Vrijdag na afloop van de Nationale Wetenschapsagenda-bijeenkomst over circulaire economie kreeg ik van Antoine Heideveld, directeur van het Groene Brein, dit prachtige boek met 20 wetenschappelijk verantwoorde antwoorden op even zoveel lezersvragen van de website www.p-plus.nl. Alle antwoorden die ik tot nu toe gelezen heb zijn zeker de moeite waard. Zo schrijft Jacqueline Cramer over het belang van schaalgrootte in de circulaire economie. Het lokaal houden van grondstofstromen is een goed idee, maar er moet wel voldoende aanbod zijn om niet alleen de kringloop, maar ook de business case sluitend te krijgen. Bij sloopafval lukt dit inderdaad lokaal, maar bij electronica-printplaten en kleding lukt dit niet. Emiritus hoogleraar Alfrecht Kleinknecht schrijft heel mooi over het sailing ship effect. Dit is het verschijnsel dat verouderde technologie de ondergang vrij lang tegen kan houden, omdat - met de hete adem van radicale innovatie in de nek - ineens ontzettend fanatiek incrementeel geïnnoveerd wordt. Toen het stoomschip werd uitgevonden in 1840 zijn er in korte tijd tientallen innovaties aan zeilschepen doorgevoerd terwijl de techniek daarvoor zo goed als stilstond. Hetzelfde gebeurde toen gaslantaarns voorbij werden gestreefd door electrische lampen. Nu zie je dit ook gebeuren bij de energietransitie en natuurlijk bij de weg naar de circulaire economie, van de lineaire economie en de hergebruik economie. Maar ja hoe dit te zien? Als vertragende stuiptrekkingen, innovatieve weerstand of economisch verstandig? Of misschien wel een situationeel afhankelijke moeilijk te interpreteren mengvorm?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten