zondag 8 februari 2015

Strategie: Overlevingsstrategieen voor tijdens Het Nieuwe Werken

Al eerder had ik mij er op betrapt onvoldoende gebruik te maken van de mogelijkheden en beperkingen van Het Nieuwe Werken. Ook als ik geconcentreerd schrijfwerk moet doen, blijf ik toch weer in die kantoortuin zitten. Gezellig en met veel mogelijkheden om even snel te overleggen met de collega's, dat zeker. Maar ik ga me dan ook zitten ergeren aan mijn eigen neiging om wel heel snel afgeleid te raken. Mijn imperfecte overlevingsstrategie is nu twee dagen in de week op 4,52 minuten van het werk in mijn eigen studeerkamer to-do-lijstjes af te werken. De kantoordagen gaan dan op aan het uit laten dijen van die zelfde to-do-lijstjes, een reeks overlegjes passend bij het 'KIS-verbindt' werk en het  niet uit laten dijen van mijn postvak in. Het werkt voor mij, maar iets zegt me dat het best mal is dat ik mijn werk lijk te moeten ontvluchten om mijn werk te kunnen doen. Wat dit dan weer voor de inrichting van de Rijnstraat betekent weet ik ook niet 1,2,3 maar daar hebben jullie dan vast weer goede ideeën bij. Zelf kan ik er ook wat aan doen, zoals weer wat vaker mijn megalomane koptelefoon opzetten in de kantoortuin, naar iemand toelopen ipv over 6 bezette bureaus een gesprek voeren met collega 7 (hoewel ik daar wel weer heel goed in ben), of in een van de KIS-stilte kamers gaan zitten. Nu dacht ik overigens te weten dat echt alle collega's positief zijn over onze informele ontmoetingsplekken, de zogenoemde ankerpunten, en nu moet ik zomaar lezen in de 'piek- en kraakanalyse' van Gerard dat er collega's zijn die kleinere ankerpunten willen. Nu vraag ik je?!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten