zondag 28 januari 2018

Gehoord: Thijs Jansen over eigenwaarde, beroepstrots en beroepseer

Thijs Jansen (Universiteit Tilburg) is een productief schrijver en nauw betrokken bij de stichting beroepseer. In het kader van de Week van de Integriteit gaf hij een lunchcollege voor de collega’s van BuZa en IenW. Volgens Thijs benadrukt het huidige HRM betoog vooral het belang van het binnenhalen van bepaalde typen mensen in de ambtenarij. Denk dan aan prototypes als de zelfontplooier (ambitie, uitdagingen, carriere), de innovatieve ondernemer (zelfstandig, verantwoordelijk, houd van spanning/risico, competitief) en de netwerker (sociaal vaardig, verbinden, faciliteren, niet-hierarchisch). Maar daarmee ligt er wat Thijs betreft teveel nadruk op het HOE en te weinig op het WAT. Het WAT komt beter tot uitdrukking in types als de deskundige dienaar, de onbevooroordeelde rechter, of de kwalitatieve ambachtsman. De drietrapsraket van zelfrespect bestaat uit eigenwaarde, beroepstrots en beroepseer. De eigenwaarde is gestoeld op ambachtelijkheid; het streven steeds beter te worden in wat je doet. Bij beroepstrots gaat het om gepaste tevredenheid over de eigen geleverde prestaties. Beroepseer is te behalen door te voldoen aan de hoge normen die door jezelf en de groep waar je bijhoort tot maat zijn verklaard. Die maat is nogal diffuus en meervoudig gedefinieerd voor ambtenaren. Vandaar ook de oproep om tot een soort van ambtelijk statuut te komen. Wel eentje die dan ook echt beleefd wordt. Nieuwkomers zoals bijvoorbeeld een bioloog zouden daarin gesocialiseerd moeten worden opdat de beroepseer er één van ambtenaar kan zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten