten van fileleed weer breed uitgemeten. Maar goed de kosten van het echte leed van verkeersongevallen en van de milieuschade samen zijn net als voorgaande jaren zo’n 7 (zeven) keer groter dan de kosten van congestie. Als we even focussen op de kosten van verkeersongevallen dan bedragen die zo’n 2% van het BBP. Dat betekent zeg maar grofweg dat we met zijn allen een week per jaar werken om deze kosten te dragen (nog los van het leed), voor de files werken we ruim een dag. Als loyaal ambtenaar is het natuurlijk zaak het regeerakkoord zonder meer uit te voeren (check!), maar dat neemt niet weg dat je extra blij mag zijn met maatregelen uit het regeerakkoord waar je ook nogeens persoonlijk helemaal achter kunt staan: “Samen met (branche)organisaties, provincies, gemeenten en handhavende instanties zetten we ons in voor de realisatie van het manifest ‘Verkeersveiligheid: een nationale prioriteit’.” is er zeker zo één.
Gelezen: het nieuwe innovatieboek van Jeff Gaspersz
Jeff Gaspersz, de zacht pratende, veelzeggende duodocent (samen met Erhan Tanercan) van de KIS leergang innovatie heeft een nieuw boek geschreven “zó ontdenk je KANSEN VOOR INNOVATIE praktische tips voor profressionals, managers en ondernemers”. Achttien tips zonder al teveel wolligheid opgeschreven (Jeff heeft een hekel aan dikke boeken met dunne ideeën geeft hij voor in het boek aan) met voor ieder wat wils. Over kansdenkers versus kloofdenkers, over dat het loslaten van oude ideeën moeilijker is dan het bedenken van nieuwe, over elke dag een TED talk kijken, over mental contrasting, over het uitlokken van gerichte opmerkzaamheid bijvoorbeeld door jezelf iedere dag dezelfde twee vragen te stellen (die van mij had ik al tijdens de leergang geformuleerd en zijn: heb ik vandaag wel iemand om hulp gevraagd? En wie heb ik vandaag toch maar gesproken ipv gemaild?) en over mijn favoriete tip ‘schrijven om te ontdekken wat je denkt’. Ook in NRC dit weekend veel aandacht voor innovatie met innovators omschreven als ongeduldige optimisten. Of de uitvinder van de zelfmoordkist aan die definitie voldoet weet ik niet precies, maar fascinerend en tot denken aanzettend is de nieuwsuur-uitzending hierover zeker https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2200000-australische-dr-death-komt-met-zelfmoordkist.html
Op bezoek bij de inspectie!
Twee bijzondere bijeenkomsten deze week. Maandag begeleidde ik een sessie voor DGRW over de Omgevingswet. Bijzonder was dat in de loop van de middag de ontwikkelingen bij dekabinetsformatie er toe leidde dat 60% van de deelnemers bij IenM zouden gaan vertrekken naar BZK. Best bizar eigenlijk. Donderdag was ik op bezoek bij de onlangs opgerichte werkrgroep Kennis voor Toezicht bij de ILT om te vertellen over het werk van KIS. Mijn idee om eens niet met een powerpoint te werken pakte goed uit. In plaats van aan de hand van klassiek dia’s, presenteerde ik namelijk door met de werkgroep drie edities van de IenM Kennis- en Innovatiekrant door te bladeren. Sowieso mooi om vast te stellen dat de collega’s van de inspectie weer volop met de rol van kennis bij toezicht aan de slag gaan.
zondag 22 oktober 2017
Het binnenhalen van complexiteit....en er dan mee omgaan
Morgen begeleid in een heisessie van DGRW collega’s die bezig zijn met de veranderopgave van de Omgevingswet. Zij richten zich op wat de Omgevingswet, het digitale stelsel en de informatiehuizen voor DGRW betekent en wat hen daarbij te doen staat. Een compexe opgave dat mige duidelijk zijn. Van Geert Teisman had ik al eens tijdens een college geleerd dat het onze neiging is complexiteit buiten de deur te houden (een projectleider bakent graag haar/zijn project aan de voorkant af), maar dat we complexiiteit juist moeten omarmen. Tja ga d’r maar aan staan. Om daar een begin mee te maken gaan we in de ochtend onder leiding van Han Rakels van Het bedrijf Perspectivity (mission statement: for the love of complexity :-) aan de slag met de complexity navigator. Dit instrument van Perspectivity (down te loaden van www.perspectivity.org) bevat negen bouwstenen van collectieve inpact: urgentie de gevoelde urgentie doorgronden en daarmee het transformatieproces aanjagen, gedeelde ambities en de visie op verwndering, responsief leiderschap die de minderheidsstem koestert tbv een duurzame uitkomst, elkaar versterkende acties met iconische acties die de urgentie of gedeelde ambitie symboliseren, adaptief leren met gedeelde monitoring die het proces aanjaagt en de volgende stapvormgeeft (zie ook blog meten van circulariteit, 8 okt), betrek alle stemmen conflicterende perspectieven en ambiguiteit omarmen, vitale verbindingen verbondenheid aan proces en aan elkaar, ruggengraat organiseren van momentum en voortgang zonder in stuurgroepen te vervallen, en de joker die van de bouwstenen maatwerk maakt. Klinkt veelbelovend toch?! Toegankelijk met een snufje Transitiemanagement en een dosis John Kotter. Ik heb er zin in!
Aangename verscheidenheid in transitieagenda’s Circulaire Economie
Vorig weekend met eigenlijk veel meer plezier dan je zou kunnen denken, door de 80%-versies van de vijf transitieagenda’s Circulaire economie heen gegaan. Nog work in progress dus zou het niet netjes zijn hier een inhoudelijke bespreking van sterke en minder sterke punten op te nemen. Dat gezegd hebben, toch een eerste opbouwende analyse. Je ziet dan dat er wel iets van een gemeenschappelijk inhoudsopgave onder ligt, maar gelijkertijd zie je dat iedereen daar blijmoedig eigenwijs van is afgeweken en voor een eigen, met enige regelmaat verfrissende aanpakken heeft gekozen. Dit leidt tot een vaak ( maar soms ook niet) functionele diversiteit die mij heel passend lijkt bij de zoekende aanpak van transitiemanagement. Ik heb een betrokkene als tip meegegeven om een vrije appreciatve inquiery aanpak te bewandelen en uit iedere transitieagenda vijf mooie deelaanpakken te halen om elkaar te inspireren op weg naar de 100% van eind november. Het is natuurlijk wel lastig om onder grote tijdsdruk ruimte in het hoofd te creeren voor het onderling leren van het maken van een transitieagenda.
Nog even over sturen op geluk
De geluksdocterandus (zie blog Geluk in de NOVI, 8 okt) vertelde mij nog dat één van de manieren om het NL rapportcijfer voor geluk (7,3) wat op te krikken zou zijn om net als de Scandinavische landen dat doen meer uit te geven aan geestelijke gezondheidszorg. Dit weekend twee stukken in het NRC die inzichtelijk maken waar dat zou kunnen gebeuren. Bij het lezen van het artikel over jeugdpsychiatrie het voorbeeld van een druk jongetje van 6 die 6 maanden op een wachtlijst moet (een kleine 10% van zijn leef-tijd) voor die getest kan worden op ADHD . https://www.nrc.nl/nieuws/2017/10/21/de-psychiater-heeft-geen-tijd-voor-je-13510413-a1578127Daar valt toch wat te verbeteren zou je zeggen. In het tweede, een opinie-artikel, de oproep om het Nationale Preventieakkoord(goed!) niet alleen op roken en overgewicht te focussen, maar ook op stresspreventie. Roken en overgewicht zijn namelijk overtuigend te beschouwen als ongelukkige vormen van stressmanagement. https://www.nrc.nl/nieuws/2017/10/21/stress-is-geen-individueel-probleem-13573390-a1578089Ik word in ieder geval wel gelukkig van dit idee. Meer lezen over geluk en over dat de gevestigde bovenlaag in NL een 8,1 het precariaat een 6,3 en de onzekere werkenden een 6,1? https://www.ruimteenwonen.nl/scheidslijnen-in-de-samenleving
zondag 15 oktober 2017
Kennis: masterclass omgaan met onzekerheid
De titel doet vermoeden dat deelnemers aan deze masterclass in kringgesprek zouden gaan over plankenkoorts en verlegenheid, maar dat was niet het geval. Sprekers Vincent Marchau (TuD, Radboud) en Pieter Bloemen gingen in op adaptiviteit als omgangsvorm met een onzekere toekomst. Vincent zetten het theoretisch kader neer en maakte een zinvol onderscheid tussen adaptief plannen en adaptief organiseren. Bij de eerste categorie gaat het bijvoorbeeld om de brug over de Taag in Lisabon. De fundering en draagconstructie zijn zo ontworpen dat er bij toenemend verkeer een extra dek met rijstroken opgebouwd kon worden. Best slim toch? Bij adaptief organiseren bereid je je bijvoorbeeld voor op dingen die onverwachts verkeerd kunnen gaan. Denk aan een evacuatieplan. Pieter ging met een aantal aansprekelijke voorbeelden in op hoe in het Deltaprogramma vorm is gegeven aan adaptiviteit. Misschien nog wel het mooiste voorbeeld kwam uit Engeland dat dan gek genoeg wel steeds vaker onder water lijkt te staan, maar dat terzijde. Bij toekomstdenken is vaak de neiging de tijdsas een dominante rol te geven. Als het gaat om waterveiligheid echter, is niet tijd maar juist de waterstand de relevante variabele. Door de waterstand op de as te zetten voorkom je ruzie te hoeven maken over wanneer een waterstand zich aandient, maar maak je transparant welke oplossing voor welke waterstanden geschikt is en welke adaptatiepaden (rode lijn) gevolgd kunnen worden als de toekomst zich ontvouwt.
De intelligentie van je handen
Donderdag was de werkconferentie van het Overlegorgaan Infrastructuur en Milieu. Ondanks dat de locatie aan de Maarsseveense plassen bijna OV-onbereikbaar was ( moest het laatste stukje met de één keer per uur vertrekkende Buurtbus) waren er 145 deelnemers, maar goed er was dan ook een grote parkeerplaats. Bij de plenaire opening bleek er sprake van veel waardering voor het nieuwe regeerakkoord. Voorzitter Job Cohen toch geen usual suspect vond het knap gedaan & getuigen van verantwoordelijkheidsgevoel en 90% van de deelnemers liet, door te gaan staan, weten vertrouwen in de toekomst te krijgen van het regeerakkoord. Maar 10% bleef echter staan bij de vraag of het regeerakkoord ook gaat leiden tot minder maatschappelijk ongenoegen. Dat geeft te denken. Daarna mocht ik mij met een klein groepje onderdompelen in deep listening; heel geconcentreerd luisteren zonder oordeel. Dat leverde bij mij in ieder geval veel behagen op. Daarna moest ik zelf twee rondes aan de slag als begeleider van 3d sculpting sessies. Een groepje deelnemers moest daarbij pratend vanuit ‘de intelligentie van je handen’ casussen rond klimaatadaptatie in de provincie Utrecht, en natuur-inclusieve melkveehouderij in Friesland, systemen bouwen van piepschuime balletjes, rietjes, ijsstokjes, klei en lijm. Dat dit voor veel mensen tot onbehagen leidt moge duidelijk zijn, en toch werkte het en leidde het tot nieuwe inzichten waar de casusinbrengers mee vooruit kunnen. De OIM voorzitters schuiven binnenkort bij de bestuursraad van IenM aan. Jacques Wallage, één van de andere voorzitters, verwacht dat het nog best een uitdaging zal zijn om een door het nieuwe kabinet en gedetailleerd regeerakkoord ‘opgejaagde’ bestuursraad open te laten staan voor de zorgvuldig bijelkaar gebrachte inbreng van maatschappelijke partijen verenigd in het overlegorgaan. Na een recordformattietijd is er, zo is het idee, weinig behoefte 100 dagen het land in te gaan. In het FD pleit ‘de vijfde man van de formatie’ Kim Putters ( directeur van het SCP) er ondertussen wél voor te luisteren naar de samenleving en om de dialoog aan te gaan rond de uitvoerbaarheid van de beleidsvoornems.
Gelezen: Screw it, let’s do it - Richard Branson
Komende dinsdag bespreken we dit boek in de IenM-boekenclub Pinguin Fred. Branson kennen we natuurlijk van zijn vliegtuigmaatschappij en zijn luchtballonfetisjisme. Eén van zijn uitspraken die al eerder bij mij was blijven hangen was zijn kernvraag voor het bedenken van nieuwe business-ideeën: “Ask yourselve what irritates people”. De ondertitel van Screw it, let’s do it luidt lessons in life en dat doet vermoeden dat het vol staat met n=1 achtige wetmatigheden van het model ‘wat in het verleden voor mij heeft gewerkt, werkt voor iedereen’, en dat vermoeden komt volledig uit. Branson’s leven staat in het teken van het stellen en naleven van ambitieuze zakelijke doelen en op avontuurgerichte doelen. 106 pagina’s lang bouwt hij voort op het idee dat dit in essentie bij iedereen zo is, of dan toch in ieder geval zou moeten zijn. Alleen voor Japanse vissers van het type dat met afgerichte vogels vist overweegt hij een uitzondering te maken; zij lijken in het moment te leven hetgeen ze innerlijke rust lijkt te geven. Voor alle andere mensen gelden de volgende deviezen: just do it, maak plezier, wees bold (bold zijn lukt mij steeds beter),daag jezelf uit, sta op eigen benen, leef in het moment (ook Japanse vissers), waardeer je familie en vrienden, wees respectvol en doe goed. Echt heel erg tegen dit rijtje kun je welbeschouwd natuurlijk ook niet zijn. Voor iemand waarvoor het roken van een sigaar in bad de hoogste vorm van survivallen is, is Branson met zijn bijna-doodervaringen in een luchtballon bovenal een bijna-dodelijk vermoeiende man, maar - dat moet gezegd - niet zonder sympathie en zelfkritiek.
zondag 8 oktober 2017
De meetbaarheid van circulariteit
Vrijdag twee sessies begeleid over de (concept-)monitoringsmethodiek die PBL, CBS en RIVM maken om devoortgang van de transitie naar een Circulaire Economie te meten. Dat is natuurlijk pionierswerk, want ga er maar eens aan staan. Naast veel suggesties en wensen vanuit experts en de leden van de transitieteams, ook veel lof voor de aanpak waarbij zowel de acties, de effecten en de voortgang van de transitiedynamiek gemeten wordt. Hoewel het uiteindelijk natuurlijk primair om de effecten gaat past het bij een lerende reflexieve manier van monitoring om ook naar de acties en de transities te kijken. De auteurs hebben nog een dikke maand om het één en ander af te ronden, maar ook daarna zal de monitoringsmethodiek nog verder ontwikkeld moeten worden. Ook het maken van een moninoringsmethodiek is per slot van rekening een lerend proces. Een algehele uitdaging is nog even een manier te vinden om met elkaar zo met de monitoring om te gaan dan de mensen in de transitieteams er geen verlammende faalangst van krijgen.
Geluk in de NOVI
Woensdag verkozen naar een redundante bijeenkomst te gaan - niet nodig, maar misschien wel nuttig of aangenaam. Het bertrof bovenal de laatste categorie. Ik heb het over de lancering van het derde nummer van het nieuwe tijdschrift Ruimte + Wonen met als thema Het geluk van de omgeving. De pitches van Ries van der Wouden (PBL) en Leonie Janssen-Jansen (WUR) waren de moeite waard, maar het de debat was te plenair, te breed en gedomineerd door veelpraters. Ries ging in op zijn essay en waarschuwt - in mijn eigen woorden - voor een te technocratische NOVI met louter aandacht voor de systeemwereld (denk aan CE en energietransitie) en geen aandacht voor de directe leefomgeving van mensen hetgeen weer extra voer voor onbehagen tot gevolg kan hebben (zie ook ihttp://www.pbl.nl/publicaties/omgevingsbeleid-op-een-tweesprong) Zit wat in, maar genoeg hierover, want het aangename van de redundante bijeenkomst was mijn ontmoeting met Akshaya de Groot alias de geluksdocterandus. In zijn boek Geluk voor kamerleden dat ik terplekke uitgereikt kreeg (geluksmomentje) probeert hij kamerleden te bewegen hun keuzes mede te laten bepalen door de doorwerking naar geluk. Hij stelt daartoe voor een nationaal dasboard te ontwikkelen met zowel economische als geluksindicatoren in samenhang. Een prachtig boekje met vragen die tot denken aanzetten. Wat dacht je bijvoorbeeld van de vraag: “Waarom heeft het SCP geen rol in het doorrekenen van de verkiezingsprogramma’s?” Via zijn boekje ook terecht gekomen bij de Better Life Index van de OECD (http://www.oecdbetterlifeindex.org/#/11111111111) ook een soort van dasboard. Interessant om eens doorheen te bladeren. NL doet het eigenlijk een stuk minder dan ik verwacht had. Op ‘geluk’ zitten we boven het gemiddelde maar ruim achter landen als Noorwegen en Zwitserland. In ‘work-life balance’ zijn we het beste, maar op ‘betrokkenheid bij de democratie’ en ‘kwaliteit van ons social support netwerk’ zitten we in de achterhoede. Op 15 november verschijnt het OECD boek How’s life 2017 dan kunnen we zien hoe het met de wijzertjes op het dashboard staat.
zaterdag 7 oktober 2017
De taligheid der dingen
Bij een vorige Pinguin Fred-sessie bespraken we het boek De Succesillusie van Richard Engelfriet waarin zeg maar alle managementboeken vakkundig worden afgedaan als n=1 gebabbel. In een interview in managementboek-magazine geeft academisch organisatiedeskundige Stefan Heusinkveld hem deels gelijk maar zegt verder te zoeken naar waarom managementgoeroe-ideeen zo aantrekkinsgkracht kunnen hebben (....dat doet Engelfriet in zijn boek overigens ook, maar dat terzijde). Heusinkveld zegt hierbij iets moois over het verschil tussen managementgoeroes en wetenschappers; goeroes proberen met taal iets in beweging te zetten, wetenschappers proberen met taal een model van de werkelijkheid te schetsen. Idee is dus dat je goeroes niet op hun wetenschappelijke waarde hoeft te beoordelen. Maar goed dat neemt niet weg dat we kwadranten, driehoeken, en zevenlessenrijtjes niet te serieus moeten nemen, terwijl we de gemeenschappelijke taal die daar onder zit voor ons laten werken. Laat dat laatste nu net één van de boodschappen zijn in het interview met Esther Gons over haar boek de De Corporate StartUp; frameworks verschaffen een verbindende taal waardoor iedereen in de organisatie kan zien waar je uithangt (in dit geval met je innovatie).
Abonneren op:
Posts (Atom)