zondag 3 november 2019

Van rechtvaardige mobiliteit en vervoersarmoede naar 'mobility justice' ?

Afgelopen donderdag trad Ruth Oldenziel (TU/e) op in de KIS-masterclass over Inclusieve Innovatie. Nu ben ik al een tijdje overtuigd van het werk van Karel Martens en zijn oproep tot beleid gericht op rechtvaardige mobiliteit, maar nu blijkt er ook een groeiende aandacht te zijn voor het veel bredere concept van 'mobility justice'. Onlangs zijn twee naar verluid nogal taaie boeken verschenen over dit onderwerp: Mimi Scheller's Mobility Justice: The Politics of Movement in the Age of Extremes (2018) en Nancy Cook en David Butz 'Mobilities, Mobility Justice and Social Justice (2019). Nu wil het toeval dat iemand beide boeken heeft gelezen en daar een uitgebreide boekbespreking over heeft geschreven: de held! Hoewel eenduidige definities nog ontbreken kan ‘mobility justice’ beschouwd worden als rechtvaardigheid rond de mogelijkheid van mensen, dieren, voedsel en goederen zich te (laten) verplaatsen tussen en binnen ruimtes. En dat is een hele brede en moeilijk te bevatten werkdefinitie want dan gaat het om niveaus die zich afspelen van de mobiliteit van mindervalide personen tot wereldwijde consumptie-gerelateerde risicovolle afvalstromen. Maar bijvoorbeeld ook over de moeilijkheden die vluchtelingen ondervinden als ze grenzen willen passeren. De beide boeken bieden in deze fase vooral een theoretische basis en nog niet zoveel praktische handvatten aldus de recensent. Maar in haar masterclass-presentatie probeerde Ruth het een en ander wel toepasbaar te maken binnen IenW-proporties. Heel concreet betekent het dan dat je bij besluitvorming over mobiliteit de belangen van de niet-mobilist voldoende zwaar mee moet wegen (het lijkt me dat de NMCA daar nu nog blind voor is) en dat de mobiliteit van de een niet ten koste mag gaan van die van de ander. Als voorbeeld noemde zij hier de Parkshuttle in Rotterdam die tot langere reistijden voor fietsers zou leiden. Over de fiets gesproken, Ruth verwees ook naar het werk van haar collega Matthew Bruno (actief in het door IenW-gesponsorde SURF Smart Cycling Futures) waarin gesteld wordt dat het goed is om in Beter Benutten-achtige projecten niet alleen te kijken naar het verleiden van automobilisten, maar dat je juist ook de al goede bezigzijnde fietsforens beloont en stimuleert om op de fiets te blijven zitten. Want een fietsende forens is geen vanzelfsprekendheid. Goed om dit alles bij de uitwerking van de Mobiliteitsschets verder te concretiseren. Makkelijk is dat niet, beter wel!  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten