zondag 19 november 2017

Kennis: KiM congres- met beleid en innovatie sturen op de city prosperity index?

Dinsdag weer heerlijk genoten van een druk bezocht KiM congres. De keynote werd gegeven door Arjan Timmermans wetenschappelijk directeur van AMS- Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions. Het was een inspirerend verhaal vol over elkaar heen buitelende innovaties in verschillende staat van rijping. Arjan gaf scherp aan techniek als een middel en niet als doel te zien en de smart city-bedrijven met enige argwaan te beschouwen. Hij noemde dan ook de City Prosperity Index van de VN die kan helpen het doel van innovaties te richten. Amsterdam staat daarin gebroederlijke als één met Utrecht geindexeerd en scoort wereldwijd 13e en in Europa 9e achter koplopers als de Scandinavische hoofdsteden, Parijs en Wenen. De index is gebaseerd op de criteria productiviteit, infrastructuur (inclusief ict, woningen, en sociale infra), gelijkheid, governance, kwaliteit van leven en milieu. Amsterdam-Utrecht doet leuk mee - scoort bijvoorbeeld hoog op productiviteit, gelijkheid en govenance - maar blijft op het criterium milieu (energie, afval en luchtkwaliteit) een kleine 30 punten achter op koploper op dit criterium Stockholm. Wat deze index betreft zouden de pijlen van innovatie en beleid dus volop op milieukwaliteit gericht moeten worden. Het City Prosperity Initiative biedt daar samen met de Universiteit van Sydney een ex ante evaluatie instrument voor aan om best practices uit de wereld door te rekenen op hun impact op de indexscore. Dit doet wat technicratisch aan en gaat wat voorbij aan het politieke willen, maar laat bovenal wel zien dat er te sturen valt op doelen ipv op techniek. Later in de sessie over innovatie voor stedelijke mobiliteit kwam daarbij naar voren dat het nog best lastig is je innovatiebeleid te richten op doelen omdat de impact van innovaties voor die doelen moeilijk te voorspellen lijkt. Daarom blijft het ook best een goed idee om indirect via best practice-beleid zoals voortschrijdende milieu-eisen op innovaties te sturen.   
P
 

Kennis: KiM congres - De autonome bolide of sturen op delen?

Bij de deelsessies van het KiM-congres heb ik de discussie over innovatie van mobilitiet in de stad begeleid. De discussie vond plaats op basis van een inleiding door Pauline Wortelboer(KiM) en uitgebreide introducties van Taede Tillema (KiM) en Johan Jacobs (DGB Innovatie in Mobiliteit). Aan de hand van de bekende rode en groene briefjes hebben we er een flink aantal stellingen doorheen gejast. Zoals ‘innovatie moet altijd een doel hebben’ (70% voor 30% tegen), ‘de overheid steunt innovaties maar kan niet de risicos nemen die bedrijven bereid zijn te nemen’ (50% voor, 50% tegen), ‘de 1000 bloemen-bloeien-aanpak is esentieel om innovaties de ruimte te bieden‘ (35% voor, 65% tegen). De discussie over de stelling over autodelen (zie foto’s) was een rijke. De meerderheid vindt dat we het delen - ook tegen de autonome stroom in - actief moeten stimuleren. Zowel voor als tegenstanders van het stimuleren van de deelauto noemden het kostenaspect ter onderbouwing van hun stellingname. 

Gelezen: Landschapspijn - over de toekomst van het platteland

Als presentje bij een optreden bij het RIVM kreeg ik dit mooie boekje geschreven door journaliste Jantien de Boer. Toen zij de term landschapspijn eens gebruikte in een column in de Leeuwarder Courant ontving zij veel bozige reacties. Nu ja, ik denk dan als de term fileleed straffeloos gebruikt mag worden, waarom dan het woord landschapspijn niet? Hoe dan ook het boekje is zeer de moeite waard; het brengt de urgentie van de teloorgang van het boerenland en bijbehorende weidevogels goed over, zonder de boerensector als geheel al te makkelijk de schuld te geven. Ze drinkt veel koffie aan keukentafels en schrijft met gevoel voor nuance. Ook voor mij een leerzaam boekje. Ik bedoel, ik moet erkennen dat ik ook niet zoveel verbinding met het landschap heb. En de landschapspijn moet je wel bewust voelen als je een pak melk sta uit te zoeken. Ook wist ik niet dat de productie van een liter melk gepaard gaat met de productie van 3 liter mest. Hoe dan ook het boekje is hyperactueel in tijden van insectensterfte en mestfraude. Volgens een boer die aan het woord is in het boekje moeten we overigens bij de aanpak van de mestfraude niet te veel verwachten van de zelfreinigende werking van de sector: “ik ga niet tegen een collega-boer zeggen dat hij minder mest en melk moet produceren”.  
 

zondag 12 november 2017

Kennis: Promovendi staan nog niet echt te trappelen om bij de overheid te werken

In Binnenlands Bestuur (10 nov) staat dat de overheid zich vaker op banenmarkten moet tonen om als aantrekkelijke werkgever te worden gezien. Laat ik nu net een dag eerder op een mooi georganiseerde bijeenkomst van TRAIL Research School for Transport, Infrastructure and Logistics gesproken hebben over werken voor de overheid. Ondanks een blijmoedig verhaal mijnerzijds, was het met de animo om voor de overheid te werken niet best gesteld. Verreweg de meeste promovendi willen óf door in academia of naar het bedrijfsleven. Werken voor de overheid komt niet zozeer als optie naar boven. Wat natuurlijk ook niet echt hielp was dat ik ter prikkeling twee drempels op wierp: (1) een promovendus zou een basismotivatie voor de publieke zaak moeten laten zien door in de general discussion van haar/zijn proefschrift een paar pagina’s aan de beleidsimplicatie van de in het proefschrift beschreven resultaten te wijden: (2) Nederlands spreken en schrijven. Aan die eerste drempel heb ik al eens een blog gewijd en de tweede is ook al geen sinecure. Van de 33 promovendi met een abstract in het programmaboekje zijn er op de namen afgaand 13 Nederlands en 20 buitenlands. Een vederlichte ‘statistische’ analyse laat verder zien dat 100% van de promovendi die aan de zelfsturende auto werken buitenlands zijn (n=4) en daarentegen 100% van de promovendi die aan de (oer Hollandse) fiets werken Nederlands zijn (n=4). Jan Staman merkte tijdens een IenM jaarlezing kennis op dat voor de overheden de samenwerking met universiteiten vooral van belang is voor het opleiden van nieuwe overheidscollega’s. Dat geeft te denken.   
   

Gelezen: over ontduiken en ontwijken en het oplossen van complexe problemen

Ben Tiggelaar herinnert ons deze week weer even aan het belang van 21e eeuwse competenties als het oplossen van complexe problemen. Oeps hier heb ik nog wat te ontwikkelen. In de weekendkrant namelijk veel aandacht voor de Paradise Papers (inmiddels treffend omgedoopt in Parasite Papers) en de neiging daar niet met oplossingen maar met een mengsel van boosheid en berusting op te reageren. Berusting omdat de race to the bottom niet te keren lijkt in een wereldmarkt zonder wereldspelregels. De Franse econoom Gabriel Zucman stelt echter in NRC dat de race to the bottom van ontwijking (= niet moreel, niet illegaal; versus ontduiking = niet moreel, illegaal) eenvoudig is op te lossen door de winstbelasting naar rato van het percentage van de omzet van een bedrijf per land over landen te verdelen. Dus als Apple hier in Nedereland 5% van z’n wereldomzet draait, ze hier over 5% van hun winst belasting betalen. Volgens Zucman - en dat is natuurlijk heel aantrekkelijk - zou niets individuele landen in de weg hoeven staan hier eigenstandig mee te beginnen. Met zicht op BTW-stromen en met blockchaintechnologie moet de benodigde omzetinfo namelijk eenvoudig te verzamelen zijn is het idee. ‘Maar goed wat houdt Apple tegen om hier dan gewoon de prijzen navenant te verhogen?’, vraag ik me dan af. Maar daar heeft ook vast over nagedacht in zijn boek The Hidden Wealth of Nations. Ondertussen ben ik begonnen in Algorithms to live by om mijn vermogen complexe problemen op te lossen  -zoals het race to the bottom-probleem - een broodnodige boost te geven. Dit boek ligt in januari voor in IenW boekenclub Pinguin Fred.     
 

Kennis: dinsdag KIM-symposium!

Dinsdag ga ik op het KiM-symposium de sessie over innovatieve mobiliteit in steden modereren. Van organisator Taede Tillema kreeg ik een rapport van Connecting Mobility waaruit blijkt dat automobilisten veel innovatieve technische snufjes in hun auto helemaal niet gebruiken terwijl ze de verkeersveiligheid zouden kunnen bevorderen of tot minder files zouden kunnen leiden. Voor iemand die bij lange na nog niet de helft van de mogelijkheden van zijn ipad benut, is dit weinig verrassend te noemen. Een paar jaar geleden in de weken nadat we de ipad voor het eerst in gebruik namen op kantoor, heb ik met collega Gerard Snel nog wel eens een lunchsessie voor collega’s georganiseerd om slimme ipad-truckjes en apps aan elkaar te zien, maar met het wegslijten van de nieuwigheid was dat snel voorbij. In de column van Ben Tiggelaar las ik dat dit bij elkaar zitten sociale innovatie wordt genoemd en dst dit drie keer belangrijker is dan technische innovatie. Misschien binnenkort toch maar weer eens wat beleggen over de ipad, nieuwe laptops of ons nieuwe kantoor. Vast verklapen.....mijn favorite apps zijn: (1) i-annotate ( om te kunnen schrijven en highlighten in rapporten, en om digitale formulieren te ondertekenen zonder ze te hoeven printen) (2) soudnote (om verslag te typen terwijl de gekuidsopname loopt en de app wat je typt koppelt aan de geluidsopname. Makkelijk terugluisteren door op een getypt woord te klikken)   
               

zaterdag 4 november 2017

Pinguïn Fred leest The Necessary Revolution

Op 14 november - licht ongelukkig aansluitend op het KIM congres, dat dan weer wel - bespreekt Pinguin Fred weer eens een dikke pil (406 pagina’s) en wel The Necessary Revolution van Peter Senge et al. Ik stond niet meteen te juichen toen het werd uitgekozen maar nu ik inmiddels op 155 ben aangeland begin ik er steeds meer in te zien. Het boek leest een beetje als een onderlegger van de cicrulair economie en is op z’n best als het over het organiseren van samenwerking tussen individuen en organisaties gaat. Dit is toch de sleutel van vooruitgang in een wereld waarin het je alleen echt niet meer lukt. Sterker als ik het NRC van dit weekend mag geloven is dé succesfactor van booming Eindhoven dat de top50 mensen elkaars telefoonnummers in het geheugen van hun telefoon hebben staan (en elkaar vervolgens ook bellen...). Bn Tiggelaar beschrijft in zijn kolom verder nog eens dat nabijheid op kantoor zo belangrijk is (f@ck het nieuwe werken) en twee maanden eerder las Pinguin Fred al dat het in de samenwerking zo belangrijk is om met botsende rationaliteiten om te kunnen gaan. En elkaar daarbij vooral niet met morele superioriteit te lijf te gaan zoals Tobias Leenaert aangeeft in zijn boek Hoe to create a vegan world https://www.nrc.nl/nieuws/2017/10/20/wees-niet-zo-moralistisch-veganisten-13590286-a1577909
P
   

Kennis: Op de NWA conferentie II

In de middag naar een mooie sessie over living labs geweest maar eerst waser nog het plenaire deel dat door politiek filosoof Rutger Claassen verzorgd werd met een lezing over wat de NWA zou kunnen worden. Hij presenteerde twee bestaande modellen van de wetenschap (de aristocratische wetenschap en de populistische wetenschap (zie foto’s)) en construeerde  daar zelf een derde bij,  de democratische wetenschap (zie foto). Dat bracht hij subtiel als een soort van redelijk alternatief. De aristocratische wetenschap werd met stembriefjes weggestemd al wezen sommige aanwezige wetenschappers erop dat die in de gedragingen van wetenschappers toch nog dominant lijkt te zijn. Doorschieten naar de populistische wetenschap zou dan toch denk ik vooral een luxe probleem zijn waar vandaan - als her zover is - ik graag terug zou helpen sturen naar de democratische wetenschap. In ieder geval waren een aantal deelnemers moedig genoeg zich ik het hol van de leeuw uit te spreken voor een populistische wetenschap waar het het werk aan urgente maatschappelijke opgaven zoals klimaatverandering betreft. 
 

Kennis: Op de NWA conferentie I

Voor de ochtenddeelsessies had ik mij op gegeven voor de sessie getiteld ‘De burger als expert’. Ik had de sessie beschrijving in het vooraf beschikbaar gestelde programmaboekje even gelaten voor wat die was en had vrij blind voor deze sessie gekozen in de veronderstelling dat die over citizen science en burgermeetnetten zou gaan. Dat bleek echter in het geheel niet geval. Ik was bij toeval beland in een sessie van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) route Levend Verleden. Hier zou ik normaal gesproken nooit voor gekozen hebben, maar soms moet je je door het toeval laten leiden vooral als je niet de moeite genomen hebt het programmaboekje goed door te lezen. Maar - dit moet ook gezegd: “Ik heb het reuze naar mijn zin gehad!”. Om elkaar in de stemming te brengen voor vertrouwelijkheid en rare dingen, moesten we eerst even elkaars portretten tekenen zonder op papier te kijken. Even later -over rare dingen gesproken - stond iedereen het Wilhelmus te zingen in de microfoon van een rondgaande smart phone. Aan de hand van een concreet erfgoed item (in dit geval dus het Wilhelmus), hebben we bijbehorende emoties en ervaringen in beeld gebracht. Het geheel van portretten (het sociale netwerk), het erfgoeditem, en de ervaringen en emoties vormen dan een singleobject exhibition. In onze homogeen autochtone groep ging dit alles heel gemoedelijk. Open en geduldig werd naar elkaars emoties en ervaringen geluisterd (ongemak, trots, sportherinnering, weigering van iemand ‘tweede’ couplet te zingen ivm relgieuze associatie, voorkeur voor het ‘bronsgroen eikenhout’ enz). Bij een eerdere groep met ook niet-westerse allochtonen en overzeese koningsrijksgenoten had dit alles begrijpelijkerwijs wat meer spanningen opgeleverd. Hoe dan ook ik vond het mooi op mee te maken en bijzonder om te merken hoe begripsverhogend het is om dit samen te doorleven ipv van een beschrijving van emotie van papier te lezen. Deze methodiek wordt bijvoorbeeld ook toegepast rondom brokstukken van de Bijlmerramp. Ik moest krantenlezend en doorassocierend op het Wilhelmus dit weekend nog even denken aan het binnenhalen van de NL vlag in de Tweede Kamer door de SGP. Dat had 25 jaar geleden toch nooi op bijna unanieme steun in de Kamer kunnen rekenen? In het NRC werd dit weekend de Amerikaanse filosoof John Searle aangehaald die onderscheid maakt tussen ‘brute (fysieke) feiten’ en ‘sociale feiten’ zoals een politieke orde die bestaan omdat wij aanvaarden dat die bestaan. De bijbehoren ‘bodemloosheid’ wordt verhuld met vlaggen, verhalen en volksliederen. Wellicht omdat ‘sociale feiten’ ook het beschermen waard zijn.