zondag 27 maart 2016
Kennis: Emissiesymposium in Utrecht
Tijdens deze 10e en daarmee jubileumversie van het Emissiesymposium ook deze keer weer een uitgebalanceerd programma; 's ochtends presentatie en 's middags interactieve workshops. Een fascinerend ochtendpraatje was de presentatie van Anja Verschoor (RIVM) over microplastics. RIVM is bezig met een voorstel voor een definitie van microplastics. Dat lijkt als ik het zo zeg misschien een wat academische hoogbovenover bezigheid maar dat is het zeker niet. Om tot een Europese of anderzijds internationale aanpak van microplastics te komen, is het zaak het eens te worden welke bestaande maar ook nog niet bestaande plastics daar onder gaan vallen. Het gaat dan om criteria als chemische samenstelling, grootte, oplosbaarheid, verschijningsvorm en afbreekbaarheid. Je merkt natuurlijk wel dat de mensen in de zaal wat ongeduldig worden bij het idee dat een discussie over definities ook makkelijk tot uitstelgedrag voor een aanpak van de emissies kan leiden. Had zelf nog even het idee om uit de oceaan geviste microplastics te analyseren om op basis van hun samenstelling tot een aanpak te komen. Maar goed dan mis je natuurlijk wel de nog niet bestaande stoffen. Voor de mensen die hier ongeduldig en ongemakkelijk bij worden.....de discussie over nanomaterialen is vergelijkbaar en misschien nog wel complexer.
Kennis: Terugblik KNMI-RWS relatiemiddag
Een goedgevulde zaal met KNMI en RWS collega's zat dinsdagmiddag klaar om elkaars werk nog wat beter te gaan begrijpen. Dat ging gelukkig ook helemaal gied komen en wel aan de hand van een aantal interessante lezingen. Hebben jullie je ooit wel eens afgevraagd of je bij het in onderhoud geraken van de Maeslantkering rekening moet houden met tweelingstormen? Vast niet, maar de conclusie was dat dit ook niet hoeft. Wel fijn om dit even uitgezocht te hebben, toch? In één van mijn eerdere blogs heb ik aangegeven dat samenwerking een contactsport is. Dat hebben ze bij KNMI en RWS ook uitstekend in de gaten bleek uit twee andere lezingen. Bij spannend weer schuift een KNMI-meteoroloog dan ook aan bij het Watermanagement Centrum Nederland in Lelystad. Het meest onder de indruk was ik wel van de strak ingeregelde samenwerking tussen KNMI en RWS op het gebied van de gladheidbestrijding. De 24 uursdiensten bij het KNMI in de Weerkamer staan bij spannend weer in nauw contact met de 24 uursdiensten van de twaalf RWS gladheidscoordinatoren. Op basis van 300 in het wegdek ingebouwde temperatuursensors en gedetailleerde weersvoorspellingen van het KNMI weten de RWS-collega's precies wanneer en waar ze met de zoutwagens de weg op moeten. Afijn nu heb ik al twee keer de term spannend weer gebezigd maar mijn weerwoord van de dag was 'synthetisch weer'. Een geslaagde bijeenkomst.
zondag 20 maart 2016
Kennis: Vooruitblik KNMI-RWS relatiemiddag
Dinsdag zit ik de KNMI-RWS relatiemiddag voor. De collega's hebben een prachtig programma in elkaar gezet met als doel om na te denken over hoe de samenwerking in de toekomst nog beter kan. Vier inhoudelijke presentaties over faalkansmodellering van de Maeslantkering, over gladheidbestrijding, het watermanagementcentrum en extreem zware winden. Het belooft een mooie middag te worden.
Gelezen: Mooi werk van Ben Tiggelaar
Met de heimiddag van morgen in het vooruitzicht is natuurlijk uitermate goed getimed een boekje over werk te lezen. Lekker praktisch en lezenswaardig als altijd behandelt Tiggelaar de ingrediënten voor werkgeluk in drie componenten die hij geleend heeft van psycholoog Martin Seligman; plezierig, goed en zinvol. Bij plezierig werk gaat het oa om sociale acceptatie, beste vrienden op het werk hebben, zekerheid in de vorm van gezamenlijk vastgestelde concrete doelen en progressie. Dat laatste is voor kenniswerkers nog best lastig omdat de relatie tussen wat we doen en wat het oplevert vaak niet zo duidelijk is. Goed werk gaat om doen waar je goed in bent, meebeslissen, presteren en ontwikkelen. Het idee is aan job crafting te doen; je takenpakket door afstoten en ruilen steeds beter passend te krijgen. Een RKW formulier met 'te ontwikkelen competenties' gaat uit van reparatiedenken en is fout. En o ja Tiggelaar vindt het indelen in hokjes op basis van Management Drives en andere testen veel minder nuttig dan het vaststellen van praktische vaardigheden. Bij zinvol werk gaat het om het verbinden met een hoger doel dat ons zelf overstijgt. Dan kan het gaan om het verbeteren van de werle maar ook om doelen dichterbij zoals de doelen waar jou organisatie voor staat of het bijstaan van je collega's. Daar heb ik natuurlijk geen bezwaar tegen. In ieder geval fijn om te weten dat het programma van de heimiddag fier overeind blijft onder deze Tiggelaar-check; aandacht voor plezier (gemeenschappelijke doelbepaling) en voor het hogere organisatiedoel. Dan slaan we het goede werk even over dus ga ik zelf nog even met het job craften aan de gang.
donderdag 17 maart 2016
Kennis: modelleren aan extreme bui van de toekomst boven Amsterdam
KNMI collega Ben Wichers Schreur ziet er met zijn karakteristieke baard-snorcombinatie niet alleen een beetje uit als een musketier, maar blijkt in het echt ook een enorm schermvirtuoos te zijn. Wild gebarend beelde hij voor het diascherm uit hoe een extreme bui bij hogere temperaturen nog beter in staat is extra vocht uit de omgeving aan te trekken. Als op gebruikers gerichte organisatie weet KNMI dat gebruikers niet alleen in het klimaat van de toekomst maar zeker ook in het extreme weer van de toekomst geïnteresseerd zijn, Daarom heeft KNMI voor Amsterdam een historische bui (28 juli 2014) maar de toekomst geprojecteerd en daar twee graden boven op gedaan, hetgeen zo'n 30% extra neerslag geeft. Eljakim Koopman (Waternet) modelleert voor de voorspelde bui met behulp van het 3di model wat de gevolgen zijn en wat je daar aan zou kunnen doen met bijvoorbeeld waterpleinen, slim verbonden polderdaken en afwatering. Dat doet Waternet buurt voor buurt. Als voorbeeld liet Eljakim de geboortebuurt van Johan Cruijff, Betondorp zien. Ze hadden in dat geval natuurlijk een hoop modelleringskosten kunnen besparen door gewoon aan Johan te vragen wat er moet gebeuren. Maar desalniettemin was het met de thematische Kenniskamer 'Kennis voor de decentrale overheden' in gedachte een mooi stuk werk en een prima voorbeeld van samenwerking tussen stad, kennisinstituut en IenM.
zondag 13 maart 2016
Innovatie: KIS doneert prijzengeld voor Climate Hacketon 2016
De binnenkort te verschijnen vernieuwde Strategische Kennis en Innovatie Agenda IenM heeft als één van de zes kennis- en innovatiethema's Big Data. Collega Marjolein van Gelder zet de puntjes op de i en is als vanzelf ook al met de uitvoering bezig. Dat doen we natuurlijk samen met de kennisinstituten. KNMI (Corline Koolhaas) is één van de drijvende krachten achter de Climate Hacketon die op 8 en 9 april in Rotterdam gaat plaatsvinden. 100 teams gaan Big Data-o-logisch aan de slag met uitdagingen op het gebied van stadsdistributie en stadsklimaat. Een vakkundige jury beoordeelt de vijf teams die door de voorronde zijn heen gekomen en wijst uiteindelijk één winnend team aan dat er met het prijzengeld vandoor gaat. Dit moet bijna wel tot prachtige innovaties leiden die de IenM ambitieuze doelen 2030 al ruim voor 2030 dichter bij brengen!
Kennis: action researcher, research coach in mei van start!
Toegegeven....het heeft even geduurd, maar de aanstelling is nu rond! In mei gaat onze research coach van start. Zijn naam verklap ik binnenkort pas, maar het is goed te weten dat jullie de blog lezen van een zeer tevreden man. Onze coach gaat zich zowel richten op het Nationaal Kennis- en Innovatieprogramma Water en Klimaat als op een (twee)tal projecten van Smart Urban Regions of the Future. Kort gezegd werkt de actie-onderzoeker / research coach aan alles wat gaat leiden tot kennislanding van de bovengenoemde onderzoeksprogramma's in beleid en uitvoering. Vrijdag was het startgesprek van de uitverkoren kandidaat bij het KNMI en dat gaf gelijk weer nieuwe inspiratie. Al vanaf april is hij zeker één dag per week op de Plesmanweg te vinden om daar zijn landingsnetwerk op te bouwen.
vrijdag 11 maart 2016
Kennis: Hoe een Horizon 2020 project écht voor eindgebruikers te laten werken
KNMI-collega Bart van den Hurk heeft op bewonderingswaardige wijze zijn IMPREX project over future weather gehonoreerd gekregen door de EU-Cie. Maar 2 van de 32 projecten hebben de eindstreep gedaan; mooi werk dus. Ik zit in de begeleidingscie die zich gelukkig niet alleen richt op wetenschappelijke kwaliteit, maar ook op aansluiting van het project bij eindgebruikers. In Nederland moet je bij mogelijke eindgebruikers denken aan RWS & waterschappers (gaat het overstromen?) en watergebruikers als boeren (wordt het niet te droog?) en energiebedrijven (mag ik straks mijn koelwater nog lozen?). Dinsdag hadden we een webex videovergadering met de begeleingscie over 20 tijdzones heen (van de VS tot Australie) inclusief de bijbehorende achtergrondgeluiden. Zo zat één van de leden met smaak haar bakje muesli naast de microfoon leeg te schrapen en beeldde ik mij in elders ook wat licht gesnurk op de lijn te horen. Dat laatste kwam vast niet van de korte presentatie van Bart, want die bevatte een mooie dia over waar eindgebruikers nu precies behoefte aan hebben waar het gaat om betere weersvoorspellingen. Hoewel we met klimaatscenario's begrijpelijkerwijs graag uitspraken willen doen over de verre toekomst, is voor eindgebruikers juist meer inzicht in het weer van over twee weken, een maand of een kwartaal zeer waardevol.
zondag 6 maart 2016
Kennis: Community of Practice Haut Finance - de lessen uit RRAAM
Erik van Hoogstraten had een goed verhaal over de lessen uit het RRAAM project (Rijk-regioprogramma Amsterdam, Almere, Markermeer). Ze hadden in het projectteam dan ook de bewonderingswaardige moeite genomen de lessen én in een rapport én in een prachtige poster op te schrijven. De lessen gaan vooral over hoe je een lenige overheid kan zijn in de omgang met de Energieke Samenleving. Erik en de MIRT collega's zijn zich er terdege van bewust dat het navolgbaar opschrijven van 'weten-hoe'-kennis (zie blog KIM-symposium 19/10/15) eigenlijk niet mogelijk is. Het deed me dan ook goed op intranet te lezen dat men met een heus buddy-systeem gestart is om collega's in interactie met elkaar van elkaar te laten leren. En gecodificeerde, opgeschreven kennis kan daar dan weer wél een handig hulpmiddel bij zijn. Bravo!
Strategie: OR lunch verhuizing naar de Rijnstraat
Een kleine 120 deelnemers aan de OR lunch liet zien dat het onderwerp verhuizing naar de Rijnstraat leeft onder de collega's. Na een hele korte inleiding mochten we stickeren op 'blij', 'behouden', en 'bezorgd'. De stickerverhouding was 1:3:7. Blij wordt men bij het idee van een centrale locatie dicht bij station en andere departementen. Behouden moeten blijven de goede parkeervoorzieningen voor fiets en auto (:-)), een vlekkenplan waarbij directies bij elkaar zitten, en voldoende informele overlegpunten (ankerpunten). Bezorgd is men verder bijna overal over met op een gedeelde eerste plaats: (1) verlies aan sociale cohesie door dat collega's veel minder vaak op kantoor komen bij gebrek aan werkplekken; (1) te weinig aandacht voor arbozaken. Voor mij zelf is een belangrijke het behoud van een vlekkenplan rondom een vaste plek voor het secretariaat. OR collega's wisten mij te vertellen dat de keuze voor deze voordehandliggende en enige juiste optie geen gelopen race is. Met 0,5 werkplek per fte en een fiks aantal aangepaste ARBO-plekken is het maken van een passend vlekkenplan namelijk geen makkelijke puzzel. Toch maar even doorpuzzelen, want de wetenschappelijke literatuur is klip en klaar: 'samenwerken is een contactsport'. In een goed leesbare review van Kiesler en Cummings (What do we know about proximity and distance in work groups?) staat het prachtig samengevat: Als je verder dan 30 meter uit elkaar zit komt er van informeel contact weinig terecht en neemt de kans op vrijwillig samenwerken drastisch af.
Innovatie: stemmingmakerij rond de zelfsturende auto
Cabaretier Jasper van Kuijk verwijst in NRC naar de Hitchhiker's guide to the Galaxy waarin staat dat nieuwe dingen tot je 15e erbij horen, tot je 35e spannend en nieuw zijn, en na je 35e slecht zijn en verboden zouden moeten worden. Zijn nieuwe voorstelling gaat onder andere in op de zelfrijdende auto. Bij Peugeot in Argentinië lijken ze ook te vinden dat de zelfsturende auto slecht is (en verboden zou moeten worden). In ieder geval een ingenieus stukje stemmingmakerij
Abonneren op:
Posts (Atom)