zaterdag 20 december 2014

Strategie: Taxi's, OV en de toekomst

Donderdag voor de Kerstvakantie een goed uitpakkende sessie geleid over de toekomst van de taxi's. In Madurodam en met een goede set deelnemers van IenM-OVS, KiM, EZ, Rathenau, ILT, HBJZ, Gemeente Amsterdam, DCO. De sessie ging over vier ronden met telkens een pitcher die in 3 minuten aan de hand van een vooraf bedachte prikkelende vraag de discussie opende voor de binnenring. De mensen in de buitenring luisterden in duo's met de oren van een aan hun toegewezen stakeholders en reflecteerden op de discussie. Als van zelfsprekend een goede bijdrage van KiM, maar daarnaast was het goed met de Gemeente Amsterdam de praktijk aan tafel te hebben en met Rathenau een originele dwarsdenker. Die ga ik trouwens echt aan de IE2016 koppelen want die heeft mooie ideeën over de stad als innovatieplatform. 

vrijdag 19 december 2014

Innovatie: De kracht van een HOE- vraag

Maandag  voor de vakantie een scopingsessie gedaan om met zo'n 30 mensen in 1,5 uur tijd een stap verder te komen met de onderwerpsduiding van de Innovatie-estafette 2016. Dat het over de stad of hip gestemd Cities of the future gaat was natuurlijk al duidelijk! maar goed dat is natuurlijk wel heel breed en ongericht? De zoektocht is innovatie-opwekkende vragen op te wekken die bij innovators tot creativiteit leiden en bij bij bezoekers tot nieuwsgierigheid. En het zou ook nog eens fijn zijn als ze cross-sectorale innovaties bevorderen in plaats van limiteren. Best wel een opgave dus. Vijf vragen vormden het startpunt van een flappenrotonde waarbij deelnemers associërend  op die vijf vragen nieuwe vragen mochten bedenken die beginnen met HOE en eindigen met een vraagteken. Die vijf vragen waren (1) Hoe zorgen we voor productie die energiezuinig en biobased is én goede banen schept?; (2) Hoe kan de stad efficiënter en veiliger?; (3) Hoe gaan gezondheid en stad samen?; (4) Hoe maken we onze delta klimaatbestendig?; (5) Hoe worden stedelingen milieubewuster? En aangezien Joris het verslag nu al klaar heeft kan ik voor iedere categorie ook al mijn favoriete doordenkvraag bedenken. Het lukt mij overigens nog niet goed te beredeneren waar een maximaal innovatie-opwekkende vraag aan moet voldoen, maar dat moge de inspiratie niet onderdrukken. 



vrijdag 12 december 2014

Boek: Rathenau Proefschrift over multi-actor onderzoeksprogramma's

Tjerk Wardenaar is al eens eerder bij KIS langs geweest om over cocreatie mee te praten. Nu  verdedigt hij op 7 januari zijn proefschrift over multi-actor onderzoeksprogramma's. Hij heeft hier oa Kennis voor Klimaat bestudeerd maar zijn bevindingen lijken ook heel toepasbaar voor VerDuS, SURF en NKWK. Echt interessant en sowieso bijzonder goed dat er ook mensen onderzoek naar onderzoek doen. Even wat highlights. Tjerk geeft aan dat beleidsmakers veel meer dan nu tijd zouden moeten vrijmaken om zich te bemoeien met de selectie, het begeleiden en het leren van dit soort onderzoeksprogramma's. Nu wordt nog bij ieder nieuw programma het wiel opnieuw uitgevonden omdat er weinig organisatorisch leervermogen is. Dat mogen we in de oren knopen en kunnen we gelijk toepassen voor SURF en NKWK. Overigens vind ik dit juist krachtig aan een koepelstructuur als VerDuS waar nu ook SURF onder geplaatst wordt. De expertise en in eerdere programma's opgedane inzichten van de betrokken mensen als bijvoorbeeld Jan Klinkenberg en Ymkje de Boer blijven zo behouden voor het volgende programma. Volgens Tjerk is het ook van belang is dat onderzoek gericht op grand challenges, zeg opgavegericht onderzoek, gelinked moet zijn aan een lokaal probleem. Zijn advies is: begin met een lokaal probleem, selecteer de juiste deelnemers, voorzie in een goede organisatie en begeleiding en draag met de geleerde lessen bij aan de aanpak van maatschappelijke vraagstukken. Ook een mooi onderdeel van zijn proefschrift is een enquete-onderzoek onder 415 promovendi in de UK en NL. Uit dat onderzoek blijkt dat de verschillen tussen promovendi werkzaam in een multi-actor onderzoek en in traditioneel onderzoek, op het gebied van academische vaardigheden klein zijn. Wel blijkt dat promovendi in multi-actor onderzoek meer communicatie, disseminatie en projectmanagement vaardigheden te ontwikkelen. Dat is natuurlijk geweldig en wat mij betreft een extra steuntje in de rug om binnen IenM buitenpromovendi aan te stellen. Maar dat geheel terzijde.







Kennis: Koude onvangst wetenschapsvisie

Sinds het verschijnen van de wetenschapsvisie zijn er al flink wat kritische columns verschenen. De teneur daarin is dat het een slecht idee is om burgers mee te laten denken aan de wetenschapsagenda en dat er eiegenlijk sowieso minder gestuurd zou moeten worden op wetenschap. In die coluns wordt steevast ontdekkingen en innovaties aangehaald die niet door agendering maar door puur toeval zijn ontdekt of uitgevonden. Daar valt natuurlijk niets aan te ontkennen maar wel wat op af te dingen. De overigens volledig ononderbouwde suggestie die door deze columnisten wordt gewekt is dat toeval tot meer succes leidt dan sturing. Tja dat is natuurlijk een boude gedachte. Misschien moeten we voor deze discussie een scheiding maken in het WAAROM/WAT  en in het HOE. Ik ben van mening dat als je als maatschappij investeert in onderzoek je als maatschappij ook mee mag praten over het WAAROM/WAT en dat de academische vrijheid dan toch vooral in het HOE gezocht moet worden. Het is dan natuurlijk wel zaak de WAAROM/WAT inspirerend en ruimte geven te formuleren. De Europese grand challenges zijn daar een mooi voorbeeld van. Dan nu een slagje concreter; de innovatieopwekkende vraag waar de burger best over mee mag denken zou moeten zijn "Bedenk een snellere manier om van A naar B te komen" en niet "Bedenk een manier om mijn paard sneller te laten galopperen". 


zondag 7 december 2014

Kennis: Verdere voorbereiding thematische Kenniskamer 'Kennis voor decentrale overheden'

Maandag zijn we als voorbereidende werkgroep weer bij elkaar gekomen oam om de uitkomsten van zo'n 15 interviews met mensen die in zogenoemde kennisarrangementen werkzaam zijn waarin rijk en regio samenwerken aan vraagarticulatie, programmering en kennisdisseminiatie. Best een flinke klus trouwens dat interviewen en dan met name het uitwerken van de interviews. Maar ook zeer de moeite waard. Al eerder schreef ik over mijn interview met Olga Clevering en inmiddels heb ik ook gesproken met Joost Buntsma (STOWA), Jan Klinkenberg (VerDuS) en Wim van Tilburg (KpVV). Teveel uitkomsten om hier uitgebreid samen te vatten maar de verschillende arrangementen hebben allemaal zo hun sterke punten. Een van de vaakst terugkerende kritische succesfactoren is dat je een (bestuurlijke) vraageiegenaar van vlees en bloed nodig hebt die zich vooraf commiteert om de bevindingen van onderzoek ook echt toe te passen. Bij STOWA is men heel goed om de bestuurlijke weg naar de waterschappen te vinden, om uitkomsten te framen in handelingsperspectief en slaagt men er goed in ook de meer strategische vragen in de programmering te krijgen. Bij VerDuS is men ontzettend slim om bij elk nieuw onderzoek beter bij de eindgebruiker aan te sluiten. Bij het Kennisplatform Verkeer en Vervoer was ik vooral ook onder de indruk van hun goed onderbouwde aanpak voor kennisborging en disseminatie. Men kruipt daar echt in het werkproces van de ambtenaar om taylor made kennis aan te bieden. Provincies worden niet one size aangesproken als provincies en gemeenten niet als gemeenten. Ze weten slim te differentieren naar grootte, ligging en inrichting van het ambtelijk apparaat. Nu is het voor de Keniskamer zaak met een flinke reeks best practices in de achterzak aan de slag te gaan met het inrichten van pilots. Dat is nog ontzettend lastig want een pilot moet over een voldoende specifiek afgebakend beleidsterrein gaan, liefst op verschilende regionale overheden betrekking hebben en nog niet teveel uitgehard zijn zodat betrokkenen nog open staan voor de lessen van de best practices. Tot nu toe is het iedere ker zo als ik denk er een te hebben, dat die toch weer niet voldoet. Vooral het laatste criterium bezorgt mij hoofdbrekens. Suggesties welkom! 

Kennis: Op weg naar resultaat voor SKIA thema B Financiering

SKIA thema B trekker Bart Veuger heeft nu ook zijn interviewronde bij RWS afgerond in zijn zoektocht naar nieuwe financieringsvormen. Hij gaat nu aan de slag met een bloemlezing van wat hij zoal tegenkwam bij RWS en de BSK. Vooral het samenwerken met andere partijen en het denken in doelensynergie maakt creativiteit voor wat betreft financieringsvormen los. Het lijkt dan ook geen gek idee om bij het verspreiden van de uitkomsten van zijn werk in de framing aan te sluiten bij de Energieke Samenleving gezien de ontvankelijkheid die daar op dit moment binnen IenM voor lijkt te bestaan. In ferbuari willen we een soort van kennisdisseminatie workshop beleggen over (werktitel) Over Financiele Aspecten van de Energieke Samenleving. OK, ok aan de titel moet nog even aan gesleuteld worden. Voor en tijdens de worskhop is denk ik vooral ook veel aandacht nodig voor kennisborging en het organsieren van blijvende aandacht voor dit thema. Ik denk daarbij oa aan aansluiting bij sommige van de kenniscommunities van RWS en het betrekken van HRM-collega's (Misschien moeten we wel toe naar een financiele module in de leergang Professionalisering Beleid).  


vrijdag 5 december 2014

Strategie: Start Omgevingsvisie bij het Informeel Strategen Netwerk

Toch nog zo'n 20 collega's kwamen opdraven bij het Informeel Strategennetwerk, hetgeen natuurlijk een goede score is. Deze keer was de begeleiding in de uitstekende handen van Ivette. David van Zelm deed de aftrap met een korte presentatie over de Omgevingsvisie. In zijn presentatie stonden oa een aantal cruciale vragen voor de Omgevingsvisie waarvan de vraag 'Wat zijn de betekenisvolle verbindingen tussen sectoren (beleidsdomeinen) die belang hebben bij een nationale aanpak?' mij in het bijzonder aansprak. Deze vraag prikkelt namelijk op positieve wijze om te denken in toegevoegde waarde van een Omgevingsvisie. Er was ook nog een vraagvariant waarbij ipv sectoren regio's stond. Ook heel goed! De stickerronde over welke inhoudelijke waarden en welke proces waarden je graag onder de aanbracht zou willen brengen leverde een meer dan goed gevuld whiteboard op. Teveel om hier samen te vatten, maar de oproep van een PBL collega om eerst nog eens goed stil te staan bij welke door waarden gevulde doelen je nastreeft, bleef zeker hangen. Ook het door Robbert ingebrachte belang van over onze landsgrenzen heen kijken bijvoorbeeld waar het gaat om onze ecologisch voetafdruk vond ik een hele goede temeer omdat daar nog niet aan gedacht was. In een groepje met PBL, RLI, Onno en Hanna Lara doorgedacht over wat energie geeft en wat juist niet. Bij de eerste categorie hoorde oa de kans om een inspirerende stip op de horizon te zetten eventueel voorzien van een planningsdoctrine, én de kans om burgers ( g1000) en politiek (conferentie vooraan in het proces) op vernieuwende wijze te betrekken. Bij de energieblokkers hoorde oa het doorslaan in integraliteit met monstrueuze uitkomsten tot gevolg en daaraan gelinked de oproep om je zelf ook de vraag te stellen wanneer integraliteit toegevoegde waarde heeft. En natuurlijk de verzuchting van gaan we nu 'de moeder aller beleidsnota's' maken terwijl we al jaren geleden bedacht hebben dat de tijd van de grote nota's nu toch wel zo'n beetje voorbij is en niet meer past bij de zo gewenste adaptiviteit van beleid. Ook vanuit de ander groepjes veel waardevolle ideeën. Dat David en collega's toch een hele kluif gaan krijgen aan die Omgevingsvisie is wel een beeld dat bleef hangen. Tegen de tijd dat we ons dat besefte waren we  echt aan de borrel toe.